image description

De allrounder 104 deel 1: Te zware hengels

Het lukt niet zo vaak, maar ik vind het altijd tof als mijn jongste nog eens mee kan voor een bootvisdag. We gaan dit keer een boezemwater op om wat snoeken lastig te vallen. We hebben ook erg licht baars-materiaal mee, want daar kunnen we ons beiden goed mee amuseren.

Het idee is om te gaan peuteren op “baarslievende” stekken, en tussenin te trollen, en te werpen met divers kunstaas. Het valt Dries tijdens het optuigen van de hengels wat tegen dat we met dit soort van “zware” hengels aan de slag moeten. Ze hebben inderdaad een werpgewicht van 50-60gram, en dat zijn inderdaad mijn zwaarste snoekhengels. In mijn hoofd start een tweestrijd. Eerst moet ik nu gaan verdedigen dat deze stevige hengels wel noodzakelijk zijn bij deze visserij om voldoende kans tot succes te hebben. Aan de andere kant ben ik heel erg blij dat mijn zoon het genot van de dril liever heeft, dan het feit van de vangst zelf.

Omdat het straks te zonnig zou kunnen gaan worden, starten we met trollen. Het duurt behoorlijk lang voor de eerste vis zich meldt. Die vis is bescheiden van formaat, en ik moet Dries al gelijk geven dat dit slag snoeken niet veel verhaal hebben tegen dit soort van “zware hengel”. Natuurlijk is hij wel blij met deze eerste, bovendien is de groenjas erg mooi getekend op de kop.


Mooi getekend, zeker op de kop

Blijkbaar zitten we in een goeie zone want elf minuten later tikt een “snoeken-broertje” bij mij aan.


Nummer twee

We komen bij een brug aan, en gaan aan de slag met klein kunstaas op zoek naar wat baars. De ene paal levert al wat meer dan de andere, maar de tellers lopen gestaag op. Ook onder de dichtbij gelegen plomb-bladeren blijken een aantal gestreepte rovers te huizen. Voorlopig komen geen echte bakken boven, maar wij vinden elke “TOK” die doorkomt op de lichte hengeltoppen prima.


Baarsje nr 28 na een erg felle tik

Als er te grote wachttijden tussen 2 baars-aanbeten in komen, besluiten we nog wat te trollen. Opnieuw moeten we lang wachten op een beet. Tot mijn driedelige screaming Devil eensklaps keihard wordt aangevallen. De rammels in zijn buik weerklinken hierbij hard. De buikhaak zit stevig vast in de bek, maar met mijn tang is de vis toch snel bevrijd.


Stevig gehaakt

In de namiddag blijkt het trollen nog minder goed te lopen. We besluiten om ten volle de baarzen te gaan lastig vallen op elke door ons gekende baars-stek op dit water. Hierbij loopt de teller veel vlotter, en bij een houten brug komen regelmatig ook vissen binnen die rond de dertig cm lengte zijn.


Een echte “genotsbrenger”

Tijdens het drillen van die dikkere baarzen tikken de slips van onze Inspiration of Evoque-molentjes hun heerlijke muziekje. Onze heel erg lichte “Sency-trout”-hengels worden daarbij door deze sterke poldervissen tot diepe buigingen gedwongen. Even rond gaat dan de glimlach op onze gezichten. Nee, na tientallen jaren genieten van ‘kleinere’ vissen weet ik het wel. Dit genieten van prutsvisjes, zoals ze vaak door boosaardige tongen worden genoemd, gaat nog niet (en hopelijk nooit) bij ons over.

Dries krijgt het even aan de stok met een kleine veertiger. De vis laat hem alle hoeken van de voorkant van de boot zien. Soms schiet de vis recht in onze richting, en dan is het snel de hengel hoog heffen om dat goed op te vangen. Als de vis dan weer wegduikt, is het gelukkig best dat er een smeuïge slip op de molen zit.


Yihaa, volle bak aan de dril

Net als de baars geland moet worden gaat het mis. Zwiep gaat het als de hengel in zijn rechte positie terugveert. Twee ontgoochelden houden het eventjes stil in de boot. Dit soort zaken zijn nooit te voorkomen, naar de reden kunnen we alleen maar gissen. De vis was nochtans mooi gehaakt, en de bek zeker niet doorgescheurd. Dat is één van de voordelen van zachte hengels.

Als we tussen twee stekken in opnieuw trollen, is het water op dit stuk heel helder. Ik besluit er mijn zwarte Seducto V-joint aan te hangen. Die deed het al vaak goed bij deze condities. Na een tijd wordt een grote kolk geslagen waar dit stuk kunstaas zich ongeveer zou moeten bevinden. Een misser denk ik net, als direct erna de hengel rond slaat. De snoek heeft inderdaad niet veel te vertellen tegen deze vijftig grams-hengel uit de Arca-stal. Daarvoor zal de vis nog wat meer pap, euch, prooi moeten eten.


Nog wat teveel broekvent, euch, broeksnoek

De volgende groenjas zit echter wat steviger in het vlees. Die kan al wat meer bewijzen wat hij waard is. Hij was zo vriendelijk om mijn Iris The Boss shad te grazen te nemen.


Die is al beter gevuld

Niettegenstaande een saibling (bronforel) hier zeker niet rond zwemt, werd dit kleur duidelijk toch aanzien als lekkere hap. Deze snoek is zeker niet de enige, want nogal wat van deze eendenbekken vielen reeds voor dit kleur. De volgende vis is er weer één voor mij op die shad.


Nog een liefhebber van saiblings

Het snoekje daarna is weer een stuk kleiner. “Zie je dat die snoeken toch niet zo goed op kunnen tegen die zware hengels”, haalt zoonlief aan. Ik kan dit nu alleen maar beamen. In het verlangen naar meer dril, kan ik Dries wel een handje helpen: “Ok, weet je wat je doet; vis aan de buitenkant eens met een kleine plug aan een lichte hengel”. Ik hoop dat een heel dikke baars zich hiervoor niet zal kunnen inhouden. Het is echter eerst weer op mijn ‘zware stok’ dat er zich een middelmaat snoek meldt. Als ik aan Dries opper om hem eens te laten vissen met deze shad, zegt hij geen nee.

De eerstvolgende actie komt echter van de hengel met de kleine plug. Die staat plots verschrikkelijk krom in de steun. Dries heeft wat moeite om die opgespannen hengel er uit te krijgen. Ondertussen krijst de molen het uit. Dit wordt geen baars maar een snoek, zoveel is al zeker. Zoonlief kan helemaal in de Sency-trout-hengel gaan hangen, en geniet ten volle.


Hangen in de hengel

De vis komt voorlopig nog moeilijk van de bodem af. De spanning is van onzer beide gezichten af te lezen. Dit, naast een brede glimlach die moeilijk weg te wissen valt. Die glimlach wordt alleen ietwat onderdrukt door de gedachte dat de vis zich nog van de haak zou kunnen schudden. Gelukkig gebeurt dat niet, en weet Dries de 10°° Nanofil heel te houden. “Yes”, weerklinkt het over het water als hij de vis bij de kieuwgreep geland heeft. Het geluk straalt nog van zijn gezicht als hij even later poseert.


Megaveel fun op een “prutssnoekje”

Binnenkort deel 2!

Bart Debaes

ANDEREN LAZEN OOK