image description

De Allrounder 140 : De gouden strook aan de rode boot.

Het is al een lange tijd dat ik van plan ben om een water aan te doen dat ik jaren geleden een paar keren bezocht. Telkens ik het indertijd aandeed, en eigenlijk niet zo slecht ving, moest ik toch aanhoren dat de betere periode van het jaar eigenlijk al voorbij was, en dat ik er dieper in het winterseizoen nog betere vangsten kon boeken.

Jarenlang zat het idee in mijn hoofd om dat eens te doen, en nu breng ik dat plan eindelijk in uitvoering. Het is meer zoeken dan dat ik gedacht had, om terug op de plaats te komen waar ik mijn belly kan inleggen. Er is hier nogal wat veranderd ondertussen. Er staat vandaag behoorlijk wat wind, dus zal mijn Float Plus-motortje me wel goed van pas komen. Eenmaal het water op, en dit motortje opgestart overvalt me weer het gekende gevoel van vrijheid/ blijheid. Vissen vanuit een belly blijft toch een zeer aangename bezigheid.

Starten met een kunstaasje waarin ik geloof, is altijd het verstandigste als je onbekend water aanvalt, lijkt me, dan kan het al daar niet aan liggen dat je niet goed vangt. Dus gaat ‘roosje’ aan de speld. Wie mijn stukjes leest, weet dat dit het koosnaampje is dat ik ooit gaf aan de roze uitvoering van de Rapture Xcitershad. Om de één of andere reden vangt dit aasje overal zijn vis. Het is dit keer niet anders. Al in de eerste 15 meter dat het de bodem aftast, gaat er een fijne rilling door mijn hengeltop, en bij de aanslag voel ik de zachte weerstand van een kleinere vis die niet naar boven wil getrokken worden.


Hopla de eerste is al binnen.

Ik was nog het talud aan het afzakken, en lag zeker niet dieper dan 5.5m; zouden ze vandaag ondiep liggen? Iets om in het achterhoofd te houden in ieder geval. De roze vanger mag snel terug die diepte in, op zoek naar een volgende ‘aanbijter’. De bodem is in dit stuk grillig, en de ene kuil volgt de andere bult op; eigenlijk perfect voor de snoekbaarzen om er in hinderlaag te liggen. Een wat grotere ‘snorkel’ is op de hoogte van deze wetenschap, en de aanbeet is wat harder, netjes evenredig met zijn formaat dat wat groter is. Het roze aasje werd dit keer ook dieper verzwolgen.


Gretiger gepakt

Ik had direct na de aanslag mijn dieptemeterscherm gecheckt, en gezien dat er net iets meer water onder mij stond dan 8meter. Voorlopig is er qua diepte dus nog geen echte lijn te trekken. Ik neem mij voor om zachtjes het talud op en neer te vissen, in de hoop een dieptelijn te vinden waar de snoekbaarzen vandaag graag liggen. Hierbij ga ik ook regelmatig tot pal tegen de kademuren aan vissen. Het is daar ondieper, maar het bleek al vaker dat die wanden een magnetische werking hebben op de aanwezige rovers. De waterdiepte daar varieert tussen de 3.7m en 5.5m. Pal tegen die wand aan, komt een zeer voorzichtige aanbeet door. Bijna niet voelbaar, maar mijn blauwe Special Force hengel stuurt ook de kleinste tikjes door naar mijn pols. Het is de kleinste van de dag voorlopig. Gek toch dat een zo kleine snoekbaars toch grijpt naar dit 13cm grote aasje. Zouden ze zich altijd ook met grotere aasvissen voeden dan we verwachten?


Grotere hap voor een toch wat kleinere vis

Vroeger werd toch altijd aangehaald dat kleine aasvissen veel beter waren dan de grotere voor de snoekbaars, maar misschien ligt dit bij kunstaas toch net wat anders? Ervaring leerde dat het elke dag ook anders kan zijn. Regelmatig eens van shad wisselen kan daarom nooit kwaad. Omdat het echter vlotjes gaat, mag ‘roosje’ voorlopig wel nog blijven hangen. Beetje bij beetje schuifel ik nu op langs de kadewand. Wat verderop ligt een rode boot die gelost wordt, dus ik besluit daarvan wat op een afstand te blijven. Ik schuif traag op richting het midden, terwijl ik mijn dieptemeter in de gaten houd. “TOK” gaat het door de top, waarop mijn aanslag vanzelf volgt. De vis voelt niet veel  groter aan dan de vorige. Het zou best een broertje of zusje kunnen zijn van de vorige. Het enige wat opvalt is de perforatie vooraan in zijn rugvin.


Geperforeerde rugvis

De beet kwam op 8.4m, dus ik zoek snel die diepte terug op. De rode boot ligt nu niet zo ver meer van mij af. Al heel snel mag ik alweer aanslaan. Een net wat groter exemplaar mag kort poseren voor mijn lens.


Even poseren

Hé, wat is dat???? Er lijkt iets uit de bek van de snoekbaars te komen. Het blijkt een kleine snoekbaars te zijn die net werd uitgebraakt. Die sukkelaar ziet er eigenlijk nog behoorlijk ‘vers’ uit. Het kan nog niet zo lang geleden zijn dat hij werd verorberd. Onmiddellijk wordt nog eens het bewijs geleverd dat het een fabeltje is dat prooivissen als baars en snoekbaars “altijd” met de kop eerst worden ingeslikt, omdat anders de rug stekels in de weg zitten om goed te zwelgen.


De vorige maaltijd wordt uitgebraakt

Deze “etende-snoekbaars” is veel te klein om de “prooi-snoekbaars” toe te laten, na het slikken zich helemaal in zijn maag te keren. Daarvoor is de ruimte in zijn maag zeker veel te beperkt. Dus deze vis werd zeker met de staart vooruit ingeslikt. De gemiddelde snoekbaarsvisser weet ondertussen al lang dat bij deze vissoort het gegeven “staartbijters” vaak voorkomt. Daarom kan het op sommige dagen erg belangrijk zijn dat er en kleine dreg in de staart van het kunstaas gemonteerd zit.

De prooi-snoekbaars schat ik toch een 17cm groot, wat ook best wel een grote hap is voor zijn “eter” die zeker de 50cm niet haalt.


Zowat 17 cm groot

Debaes Bart