WitvisPerikelen 48

WitvisPerikelen 48

Door Leon Haenen

Vroeger noemde mijn vader me wel eens oneerbiedig ‘pakezel’ als ik weer eens met mijn hele hebben en houwen richting de waterkant toog. Op een of andere manier zit dat in mijn genenpakket. Ik kan vaak moeilijk kiezen wat ik wel en niet meeneem… en dus neem ik vaak te veel mee. Gaan de vissen vandaag de voorkeur geven aan statische presentatie? Willen ze liever een traag geviste dobber? Misschien noemen anderen mijn tic besluiteloosheid, ik probeer het doordacht te noemen… dat klinkt toch ook veel interessanter. Vandaag is het niet anders.

Ik ga vandaag op stap met mijn Barbantse maat, Frans Vogels. Hij gaat vandaag voor het eerst aan de visserij met de dobber op barbeel geloven. Hij wil eens ervaren hoe dat gaat op de Maas. We hebben aan het water afgesproken. Als we de lijdensweg van de auto naar de stek hebben doorstaan en we   (ik in elk geval) de ballast van de schouders kunnen gooien, kan de dag van start. Het water stroomt werkelijk perfect.

De waterstand is in een woord subliem te noemen. Het is alleen wederom ellendig koud. Er waait een vieze wind die recht op ons afkomt. Dit bemoeilijkt het vissen met de dobber omdat je montage telkens de neiging heeft om richting de oever te drijven. We besluiten samen dat Frans stroomafwaarts gaat staan en ik stelling ga nemen op het wat moeilijkere stuk stroomopwaarts. Ik leg hem grof uit wat de bedoeling is en we tuigen ieder onze eigen hengel op.

Voor de gelegenheid vist hij met een van mijn dobbers. Een 8-grams uitvoering. Voordat ik begin met vissen voer ik de stek eerst aan. Ik heb twee soorten pellets gemengd van Nashbait die ik iets geweekt heb. Vervolgens zijn ze voorzien van een gezonde dosis Halibut juicer. De pellets dienen als basis samen met een paar liter hennep. Tot slot gaan er een hoeveelheid kurkdroge maden het water in.


Aan het voer zal het vandaag echt niet liggen.

Ik heb er onwijs veel zin in. Vandaag moet de eerste goede dag van het jaar worden. Het zal me niet gaan gebeuren dat ik twee weken achter elkaar zonder een aanbeet huiswaarts keer. Kom op zeg! Van een afstand zie ik dat Frans niet lekker vist. Hij heeft moeite om de juiste drift te vinden. Daarbij is hij van start gegaan met een defecte molen. Tijdens het uitpakken is de molen op de grond gevallen en een van de lippen van de molen die normaliter onder de reelringen bevestigd wordt, is volledig afgebroken. Dat maakt het allemaal niet makkelijker.

Ik heb als reservemolen enkel een centerpin liggen, dat ga ik hem voor een eerste keer niet aandoen. Dat werkt niet. Het word dus behelpen voor “Frenske” en dat vind ik erg vervelend voor hem. Hij laat echter de moed niet in de schoenen zakken en probeert met het gegeven het beste ervan te maken. Naast het defect aan de molen vist hij eigenlijk te dik voor de dobbervisserij. Ik denk dat het 26/00 nylon is. De lijndikte in combinatie met de dunne oogjes aan zijn overigens sublieme matchhengel zorgen ervoor dat de lijn ook niet lekker loopt. Hij wil het toch proberen. Respect!

Elke inworp vliegen er steevast een paar maden het water in. Door de wind ben ik genoodzaakt de katapult te gebruiken, anders krijg ik ze niet ver genoeg het water in. De wind staat recht op de oever. Na een half uur in het water te hebben gestaan met mijn zomerse waadpak trekt de kou al aardig op. Even naar de auto een extra jas halen, dit is wel erg koud.  Ik geniet althans van elke drift die ik maak.  De Maas stroomt vandaag perfect en ik krijg sterk de indruk dat we te maken hebben met een stabiele waterstand. Dat vind ik persoonlijk altijd erg prettig. Inworp na inworp wordt gemaakt.


Constant wordt de stek voorzien van allerlei lekkers.

Het kan gewoon niet lang duren of er moet vis komen. Na een uur rolt de eerste brasem aan het oppervlak. Weliswaar ver buiten het voerspoor, maar toch.  Ik reageer er enthousiast op. Frans heeft de vis ook gezien. Het grote verschil tussen Frans en mezelf is dat hij echt altijd op zoek is naar barbeel en ik eerlijk gezegd net zo blij ben met een paar mooie brasems of een enkele winde op een dag. Frans heeft zich echt gespecialiseerd in het vissen op barbeel en hecht weinig waarde aan bijvangsten. Niks mis mee, hij is daarin niet de enige. Ik vis zelf ook echt graag op barbeel, maar ben eigenlijk blij met alle vissen die ik mag vangen.

