Cuba-avontuur (2)

Cuba-avontuur (2)

Door Leon van Hagen

De volgende ochtend om 05.00 uur op en eerst naar de nachtsnackbar op het complex. Daar was de laatste lavenloze jeugd bezig comatueuse staat van geest te bereiken.

Na een paar bakken koffie en een broodje kostte het me vrij veel moeite om een dronken Rus, ene Sergei, te lozen. Hij wilde maar met me mee, maar hij was de luidruchtigste van allemaal en vertelde dat zijn vader hem ook al nooit mee wilde hebben met vissen…

Onderweg naar het strand stond er ineens een hond voor mijn neus. Na wat geaai en gedol liep hij met me mee, ik moest alweer lachen omdat dit me echt werkelijk ieder jaar een keer gebeurt met zo’n vroege viervoeter. Eenmaal aan het strand werden de haken heel snel leeggevreten en volgde er af en toe een mooie aanbeet. Het was wel zwaar relaxed vissen op deze manier, liggend op het strandbed, hond helemaal chill in het zand.

Zodra er in de nachtelijke verte en wandelaar verscheen, stoof die hond er blaffend op af, ik lag in een deuk. Na een tijdje peerde die hond hem weer en verscheen er net voor daglicht een dikke Cubaan met een grote, witte, vierkante tas en snorkeluitrusting. Hij kwam naast me zitten maar er was niet mee te communiceren. Hij schudde me de hand, ging met alles het water in en ik heb hem er niet meer uit zien komen. Vast een kreeftenvisser of zoiets.

Met daglicht ving ik nog wel een mooie bonefish van boven de 30 centimeter die ook een behoorlijk gevecht gaf, zoals het een bonefish betaamd. Verder was het ingooien en binnen seconden beet of haken helemaal leeg. Om kleine visjes te vangen moest je ook met kleine haakjes gaan zitten.

De volgende ochtend ging ik er wat later uit, het was toch pas rond 07.00 uur daglicht. Nog in het donker richting snackbar getogen voor een paar bakken van de wel heel erg lekkere Cubaanse koffie. Muffin erbij en ik raakte aan de praat met David, de nachtkok, zelf een verwoed visser.

Ook hij sprak geen Engels maar hij tipte me wel dat ik nu naar het strand moest omdat een van zijn maten gebeld had dat hij er een Parro (grote snapper of tandbaarsachtige) van 10 kg gevangen had op een sardine. Op het strand aangekomen kwamen de Cubaanse vissers al op me afrennen om mee te gaan kijken naar de vangst.

Er lag inderdaad een imposante, helaas al gevilde vis, in een maatje dat me wel aansprak. Zoiets zou ik hier ook graag eens vangen! Aangezien ik altijd het liefst ga voor een grote vis, had ik het “Costa Rica plan” van stal gehaald; vissen met een levende aasvis en een dobber.

Montage inclusief stalen onderlijn gemaakt op de kamer en ‘s avonds na het uitgebreide diner gingen we samen naar het strand. Simone ging languit op het strandbed en het weer was echt helemaal top in de vorm van dik 25 graden en nauwelijks wind. De hemel was kraakhelder, de maan en de sterren erg dichtbij vanuit dit werelddeel.

Ik begon met een meegenomen haringonderlijntje, achter de veertjes een brokje garnaal. Het plan was dus eerst wat aasvis te vangen. Eenmaal ingeworpen wilde ik de hengel neerzetten en een lekkere Cubaanse sigaar opsteken maar daar was geen tijd voor. De hengel klapte woest over het ligbed heen waar ik hem tegenaan gezet had. Hier zat een hele dikke vis aan. De vraag was eigenlijk hoelang het zou duren voor de onderlijn zou afknappen.

Inderdaad schoot hij even later los en eenmaal binnengedraaid stond het bovenste haakje helemaal recht. Snel weer ingeworpen en na het eerste sardientje te hebben gevangen, de dobber met takel vastgeknoopt. Dit een half uurtje geprobeerd maar in het donker had je eigenlijk geen idee waar je viste. Dit zat me niet lekker en ik verruilde het systeem voor een jojo met een 60 grams loodje.

