Zeebaars met de dobber

Er kwamen op de redactie en via de rubriek  V& A veel vragen binnen over het vissen met dobber en zager op zeebaars. Michel Dekker heeft daar veel goede ervaringen mee en zette een en ander op een rijtje. Veel leesplezier met dit leerzame artikel!

 Zeebaars à la Carp

 Door Michel Dekker
 
Eigenlijk kan het zeevissen in z’n “traditionele” vorm mij persoonlijk niet zo bekoren. Met een zware hengel, grote molen en zwaar lood vissen op vissoorten die op dit materiaal niet echt kunnen laten zien wat ze waard zijn.
 
De zware hengel is nodig om het aas bij de vis te krijgen en niet zo zeer om de vis te drillen. Daarnaast ben ik niet zo’n statische visser, ik heb er simpelweg geen geduld voor. Het vissen op zeebaars is wat dat betreft een gunstige uitzondering en eigenlijk een totaal andere visserij.
 
 “Zeebaars vanaf de kant is ook kicken!“
 
 Zeebaarzen zwemmen graag dichtbij obstakels en plekken waar het water breekt. En in veel gevallen zijn die plekken te bereiken zonder dat het gebruik van zwaar materiaal. Sterker nog vaak scharrelen de zeebaarzen vlak voor je voeten rond op jacht naar alles wat klein is en beweegt: voedsel.
 
Het vissen op zeebaars kan je op twee manieren doen: Met kunstaas of natuurlijk aas. In het geval van natuurlijk aas zijn er weer diverse mogelijkheden. In dit artikel zullen we het vissen met natuurlijk aas onder een dobber eens wat beter belichten.
 
 “Het zoeken naar een goede stek is heel belangrijk “
 
De visserij op zich lijkt verdacht veel op karpervissen zoals ik het meestal doe. Met een pennetje al struinend langs het water op zoek naar vis. Even proberen op een bepaalde plek, en als het niets oplevert verkassen naar een volgende stek. Het zoeken naar een goede stek is volgens mij van essentieel belang. Domweg ergens gaan zitten levert natuurlijk ook de nodige vissen op, maar als struinend van plek naar plek zijn de vangsten aanmerkelijk beter.
 
 “Ook vanaf de kant zijn mooie baarzen te vangen “
 
Ook langs een, op zich eentonige visstek, vindt je bepaalde hotspots´, plekken die om een of andere reden afwijken van al het andere en waar je keer op keer vis vangt. Al struinend kom je deze plekken vanzelf tegen. Waar de zeebaarzen op een bepaald moment uithangen heeft voor een groot deel te maken met de wind. De windkant zal meestal de meeste vissen opleveren. Meestal, er zijn van die dagen…. 
 
 “Hier draait het om, de naam dan… “
 
De plek die we uitkiezen om te vissen met de dobber is er altijd een waar het water om wat voor reden anders stroomt of waar de stroming onderbroken wordt: havenhoofden, pieren,dammen, etc. Belangrijk is dus dat het water in beweging moet zijn. Zoek op een pier bijvoorbeeld naar een plek waar het water tussen en weer tussen de blokken vandaan stroomt. Hier neemt het water voedsel mee en wacht de zeebaars op een makkelijk hapje.
 
“Schepnet is wel handig met dit soort vissen”
 
Dit soort plekken is makkelijk te vinden omdat door het woelige water meestal schuim ontstaat. Zoek simpelweg naar een plek waar in “schuimlijn” een knik naar buiten zit. Hier zorgt iets ervoor dat het water er anders stroomt dan op andere plekken of stroomt het water harder tussen de stenen vandaan dan op andere plekken en is dus in principe een goede plek. Zeebaarzen zwemmen soms letterlijk tussen de blokken dus vis niet te ver uit de kant. Twee tot vier meter is meestal voldoende.
 
De windkant is vaak een goede keuze, maar het kan echter ook te gek. Beuken de golven er op los dan word het ook voor de zeebaars te dol en zullen ze zich wat terugtrekken. Op zulke momenten kan er nog prima gevist worden. Iets verder uit de blokken en wat dieper. Proberen, proberen, proberen…. dat is het motto. Natuurlijk slaan we obstakels niet over. Elke plek die het water “breekt” is een potentieel goede stek.
 
 “Succes met de dobber “
 
Op het te gebruiken materiaal hoeven we niet al te diep in te gaan. Het vissen met de dobber op zeebaars gaat het best met een wat langere hengel. Een 1½ lbs – 2 ½ lbs karperhengel van 3.60-3.90 meter voldoet prima, maar ook met een stevige spinhengel lukt het prima. Het voordeel van een wat langere hengel is dat we de dobber makkelijk bij de blokken vandaan kunnen houden en hierdoor dus minder snel vast komen te zitten.
 
Een molen van het formaat 4000 met een goede slip en gevuld met 15-20lbs nylon +/- 35/00) is prima. Ja, voor deze visserij gaat de voorkeur uit naar nylon. Dit omdat nylon een stuk slijt vaster is dan gevlochten lijn. En aangezien we in een obstakelrijke omgeving vissen heeft nylon de voorkeur. Gevlochten lijn kan wel gebruikt worden, maar doe dit dan in combinatie met een nylon voorslag.
 