Weer een half uur later verschijnt de eerste brasem op de stek. Echt óp de stek. Voor mijn gevoel heb ik nu al succes. Nergens in de Maas komt een vis boven water, behalve waar wij staan te vissen. We doen dus blijkbaar toch iets goed. Niet veel later laat zich weer een mooie platte zien. Dan komt er tot drie maal toe een winde aan het oppervlak. Duidelijk herkenbaar. Recht voor mijn neus.  Het moet nu enkel nog een kwestie van tijd zijn voordat mijn dobber uit het zicht gaat verdwijnen. Drift na drift koerst mijn presentatie over de stek.

Geen enkele beweging. Ze moeten er zijn. Daar ben ik zeker van. Doe ik nu iets fout? Langzaam begin ik aan mezelf te twijfelen. Nog maar eens de diepte peilen. Ik vis exact zoals ik behoor te vissen. Dan toch maar eens even net boven de grond vissen. Dan weer eens met een serieuze overdiepte vissen. Ik probeer het hele arsenaal aan mogelijkheden, maar weet geen enkele vis te verleiden. Wat is dit? Na een paar uur stopt Frans met trotten. Hij besluit toch om te schakelen naar de statische manier van vissen.

Hij monteert twee pellets aan zijn zinkmontage en werpt deze in. Vervolgens komt hij een tijdje buurten. Op zijn ‘Cruijfiaans’ spreekt hij de woorden: “Tja, als er geen montage in het water ligt, dan kun je ook geen aanbeet krijgen hè?”…. Een waarheid als een koe. Ontspannen zit hij achter me op de grond. We praten over van alles en nog wat en amuseren ons eigenlijk kostelijk.  Uit het niets zie ik hem op enig moment opspringen en naar zijn hengel spurten.

Ik wist niet dat de ‘ouwe’ Vogels zo snel was. Voor ik er erg in heb staat hij met een kromme hengel. Hij heeft een barbeel gehaakt! Whow! Terwijl hij met zijn waadpak in het water staat neemt de vis een enorme spurt stroomafwaarts. De druk op de hengel is groot, maar met het materiaal van Frans mag dit normaal gesproken geen probleem zijn… vandaag echter wel.


De eerste aanbeet van de dag is voor Frans… en hoe!!

Plots valt de hengel slap en is de vis weg. Enigszins beteuterd staat Frans in het water. Hij kijkt heel even met een gebogen hoofd naar het water. Dat is balen. Dit was er een. Ik had het hem erg gegund, maar helaas. Het blijkt dat de onderlijn is gebroken. Dat maakt het gevoelsmatig misschien nog wel erger. Even later ligt alles weer in stelling en komt hij terug bij me zitten. We krijgen nog bezoek van twee andere fanatiekelingen. Chris Koekoek komt even buurten. Niet veel later krijgen we bezoek van Jos Raaijmakers. Gezelligheid ten top!

Als gevolg van allerlei twijfelingen in mijn kop schakel ik ook om naar de statische manier van vissen, maar lang houd ik dat vandaag niet vol. Ik wil de vissen met de dobber kunnen vangen. Dat zinkvissen heb ik deze winter lang genoeg moeten doen. Terug het water in. Uur na uur gaat voorbij. Ik krijg geen enkele beweging. Ik kan het bijna niet geloven. Het is nu al twee uur. Ik sta hier al vanaf acht uur in het water.

Mijn knieën zijn enorm verstijfd en ik krijg last van mijn schouders. Even pauze. Als ik op de oever zit en van een bakje koffie geniet rent mijn maat voor de tweede keer de 50 meter met handicap in 3 seconden. De handicap is in dit geval het waadpak waarin hij gehuld is.  Van ver horen we zijn slip gieren. Zijn baitrunner staat open en de vis vertrekt er met een enorme vaart vandoor. Het is grappig om hem zo over de oever te zien denderen.

Ik ben ervan overtuigd dat dit een recordtijd voor hem is wink Feit is wel dat hij voor de tweede keer vandaag met een kromme hengel staat. Ik roep van ver dat hij rustig moet doen. Deze vis mag niet worden verspeeld. Als hij de hengel in zijn hand pakt, mag hij nog twee tellen genieten van de dril. Dan valt de lijn weer slap. Gelost deze keer. Balend blijven we beiden achter. Dat had de tweede vis van de dag kunnen zijn. Aan het geweld van de hengel te zien, was dit weer een beste vis.


De enige herinnering aan de tweede aanbeet van de dag.

We gaan blanken. Ik voor de tweede keer achter elkaar. Ik troost me met de gedachte dat ik niet de enige ben. Het hoort er bij. In deze tijd van het jaar moet je ook een beetje de dag mee hebben. Ik kan niet kiezen. Ik moet het hebben van die ene dag per week.  Het is spijtig dat we net op deze dag te maken hebben hadden met een lagedrukgebied. Ik denk toch dat de weersverandering een rol speelt. Dat weet ik eigenlijk wel zeker.

Als ik thuis kom zit mijn vrouw met onze drie kinderen aan de keukentafel huiswerk te maken. Het eerste wat de oudste vraagt als ik binnenkom is: “En pap… weer niks?”

Tot volgende week,
Leon Haenen


ANDEREN LAZEN OOK

image description
Witvisperikelen: Weerzien
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Visser in de maak ( deel 1 )
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Vooroordelen
Willem Moorman -