Dan lag ik dus op zeker ver genoeg van de kant af. Ook dit gaf geen aanbeet en de aasvis verruild voor een hele garnaal. We klikten nog maar eens een biertje open. Het was kleine vis die de haak constant leeg vrat. Oonder de kanten barstte het ook van de needlefish, een soort geepjes van 20 cm. Je zag ze soms uit het water vluchten, dus er moest gewoon roofvis zitten.

Ik hoopte stiekem op een barracuda, die ze in Cuba een picua noemen. Alle onderlijnen voor het vissen met aas in een emmertje gegooid en de titanium onderlijn met zilver/blauwe Yo-Zuri-popper erop gezet. Bij Yo-Zuri heb je meteen de goede dreggen erop die niet snel zullen uitbuigen. “Kijk je uit,” riep Simone toen ik met hoofdlamp tot mijn middel de zee in ging waden.

Na het inwerpen zie je in de verte alleen nog de plons van je popper in de op zee volledige duisternis. Toen ik voor mijn gevoel de goede slag gevonden had zag je wit water opspetteren, dit gaf echt een gaaf contrast. Bij de tweede worp volgde een aanbeet waar ik gewoon van schrok zo hard…!!! De hengel ging helemaal krom en de toch niet te licht afgestelde slip van de molen krijste het uit.

Meters lijn vloog er tegelijk van mijn spoel in een tempo wat ik nog nooit gezien had, er kwam nog net geen rook van de molen. Ik ging langzaam het water uit en de vis scheerde naar links, zodoende kon ik een beetje meelopen. Had hij voor open zee gekozen, dan had ik alleen maar toe kunnen kijken hoe hij mijn hele 300 meter-spoel leeg getrokken had. Wat een gevecht was dit! Het zweet gutste van mijn voorhoofd, de adrenaline spoot door mijn bloedbaan.

Het duurde een hele tijd voor de vis moe genoeg was om enigszins naar de kant te komen, maar toen ik hem eenmaal had ging ik goed uit mijn bol. Hem meteen inspecterende, bleek het een grote horse eye jack. Wat een prachtige en ongelofelijk sterke vis is dit, geschat gewicht zo’n 6 kg. Het is echt een bonk massieve spiermassa met een dik skelet.

De graat voor het staartstuk steekt uit de vis en dient als “raketmotor”, hehehe. De snelheid en kracht die deze vissen op kunnen bouwen hebben mij behoorlijk geïmponeerd. Als ik het zou moeten vergelijken met het vissen in Nederland, zou ik zeggen het effect van een 70+ zeebaars en dat maal 3, of, een anabole horsmakreel waar amfetamine in geïnjecteerd is…?!

De naam horse eye jack is ook niet heel raar; ze hebben inderdaad ogen zo groot als een paard! Prachtig mooie Atlantische vis. Ik besloot dat nog eens te proberen en ging het water weer in. Een worp of 10 verstoorde alleen de popper de serene stilte van de zee. Daarna sloeg de popper in een haag van water uit het zeeoppervlak en daarna deel 2 van het verhaal zoals hiervoor al beschreven is.

Weer een hele mooie en er kwam een groep Duisters aangesneld die foto’s ging maken en ongeveer 1001 vragen stelde. Zelf was ik goed buiten adem en geloofde het wel voor vanavond, morgen weer een dag. We bleven nog even op het strand napraten met die Duitsters en een Nederlands stel uit Tiel.

De vis brachten we naar David, de kok die de tips had gegeven over het strandvissen en op welke tijdstippen toe te slaan. Zijn dienst zat er echter al op en aan zijn collega’s legden we uit dat ze de vis in de vriezer moesten stoppen en dus aan hem geven met onze groeten daarbij. Ging allemaal goed komen verzekerde zijn collega.

De volgende avond besloot ik nog een uurtje te gaan vanaf het strand. Ons blok zat gelijk achter het strand, een minuutje lopen, dus vielen de omstandigheden qua weer ineens tegen, was je ook zo weer terug. En in Cuba weet je het nooit, ineens gaat het keihard waaien of heb je branding, onweer of is het kraakhelder.

Toen op het houten pad een krab zat die een wolhandkrab van hier in zijn holle kies zou stoppen, besloot ik even te wachten. Deze had meer een soort heggenscharen en was qua maat een beetje van die krabben die je op Discovery Channel ziet. Hij knipte vervaarlijk en verdween in de rimboe.

Binnenkort deel 3!

ANDEREN LAZEN OOK