Vanaf de kant op snoek! (Deel 18)



Vanaf de kant op snoek! (Deel 18)

Door Sjak Kroet

Afgelopen vrijdag 13 november moest onverwachts een dagje beurs geannuleerd worden. Dat was balen, maar gelukkig is er vandaag genoeg ruimte voor het snoekvissen. Het is mistig buiten, waterkoud en het lijkt erop dat het weerbeeld langzaam begint te kantelen. Deze kanteling naar het koudere weer is voor het slepen met een dode aasvis prima. De geur die de dode aasvis achterlaat in het koude water maakt elke roofvis hongerig.

Vandaar dat ik liever met sardines of spieringen sleep dan met voorns of baarzen; de geur van de zeevissen is vele malen sterker. Ben onderweg naar een verbindingssloot, de Goorloop, die vanuit de Zuid-Willemsvaart afwatert naar het riviertje de Aa. De autorit duurt door de mist een stuk langer dan normaal. Vergeleken met gisteren is het buiten maar een sombere en trieste bedoeling! Voor de afslag van het dorpje Keldonk rij ik een ventweg op die tussen het kanaal en de Goorloop mij naar het viswater stuurt. Parkeer de auto stroomafwaarts bij een bruggetje. Een kikker springt voor mijn voeten weg, het is de eerste gast in de mist.


Eerste gast in de mist.

De Goorloop is altijd in beweging. De vele stroomversnellingen, stuwen en bochten zorgen voor een ultiem snoekwater!Ook de splitsing waar het water van de Goorloop de Aa treft, is een echte hotspot! De diverse bruggetjes zijn prima objecten om de aasvis nauwkeurig te laten ronddobberen, dus genoeg kansen voor de roofvisser. De loopkant is hier niet alleen stijl, maar ook vooral ruw en glad.

Er ligt echt van alles, dus voorzichtig struin ik met de stroom mee en volg de dobber op een meter of vijf vanaf de kant. De auto is door de mist al niet meer te zien. Mijn ogen staren alleen maar naar de roodwitte snoekdobber die door de stroming richting een eerste stuw geduwd wordt. Ik heb er altijd vertrouwen in, voor mij bestaat er geen ideaal snoekweer, als die dobber maar onderploft!

Langzaam stuur ik de dobber voorbij een obstakel in het water. Een tak die in de stroming een hoop vuil heeft opgevangen, wordt door de lange hengel optimaal ontweken. Net voorbij het obstakel kruipt de dobber ineens meer naar het midden toe… Probeer de sardine iets terug te sturen… de sardine is gepakt en de dobber knalt onder… wat een moment! Stijf van de zenuwen wacht ik op een tegenreactie… de dobber schiet krachtig weg.

Haal flink door en zet de haak. De hengel vangt de eerste klappen van de snoek goed op en een mooie kantvis geeft leuke sport in een mistige ochtend. De enkele dreg zit mooi in het scharniertje, perfect gehaakt. Ik voer de druk iets op zodat ik de snoek snel kan scheppen. Een mooie snoek zakt in het net. Meteen los ik de enkele dreg uit het scharniertje, een tang is niet eens nodig. Top!


Tang niet eens nodig, top!

De hengel, het schepnet en het koeltasje met aasvissen leg ik even op de kant. Ik zet de snoek vlak bij het obstakel terug. Het koffiemoment is verdiend, lekker met een broodje kaas! De mist verdwijnt langzaam. Het sombere weerbeeld wat grijs en grauw is, zal de zon vandaag geen kans geven. Als een nieuwe sardine haar weg volgt, net achter een stuw, en ik nog nageniet van dat lekkere broodje kaas, zie ik de dobber tot twee keer toe heftig schokken.

Zal wel een kleine snoek zijn… Heel langzaam draai ik de vislijn wat korter onder de hengeltop. Het contact met de sardine is er nauwelijks en de dobber zakt opnieuw weg. Nog geen kwartier later na de eerste snoek en sta weer met een kromme hengel! Het stroomt hier sowieso al stevig, maar zo achter die stuw is dat gevoel dubbel en is de snoek nog sterker dan zonet.

De dobber schiet van links naar rechts. De snoek wil nog niet naar boven komen dus ik stel de slip wat strakker af. De dril is prachtig. Voor het eerst komt ze omhoog en even later glijdt er een snoek van 75 cm in het net. Binnen! Dit zijn toch prachtige kantvissen waar mijn roofvishart sneller van gaat kloppen. Het nemen van een goede foto is met deze mist op de zelfontspanner geen makkie: “Op hoop van zegen dan maar…”


“Op hoop van zegen dan maar…”

Een grauwgrijze dag wordt zo voor mij nog mooi ingekleurd! Aankomende zondag ga ik met twee hengels achter een spoorbrug vissen. Heb daar van de week al een aantal keren gevoerd. Koppen, staartjes en alle andere restanten van makrelen, spieringen en sardines, fungeren - als het goed is - nu als lokvoer. Ben benieuwd wat het statisch vissen daar zal losmaken…


ANDEREN LAZEN OOK

image description
Kantsnoek 143
Willem Moorman -
image description
Kantsnoek 142
Willem Moorman -
image description
Kantsnoek 141
Willem Moorman -