image description

De Allrounder 78 Irisch (de)light. (2)

Wanneer we de volgende morgen vertrekken, zijn de laatste druppels vorst nog aan het wegsmelten. Voorlopig is het windstil, toch gaat de lichte hengel maar mee op de reservebank.

Het meer dat we aandoen levert meestal een behoorlijk formaat aan vis en de kans op een bak is groot.


De laatste druppels smelten als… ach, ijs voor de zon.

Met de Bandit lepel pluk ik mijn eerste snoeken. Ze zijn allemaal dik 60 cm en leveren goed sport. Ik krijg alleen beet wanneer ik mijn kunstaas wat trager en dieper laat lopen. Daar zal het koude weer wel debet aan zijn. Wanneer ik in de korte kant kom, lig ik compleet in de luwte. Ik twijfel om over te schakelen naar de lichte hengel. Na nog twee knapperds, zie ik een veel kleinere schicht achter mijn lepel flitsen.

Bij de volgende worp volgt hij tot aan de bellyboot. De hap lijkt hem wat te groot. Dit lijkt me het perfecte moment om over te schakelen naar light. Snel klik ik een kleine Syclops aan de speld. Er volgt geen aanbeet. Ik heb het gevoel dat ik te ondiep vis met dit lichte lepeltje. Het zilveren ding laat ik wat langer vallen en plots schiet de lijn weg. Ik tik aan en mag aan de dril. Whow, dat is niet dat 'gustje' dat daarnet zijn aanval uitvoerde!


Geen gustje!

Mijn Puncher-molentje moet regelmatig wat lijn prijsgeven. Bij de tweede run is dat toch een meter of zeven 8/00 lijn die soepel wordt 'geslipt'. Toch heb ik nooit het gevoel dat ik iets aan power te kort kom. Natuurlijk duurt het gevecht wat langer dan bij de 40 grams Opticast hengel, maar dat is zeker geen probleem, in tegendeel. Ik geniet ten volle van de delightfull light fight.

Uiteindelijk komt de snoek op haar zij liggen. Met de kieuwgreep heffen en gelijk tegen de hengel aanleggen, zodat ik aan de maataanduiding daarop zijn grootte ongeveer kan bepalen. Deze tegenstander zou bij een zwaardere opzet enkel wat onderbroken binnen draaien betekenen, maar was voor deze lichte opzet een zeer waardige tegenstander.


Zeer waardige tegenstander.

Vervolgens doe ik nog een aantal pogingen op dat kleine snoekje van daarnet, maar die is blijkbaar voor tante of nonkel gevlucht. Er steekt weer meer wind op en het is gemakkelijker om dan weer net wat zwaarder te vissen. Tegen de wind in komt het kunstaas anders niet op de beoogde plek terecht.

Opnieuw met de bandit vissend, zijn er nog twee snoekjes die hun aanwezigheid laten zien met kolkjes of een schicht, maar de lepel te groot achten om er vol voor te gaan. In warmer water kan dat vaak helemaal anders zijn, dan is een prooi niet vaak te groot. Na nog wat aanbeten te hebben verzilverd in de verste hoek, keer ik toch op mijn schreden ofwel peddelslagen terug. De wind nam namelijk weer af en die kleintjes van daarnet wil ik ook nog scoren.

Om wat dieper te vissen klik ik een Lovec Banana plugje in de speld. Zijn wild schuddende actie moet de guppy’s daar attenderen. Als ik de afgebroken rietstengel herken waar ik de laatste flits zag, bouwt inwendige spanning zich op. Er zijn vier worpen nodig voor ik een felle tik door het carbon voel gaan. De korte, snelle spurtjes duiden er op dat deze kleine nu wel wilde.


De kleine wilde dit wel.

Even later heb ik ook zijn / haar broer of zus bij de lurven. Vanwege het succes blijf ik terugkeren op mijn peddelspoor. Daar blijken inderdaad nog gustjes te zitten, die drie soorten eerder gepresenteerde grotere brokken weigerden. Ondertussen waren namelijk ook Frederiek en Kurt (die ons net kruiste vanaf de andere zijde) daar voorbij gekomen. Je neemt dan aan dat die waterdelen toch al grondig zijn uitgevist. Het bleek weer maar eens anders.

Er staan daar behoorlijk wat stoppels onder water en mijn Banana hapert er te veel aan. Ik schakel over naar een klein bol plugje. Ik denk dat het een Rapture is, maar het leeft bij ons onder de naam: 'No Balls No Glorie'. Het heeft ooit op een Ierse trip de pannen van het dak gevist. Twee snoekjes laten zich er door verleiden, maar lossen beiden na een aantal snelle kopschuddingen. Ik kom bij de stek met de ruïne. Dit gebouw heb ik hier zowat 20 jaar geleden weten te vinden, maar geraakte er om de één of andere reden nooit van af.


Hier moet het gaan gebeuren.

De luwte ervoor levert op warme dagen, tussen de vegetatie, vaak veel snoek. Nu staan er nog geen planten, maar ik waag toch de poging. Het blijkt tijdsverlies te zijn. Na een klein half uur geef ik het op.

Verderop kom ik weer in de wind te liggen en geraak bij de rieten die nog niet werden afgevist. Allee, wel door Kurt, maar die vist niet met klein spul en blijkbaar ligt dat klein aas vandaag echt niet achterop, maar heeft het zelfs de voorkeur. Het is langs deze lange oever al niet anders.

Eerst wordt mijn banaantje weer door een gustje gepakt. Vier worpen later laat ik het gestreepte ding pal naast een vooruitstekende stengel landen. Een keer draaien aan de slinger is voldoende om een stevige kolk te doen ontstaan. De aanbeet is geen tik, maar een volwaardige bonk, die de top ver laat uitslaan als was het een quivertip. De aanslag laat de vis niet verplaatsen, dat duidt op enig tegengewicht.

Dan knalt de aanvaller weg, met een verschrikkelijke snelheid. De dyneemalijn zingt door de lucht en het water. Whowww, dat is veruit de snelste spurt vandaag. De rover zoekt de diepte op, om daar de slipschijven van de Puncher te gaan testen. Versnellend op elke staartslag zingt de slip zijn lied, a delightfull sound. Ik besef dat ik me niet zal moeten haasten, dit duurt nog wel even. Ik heb ruim de tijd om de camera op te diepen. Jammer dat bij dit beeld de 'slip-song' niet kan worden geplakt.


Met slip-muziek nog veel mooier.

Het liedje klinkt zo heerlijk in mijn oren terwijl… het stopt en de hengel recht veert. Aaaach-aiai, losgeschoten, dit is balen! Die vis had ik graag gezien. Wat deed ik nou verkeerd? Moest ik meer gelet hebben op de dril i.p.v. op het fotograferen? Ach, het zal wel niet, de hengel stond mooi rond, de druk bleef er op; gewoon los geschoten zoals zo vaak gebeurt zonder aanwijsbare reden. Toch blijft een spijtig gevoel de gedachten overheersen. Had ik die laatste nu wel gevangen met mijn zwaardere hengel? Dat is helemaal niet zeker, ook daarmee schieten snoeken wel eens onverklaarbaar los.

Die lome gedachten worden gelukkig snel verdrongen door een aantal nieuwe aanvallen van kleinere snoeken. Het is jammer dat de wind weer op steekt en het juist werpen met kleine plugjes te veel bemoeilijkt. De laatste voor het opkomen van de wind is ook nog een lange, sterke vechter. Dan gaat 10-grammer in de steun. Verder in de week zal ik nog wel kansen krijgen, hoop ik.


De laatste voor het aantrekken van de wind.


Bart Debaes