WitvisPerikelen 51: ‘Broederliefde’

WitvisPerikelen 51: ‘Broederliefde’

Door Leon Haenen
 
Ik denk dat het twee jaar geleden is dat ik voor het laatst samen met mijn broer ben gaan vissen. Tot een jaar of twee terug viste ik zeer geregeld samen met hem op roofvis, iets dat hij nu vrijwel uitsluitend doet. Zeer succesvol overigens!

Het gesloten roofvisseizoen, gecombineerd met een niet nalatende jeuk om toch te gaan vissen, heeft hem zover gebracht dat hij de komende twee maanden weer eens terugvalt in een patroon dat hij als geen ander beheerst: de dobbervisserij op de Maas.

Vandaag gaan we na bijna twee jaar weer eens samen een dag op pad. Tijdens de afgelopen weken hebben we elkaar meerdere malen gesproken over onze visdag. De plek, de manier waarop… dobbers, onderlijnen, enfin, te veel om op te noemen. Heerlijk vind ik het om daar met mijn broer en mijn vader over te ouwehoeren.

Ondanks het feit dat ik gezegend ben met een grote groep vissende mensen om me heen, gaat er mijns inziens toch niets boven de visserij met je eigen pa of broer. Dat voelt anders. Dat praat anders, dat vist anders…..kortom, dat is anders. We zijn bloedverwanten. De band is behoorlijk sterk. Ik heb me dan ook enorm verheugd op deze dag.

Mijn broer is momenteel een serie dobbers voor me aan het maken die specifiek bedoeld zijn om in de sterke stroming van de grensmaas te gaan gebruiken. Afgelopen week zag ik al een paar ruwe modellen die nog in de lak moeten worden gezet. Ik kan jullie alvast mededelen dat het juweeltjes worden. Vandaag kunnen deze dobbers dus nog niet worden ingezet. Wellicht volgende week wel al. 

Ik had ze wel goed kunnen gebruiken, want als we aan de beoogde stek arriveren stroomt het erg hard. Het water staat behoorlijk hoog. We hoeven vandaag niet ver uit de oever te vissen en kunnen eenvoudigweg langs de oever in het water gaan staan. Na aankomst wordt de stek uitgebreid aangevoerd met allerlei lekkers. Maden, casters, zaden, en natuurlijk een flinke dosis nashbait pellets.


Een heerlijk pallet aan pellets.

Of het vandaag allemaal veel gaat uitmaken is nog maar de vraag. De afgelopen weken zijn erg taai geweest. Vaak moesten we genoegen nemen met een enkele vis op een hele dag. De temperaturen blijven zwaar onder de maat, de waterstanden schommelen enorm en ook vandaag zit het weer tegen. Het regent, het waait erg hard en de wind komt ook nog eens uit het Noorden. Het voelt erg koud aan.

Twee dagen geleden scheen het zonnetje nog volop. Toch is de animo om te vissen erg groot. En die animo wordt alleen maar groter als er vlak na aankomst aan de overkant van de rivier vissen aan het oppervlak verschijnen. Een paar keer achter elkaar zelfs. De buitentemperatuur komt echter in de ochtenduren niet boven de 5 a 6 graden uit. Gebroederlijk (zoals dat hoort) staan we pal naast elkaar te driften. We bevissen een lange strook van ruim vijftig meter. Aan het eind van de drift zit ook hier een bultje.

Op een of andere manier hebben we beiden een voorliefde voor een stek waar dit element aanwezig is. Nadat we een dikke anderhalf uur aan het vissen zijn, geeft Lambert aan dat hij een aanbeet heeft gehad. Hij slaat helaas mis. Broerlief  vist met een 4,5 meter lange CJW matchhengel. Handgebouwd door Cor Spinhoven. Een hele bekende hengelbouwer uit Amsterdam.

Het is een ouder model dat Lambert al enkele jaren in zijn bezit heeft. De hengel heeft de sprekende naam ‘Steel 15’. Een kort bezoek aan de website van CJW wees uit dat de hengel niet meer gemaakt wordt. Een collectoritem inmiddels.