 “Prima lijnen “
 
De door mij gebruikte dobbers zijn dobbers met een centraal gat. Het voordeel hiervan is dat de lijn (hoe kan het ook anders) bovenuit de dobber komt. Hierdoor kunnen we de lijn goed uit het water houden. Hierdoor kunnen we de lijn goed uit het woelige water houden en is de kans op vastraken kleiner. De enige eis die we stellen aan de dobber, is dat deze voldoende lood moet kunnen dragen. Zo´n 6-8 gram is een goed gemiddelde.
 
Op dagen dat het wat ruiger is kan beter een iets zwaarder model (12-15 gram) worden gebruikt. De haken die we gaan gebruiken moeten aan twee eisen voldoen: ze moeten scherp en sterk zijn. De maat van de haak maakt niet zoveel uit zolang die maar niet te klein is. Maat 1/0,2/0 of 3/0 is prima. Mijn voorkeur gaat uit naar een haak met een korte steel.
 
Een schepnet mag ook eigenlijk niet ontbreken aan de uitrusting. Neem hiervoor in ieder geval een net met grove mazen, lieft een vaste beugel en zeker een lange steel!
 
 “Hier kan je goed mee vooruit “
 
De montage is simpel. Op de hoofdlijn komt een stuitje en vervolgens de dobber. Vervolgens een tonwartel waaraan een wapperlijn van 70-80 cm wordt bevestigd. Enkele grote loodhagels worden net boven de tonwartel op de hoofdlijn geknepen. Ook op de wapperlijn knijpen we nog een klein loodhageltje, deze zorgt ervoor dat het aas op de goede diepte blijft. Een haak aan het eind van de wapperlijn maakt de montage compleet. De wapperlijn nemen we iets dunner dan de hoofdlijn zodat, indien we vastraken, we alleen de aaslijn verliezen en niet de hele montage inclusief de dobber.
 “Montage is zo simpel als wat “
 
Ook over het te gebruiken aas kan ik kort zijn. Zagers zijn volgens mij gewoon het beste en, niet onbelangrijk, makkelijkst verkrijgbare aas. Een groot voordeel van zagers is dat ze behoorlijk lang in leven gehouden kunnen worden zodat we aan het eind van de visdag het resterende aas gewoon mee terug kunnen nemen. Indien u de zagers namelijk koel en in zeeturf bewaard, blijven ze zeker 4-5 dagen in leven.
 
“Topaas en makkelijk te verkrijgen “
 
In tegenstelling tot de bodemvisserij rijgen we de zager niet helemaal op de haak. De zager wordt maar een klein stukje op de haak geregen 2-3 cm is meestal voldoende. Krijgen we echter veel missers dan is verstanding de haak ergens midden in de zager uit te laten komen. Op een aanbeet kan vrijwel direct aangeslagen worden. De zeebaarzen pakken het aas meestal zonder aarzelen en te lang wachten resulteert vaak in een geslikte haak en dat maakt in veel gevallen terugzetten van de vis onmogelijk. Gelukkig smaakt een zeebaars voortreffelijk dus af en toe een visje meenemen kan helemaal geen kwaad. Echter neem mee wat je zelf wilt opeten en zet de rest gewoon terug. 
 
“Ook harder loop je regelmatig tegen het lijf “
 
De beste periode voor het vissen op zeebaars zijn in de meeste gevallen periodes dat de getijdenstroming er goed in staat. Van verschil in vangsten met opkomend of afgaand water heb ik persoonlijk niets gemerkt. Dit komt doordat ik in verband met m’n werk pas ’s avonds kon gaan vissen, en daar hebben vast meer vissers “last” van. Als ik daarnaast ook nog eens rekening moet houden met het getij, dan zijn de zijn er nog minder avonden dat ik “zou kunnen vissen”. Ik houdt dus geen rekening met het getij, maar er zijn is ongetwijfeld een link tussen aasperiodes en getijde beweging.
 
 “Een prachtige sportvis “
 
Het enige verschil wat ik heb opgemerkt is het verschil tussen de vangsten ’s morgens en ’s avonds. De keren dat ik een hele dag gevist heb waren ’s morgens de vangsten een stuk minder dan ’s avonds. Dat de zeebaarzen zich niets aantrekken van het feit dat het donker wordt blijkt in het najaar. Omdat ik meestal pas rond zeven uur ’s avonds aan de waterkant sta, wordt de vistijd in het najaar wel erg kort. Geen nood, met behulp van een breekstaafje en een hoofdlampje kon het vissen gewoon doorgaan. De vangsten in het donker logen er niet om 5-10 zeebaarzen (en baarsjes) was heel gewoon. Wel goed uitkijken op de spiegelgladde blokken want die zijn in het donker nog verraderlijker en gevaarlijker dan overdag.
 
 “Een mooie visdag aan zee heeft iets speciaals “
 
Al met al kan er rustig gezegd worden dat het vissen met de dobber op zeebaars een eenvoudige maar leuke en effectieve manier van zeebaarzen is. Bovendien blijft het vissen met de dobber iets spannends hebben. Ik vindt het vissen met kunstaas geweldig want die beuk op je hengel is en blijft prachtig. Maar soms moeten we gewoon even een keer “dobberen”. Zo is je dobber er nog…een keer knipperen met je ogen en hij is weg. Hangen! Zorg dat je slip goed staat ingesteld, want een zeebaars wil wel eens enthousiast een sprintje trekken. Succes!