image description

Weerspiegeling 73 : Wonderschoon en triest in één.

Door de corona zijn onze afspraken meerdere keren in de soep gelopen. Misschien niet zo charmant geformuleerd, maar als het zo vaak gebeurt, voelt het op enig moment wel zo aan. Robin komt al meerdere jaren en is een verwoed visser.

Met zijn Engelse roots weet hij de mogelijkheden in Nederland op waarde te schatten. Voor vandaag heb ik een bestemming gekozen, waar de Nederlandse kenmerken en mogelijkheden optimaal tot hun recht komen.


Er waren meer mensen onderweg.

Omdat Robin is aangewezen op het openbaar vervoer, hebben we afgesproken bij het station dat het beste past in mijn route. Vooraf heeft Robin nog even gecheckt of zijn vispas op het betreffende water geldig is en gelukkig kon hij dit bevestigen. En zo rijden we van het station naar onze bestemming. Een plek waar ik ondertussen een paar jaar niet meer ben geweest. Soms gaat dat zo, maar nu gaat het er weer van komen.

Een half uur komen we aan en moet ik eerst proberen of de sleutel van het hek bij de helling nog functioneert. Na wat trekken schiet deze open en ben ik gerust gesteld dat de rit hier naartoe niet voor niets is geweest. Ondertussen staat Robin al te fotograferen, want Nederlandser dan hier kan haast niet. Molens en brede vaarten in een wijds landschap met een opkomende zon.


Een dag vol beloften........ of toch niet?

Nadat de boot klaar is voor de tewaterlating begint het manoeuvreren, want het is allemaal een beetje krap hier. Robin bewaakt de blinde hoek en zo schuift de trailer perfect het water in. Dan de combinatie nog even goed parkeren, want daarvoor is evenmin veel ruimte, en dan kunnen we vertrekken.

Ik kies eerst voor een ondiep stuk water dat vrijwel altijd helder is. De bestemming van vandaag is ook ingegeven door de wens van Robin om snoek te vangen. De vaarten waar we ons nu bevinden bieden goede mogelijkheden, zo weet ik uit het verleden. En het stuk water waar we aan de slag gaan, heeft voor mij dan ook mooie herinneringen.


Mooie weerspiegelingen.

We slepen tot waar het water dood loopt. Onderweg heeft Robin de eerste aanbeet, maar de vis schiet al snel weer los. Erg gretig zijn ze waarschijnlijk nog niet. Op de terugweg vaar ik op de elektromotor en werpen we het hele stuk uit, aan weerszijden van de boot. helaas komt er geen enkele reactie. Het lijkt er op dat het hier niet anders is dan op de wateren waar ik de laatste tijd heb gevist en dat waren er veel verschillende.

Dan komen we op dieper water en zet ik groot kunstaas uit. Robin gebruikt vooral zijn eigen materiaal, hetgeen meer voldoening geeft wanneer je er mee vangt. Bovendien heeft hij spullen bij zich uit de oude doos en dingen die niet zo geschikt zijn om mee van de kant te vissen. En zo zijn we lekker bezig met een heel assortiment aan lekkernijen voor de vissen en nu maar kijken of ze er zin in hebben.

We zien een visser die vanaf de oever vist en ik denk dat onze lijnen de zijne niet zullen raken. We zijn al een heel stuk verder als ik constateer dat de spoel van de reel op de hengel in het schroefwater helemaal is afgelopen. Ik kan het me nauwelijks voorstellen, want ik had hem toch flink strak gezet. Mogelijk is de plug toch ergens achter blijven hangen.

Enfin er is nog niets verloren en ik begin de lijn weer op te spoelen. Dan begint de visser op de oever ons kenbaar te maken dat we toch een lijn van hem te pakken hebben. Achteruitvaren dan maar en bemerken dat de lijnen uit zichzelf los komen. Zo dat hebben we dan ook weer gehad.


Zo triest!