Close up van een collectoritem.
 
Ik zelf vis zoals gebruikelijk met de Dutch float van Spro. Een hengel die de goedkeuring van Lambert kan bijschrijven. We maken drift na drift. Elke inworp verdwijnen er vooral maden en zaden op de stek. Er gaan twee uur voorbij zonder enige beweging. We beginnen nu toch echt zin te krijgen in een vis. Het geduld wordt niet veel later beloond. Uit het niets zie ik mijn broer met een kromme hengel staan. Hij heeft duidelijk te maken met een sterke vis.

Het blijkt dat ik het landingsnet nog niet klaar had gemaakt. Een korte spurt naar het foedraal en terug. Gehuld in een waadpak is dat altijd een komisch ogende happening. Onderweg terug draai ik het net op de steel. Als ik op de stek arriveer komt de vis voor het eerst boven water. Een prachtige winde moet de strijd opgeven. Gelaten laat het beest zich in het net dirigeren.

Het is een echte ouderwetse bak van een winde. Met gepast respect wordt de vis op de onthaakmat gelegd. Hier kunnen we er even goed kijken. Een vis zonder ook maar een schrammetje. Te mooi om er geen foto van te maken.


Een prachtig exemplaar voor Lambert.

De dag is eigenlijk al geslaagd. Vissen van dit kaliber staan hoog op ons verlanglijstje. Na het loslaten van Lambert zijn eerste vangst met de dobber sinds jaren, drinken we even een bakje koffie en worden de eerste boterhammen naar binnen gewerkt. Mijn handen zijn ijskoud. De uren erna volgen elkaar gevoelsmatig in hoog tempo op. We hebben heerlijke gespreksstof met zijn tweeën. We bespreken onze sport, maar ook allerlei familie perikelen komen uitgebreid aan de orde.

Vangen is voor mij vandaag niet meer nodig. Ik geniet van het gezelschap. Met volle teugen. Was de winde een toevalstreffer? We vragen het ons hardop af aan de waterkant: ‘Er zou toch ook brasem moeten zitten? Die moeten toch te verleiden zijn met een paar maden, aangeboden tegen de rivierbodem?’

We gaan het plan aanpassen en zetten een pak grondvoer in. Ik haal een pak Nashbait halibut Frenzy uit de tas en mix het met een gedeelte van het grondvoer dat Lambert bij zich heeft. Een handvol maden, wat hennep en een paar pellets maken het grondvoer compleet.


Precisiewerk aan de Maas.

Met zijn enorme kolenschoppen van handen kneedt Lambert een aantal voerballen. Als een volleerd Jeu de boules-speler werpt hij de voerballen op de stek. Minutieus worden de ballen gedropt. Vol goede moed gaan we even later weer aan de slag. We hebben nog een paar uur de tijd. Na een half uur vangt Lambert een prachtige rivierbrasem en niet veel later nog een.  Dat voeren werkt dus wel.

Om een of andere reden krijg ik geen aanbeet. De hele dag blijft het stil. Ik doe mijn stinkende best om ook van de nul af te komen. Bij zijn tweede brasem klinkt het schertsend dat het al 3-0 is. Ik kan er wel om lachen, zeker als hij het zegt: ‘Volgende week weer opnieuw proberen!’ Het wachten is echt op stabieler water en stabieler weer.

Het is in deze tijd van het jaar vaak lastig als je bent aangewezen op een specifieke dag van de week om te kunnen gaan vissen. Maar zoals Barry Stevens het vroeger al pakkend wist te zeggen in de soundmixshow: “Geef nooit op, vooral doorgaan…” En dus gaan we er volgende week gewoon weer volle bak tegenaan.

Tot volgende week,
Leon Haenen

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Witvisperikelen: Weerzien
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Visser in de maak ( deel 1 )
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Vooroordelen
Willem Moorman -