Dagje                 Ministerie

Dagje Ministerie

Door Henk Simonsz

Tijdens het actievoeren tegen de onzalige plannen van de toenmalige staatssecretaris Mevr. Faber kwamen we in contact met de belangrijkste ambtenaren op haar ministerie, waaronder Mr. Ton IJlstra, hoofd van de afdeling kust, binnenvisserij en cultures. Uit die eerste contacten bleek duidelijk dat het beeld wat de gemiddelde ambtenaren van de sportvisserij hebben, niet strookt met de werkelijkheid. Ik nodigde ze dan ook op persoonlijke titel namens Total Fishing uit om eens een dag mee het water op te gaan, zodat zij een en ander zelf konden ervaren. Ze leken daarvoor wel enthousiast en als voorspel stuurde ik hen alvast een paar boeken over het kunstaasvissen, zodat ze niet helemaal onvoorbereid aan de waterkant zouden verschijnen.

Dat we ooit nog eens samen zouden gaan vissen was ik al bijna vergeten toen er afgelopen vakantie opeens een mail binnenkwam van het Ministerie waarin Ton IJlstra en Jan van Dijk, clusterhoofd binnenvisserij op hetzelfde ministerie, vroegen wanneer we gingen vissen. IJlstra wilde zelfs in zijn vakantie mee omdat hij alleen dán kon garanderen dat er niets tussen kwam. We spraken af een dag op de rivier te gaan vissen. Een vroegere superstek die bijna helemaal kapot gevist is door het beroep.

Ton IJlstra (l) en Jan van Dijk hadden het geweldig naar hun zin tijdens een dagje vissen.

Voor ons sportvissers behoren IJlstra en van Dijk tot de belangrijkste mensen van het Ministerie van LNV. Zij verstrekken de vergunningen aan het beroep en hebben veel invloed op het overheidsbeleid voor de sportvisserij. Die visdag was dé kans om hen te wijzen op de ongelofelijke mogelijkheden en kansen die er liggen op het gebied van recreatie, toerisme en werkgelegenheid als de sportvisserij onder bepaalde voorwaarden de ruimte krijgt. Ik heb verschillende mogelijkheden aangedragen voor wat betreft de huidige beroepsvisserij en gedaan wat ik kon om hen te wijzen op de waarde van de sportvisserij. Zo’n dagje op het water doet wonderen, ze keken werkelijk hun ogen uit tijdens het vissen. Gelukkig vingen we tijdens al het praten ook nog ons visje. Zij wilden drie soorten vis vangen; snoek, baars en snoekbaars. Al snel hadden we enkele snoeken en een paar dikke baarzen in de boot gehad en het wachten was nog op een snoekbaars. Deze dag was voor het eerst in mijn leven als sportvisser dat ik hoopte op een kleine snoekbaars. Ik had hen immers net daarvoor verteld dat sommige gedeelten van de rivier alleen nog bevolkt worden door snoekbaarzen van het staande-wantmaatje van 42 cm. omdat de grotere jaarklassen door slechts één beroepsvisser daar compleet weggevist waren. Mijn verhaal werd trouwens ondersteund door de deelnemers aan het NKS die met 100 man nog niet zo lang geleden een schamele 13 maatse visjes naar boven wisten te krijgen. Uiteindelijk was onze 10e vis een snoekbaars die inderdaad (gelukkig) maar nauwelijks de 42 cm haalde.

We visten in het hoogseizoen midden in een superrivierengebied waar niemand aan het vissen was, ondanks de prachtige kribben, mooie plassen en spiegelende rivier die er uitnodigend bijlagen. Stranden waar je gezellig met een hele groep kan bijpraten, barbecuen, teambuilding enz. Hoeveel bedrijven zouden onder begeleiding daar niet een weekend naar toe willen? Hoeveel groepen vissers zouden daar geen week willen vissen inclusief hotel overnachtigingen, visgids, trailerhelling, camping en andere festiviteiten. Hoe breed zou je zo’n gebied niet kunnen ontwikkelen. Er is slechts 1 voorwaarde; Je moet dan wel een visje kunnen vangen! Hoe mager is het resultaat echter nu. Om 1 beroepsvisser aan een inkomen te helpen wordt alles vernield. En dan praat ik nog niet eens over de milieuschade en b.v. de achterlijke situatie dat aan de ene kant het Ministerie miljoenen uitgeeft om een zalm of zeeforel terug te krijgen en diezelfde beschermde (!) vissen op de afslag worden aangeboden voor een paar gulden. Niet alleen verbijsterend maar ook tijd om in dat soort zaken in te grijpen.

Het is toch van de zotte dat er beroepsvissers zijn die hun bedrijf in stand kunnen houden alleen dankzij de illegale bijvangst aan snoekbaars onder het mom van pootvis vangen. Iedereen weet dat en niemand doet daar wat aan. Daarbij komt ook nog dat de beroepsvissers die zich wel aan de regels houden veel minder verdienen. Dus onwettig gedrag wordt beloond! Wat is er dan nog mooier als ambtenaren, die over dat soort dingen moeten beslissen, dat van dichtbij kunnen zien en meemaken. Daarom vind ik ook dat de NVVS, net zoals de veel kleinere beroepsvisserij dit wél doet, daar veel meer energie in zou moeten steken en veel meer winst uit het lobbyen zou kunnen halen. Stel er een speciale vent voor aan, nodig ze uit, praat met ze, neem ze mee uit vissen, kortom knuffel ze dood bij wijze van spreken! Maak Vips van ze op grote wedstrijden, beurzen. Laat ze een weekend kamperen met een paar goede karpervissers, witvissers of vliegvissers enz. Mogelijkheden zijn legio. Ik heb in ieder geval van die dag geleerd dat het meenemen naar de werkelijkheid veel meer aanspreekt dan alleen een nota van 50 pagina’s. Dat is ook belangrijk maar veel te weinig om te scoren. We zijn als sportvisserij nog veel te timide en geloven nog dat al die ambtenaren onze nota’s van A tot Z doorlezen.

Ik heb ook proberen aan te tonen wat de krankzinnige verhoudingen zijn van het inkomen van 1 man t.o.v. de mogelijkheden die zo’n gebied in zich heeft. Heb hen ook gevraagd waarom er in bepaalde gebieden het beroep niet kan worden uitgekocht of schadeloosgesteld waarbij ze zo’n gebied zichzelf laten ontwikkelen. Als je b.v. de Randmeren met rust zou laten door het beroep, inclusief goede controles tegen sportvissers die er een potje van maken, krijg je vanzelf een topviswater waarvoor belangstelling vanuit heel Europa zou ontstaan en mogelijk zelfs wereldwijd. Er zou zich een bedrijvigheid en werkgelegenheid ontwikkelen waar je van zou schrikken hetgeen de politiek toch zou moeten aanspreken in deze tijd van stijgende werkloosheid.

Ik heb het als zeer positief ervaren dat deze mannen werkelijke interesse voor de sportvisserij toonden en daarvan ook echt onder de indruk waren.Binnenkort vindt er op het Ministerie een evaluatie plaats over de sportvisserij en wordt het beleid aangepast. Hopelijk heeft deze visdag er aan toe bij kunnen dragen dat deze topambtenaren een bredere kijk op de sportvisserij en haar mogelijkheden hebben gekregen. Wie volgt?