We zijn nog maar goed en wel weer op weg als ik opnieuw vast raak. Dit gaat lekker zeg. Nu heb ik andermaal een lijn opgepikt en haal de spullen naar de boot. En wat er dan tevoorschijn komt maakt ons heel erg verdrietig. Een grote dode snoekbaars komt in de oppervlakte. Maar dat is niet het enige, want er zit heel veel spul aan elkaar vast. Een grote Westinshad en een doodaasdobber maken ook deel uit van de kluwen, waarbij nog meer zooi hangt.

Het is een hele klus om alles te ontwarren. Het meeste is nog goed bruikbaar ook. De shad kan simpel worden gerepareerd en is geheel bruikbaar met jighaak en stinger. De dobber is splinter nieuw. Robin is er blij mee, maar het verdriet vanwege de dode snoekbaars drukt de stemming. Deze laten we vanzelfsprekend achter. De haak waaraan het aas bevestigd was zit helemaal achter in de keel. Hoe en in welke volgorde deze zooi is ontstaan blijft een raadsel, maar het blijft triest.


Een mooi koppel komt voorbij.

Eindelijk kunnen we nu echt verder en slepen heel wat af, zonder enige actie helaas. Na enige tijd keer ik de boot om nog een ander stuk in het kanalenstelsel te bevissen. Zo komen we weer langs de helling en vervolgen onze weg op een stuk water met aan weerszijden wegen. Dat wil zeggen dat er aan de ene kant een fiets - en wandelpad is en aan de andere kant ook auto's.

Dit geeft wel afleiding en is ook wel nodig want verder valt er niets te beleven. Ondertussen proberen wij heel wat kunstaas uit, maar het maakt geen enkel verschil. Ook treffen we veel meer plantenresten die af en toe hinderlijk in de motor en hengels blijven hangen. Wat onveranderd mooi blijft is de omgeving en daar genieten we dan ook van.


Eindelijk de eerste vis in de boot.

Eindelijk is daar die verlossende aanbeet op een stuk water waar de wind op staat. Dit betekent geen drijvende zooi op het water en meer actie. De snoek die Robin heeft gehaakt kan even later worden geschept en wij zijn blij dat er eindelijk actie is. En nu maar hopen dat er meer komen. Voorlopig niet, zo zal blijken.

Dan komen we op een stuk water dat vrij ondiep is, uit de wind ligt en waarin ontzettend veel plantenresten drijven. Wij varen er maar snel doorheen, want dit is geen doen. Dan komen we bij een kruising waaraan ik goede herinneringen bewaar. En hoewel wij erg goed ons best doen, er gebeurt helemaal niets. We gaan zo langzamerhand terug want de dagen zijn immers veel korter in de wintertijd.


Een dag waarop je de vissen minder mist, omdat het gewoon schitterend is.

Het slechte stuk passeren we snel en we zien een andere boot met vissers die niet slepen. Later zien we hen op een kruispunt met dobbers vissen en met dood aas. Maar eerst krijgen wij opnieuw actie op hetzelfde stuk water waar we de eerste vis vingen. Helaas gaat deze tijdens de dril verloren. Als ik de plug, een krijgertje, nog eens goed bekijk, trek ik de conclusie dat de haken te klein zijn voor deze bolle plug. Inmiddels zijn ze dan ook vervangen.

We hebben het stuk water waar we twee aanbeten kregen nog een extra afgevist, maar zonder resultaat. Dan maar weer verder en dan passeren we de boot met de doodaasvissers. Zij blijken meer succes te hebben dan wij en lijken me echte locals, die hun stekken goed kennen. Wij varen dan het laatste stuk naar de helling af en zien prachtige taferelen bij die ondergaande zon.


Hier kwamen we dus voor.

Gelukkig weten we ook nog een snoek te arresteren en zijn er blij mee, want het was al met al toch een taaie boel. Daarom begin ik met opruimen en wanneer we de helling hebben bereikt, is de rest ook snel klaar. Dan moeten we even weer organiseren om het hek te openen en de trailer goed in positie te krijgen. Het lukt allemaal prima en dan begint de reis naar het station.


Ten slotte nog een eenzame fietser.

Ik zet Robin bij het station af en we nemen afscheid van elkaar en van een wonderschone dag. We zien elkaar waarschijnlijk weer in het voorjaar. Tenminste als de corona geen roet in het eten strooit.