Van wrakbaars tot Schlegels roodbaars

Van wrakbaars tot Schlegels roodbaars

”Wordt vervolgd”, schreef Peter Dohmen onder de meest recente bijdrage die het zoute magazine Zeehengelsport het afgelopen jaar publiceerde over de ‘Wrakbaars van de Oosterschelde’. En inderdaad, met de nu volgende zeer lezenswaardige bijdrage van aquatisch ecoloog Menno Soes is dat vervolg er. Zou het raadsel hiermee dan definitief zijn opgelost..?

Om een verloren uurtje toch nog nuttig te besteden, surfte ik wat rond op de website Totalfishing.nl  Op deze altijd lezenswaardige site trok een nieuws-item met de titel ‘Wrakbaars in de Oosterschelde?’ en geschreven door Peter Dohmen de aandacht. De hengelvangst van een dergelijke grote vissoort in Hollands kustwater zou toch wel heel spectaculair wezen.

Bij het doorlezen van het stuk bleek echter dat die ‘wrakbaars’ slecht een eerste veronderstelling was en dat nog lang niet duidelijk was om wat voor een vissoort het hier precies ging. De vis waar het allemaal om draaide was op 11 april 2008 gevangen door Carlo van Rijen op de Oosterschelde voor de kust van het Goesse Sas. De vangst vond plaats vanaf het vanuit Colijnsplaat varende ms. Desiré van schipper/eigenaar Joop Zoeteweij. Carlo viste op de bodem met een onderlijn met dwarrellijnen van Amesia-rood en daarop een haak no. 2, beaasd met een cocktail van kweekzagers en -zeepieren.


De op 11 april 2008 door Carlo van Rijen op de Oosterschelde gevangen vis van opzij….

Hij had zojuist ingegooid en was nog lijn aan het bijgeven, toen de vis het aas al greep. Carlo weet dan ook niet of hij de vis nu op de bodem heeft gevangen of dat het aas al werd gegrepen tijdens het zinken. In ieder geval was de vis mooi in de lip gehaakt.  

Wrakbaars?
Toen de circa twintig centimeter grote vis eenmaal aan dek lag, was het voor Carlo en zo’n 25 ooggetuigen totaal onduidelijk om wat voor een vis het hier ging. De vis is na het maken van enkele foto’s weer losgelaten en zwemt mogelijk nog steeds rond in de Oosterschelde.  Foto’s van de vis werden later opgestuurd naar Peter Dohmen, de hoofdredacteur van o.a. Zeehengelsport,  die dacht te maken te kunnen hebben met een wrakbaars, maar de foto’s zekerheidshalve doorstuurde aan verschillende experts. Een mengelmoesje van determinaties was het resultaat. De determinatie als wrakbaars was nog steeds de meest overtuigende, maar aangezien er beslist geen eenduidigheid was in de determinatie door experts, besloot Peter er toch maar een vraagteken achter te zetten.


....En van boven gefotografeerd.

Nu is die wrakbaars (Latijn: Polyprion americanus; Engels: Stone Bass) al eens daadwerkelijk in Nederlandse wateren gevangen. Een 50 cm groot exemplaar werd op 18 januari 2006 op zo’n honderd kilometer uit de kust ter hoogte van de Hondsbossche Zeewering door een boomkotter gevangen op circa 26-28 meter diepte. Deze vis is uiteindelijk in het Natuurhistorisch Museum Rotterdam terecht gekomen, waar ze ook nu nog wordt bewaard.   De wrakbaars heeft een enorm verspreidingsgebied, maar in de Noordzee is het een zeer zeldzame verschijning en het exemplaar uit 2006 was de eerste die bekend is geworden uit Nederlandse wateren. De vis van Carlo vertoont weliswaar de nodige gelijkenis met een jonge rakbaars, maar er zijn toch duidelijke verschillen in onder andere de lichaamsbouw en de vinnen.

Een typisch kenmerk van de wrakbaars is de krachtige, benige richel die over het kieuwdeksel loopt. Deze richel is bij de vis uit de Oosterschelde niet te zien. Deze vis heeft echter wel diverse stekels op de kop die bij de wrakbaars niet aanwezig horen te zijn. De wrakbaars moest vervolgens dan toch worden afgevoerd als mogelijkheid. Maar wat is het dan wel? 

Roodbaarzen
De al eerder genoemde stekels en het aantal vinstralen wijzen in de richting van de soorten van het genus Sebastes, met andere woorden de roodbaarzen. Van dit genus komen vier soorten voor in de Atlantische Oceaan en de bijbehorende zeeën. Deze soorten maken door hun rode kleuren de naam roodbaars over het algemeen waar. Ook al zijn met name jonge dieren vaak minder overtuigend rood gekleurd, de totale afwezigheid van roodachtige tinten in de vis van Carlo was toch opmerkelijk. Bovendien lukte het me niet meer dan 13 stekels te tellen in de voorste rugvin.

Dit terwijl de Atlantische soorten er 15 dienen te hebben. Verder zoekend in de literatuur bleek de vis van Carlo ook in andere details afwijkend van de Atlantische soorten.  Me realiserend dat het nu toch wel erg ingewikkeld begon te worden, heb ik er via een forum hulp bijgehaald. Dit leverde net als bij Peter een variatie aan determinaties op, die me er wel van overtuigden dat het niet om een wrakbaars of een Atlantische roodbaars ging, maar verder helaas ook geen fatsoenlijk alternatief opleverden. Dan toch maar zelf een poging wagen. 

Pacifisch
Vasthoudend aan het idee dat het een Sebastes zou moeten zijn, kwamen de Pacifische soorten in beeld. Met rond de honderd soorten zijn dat er echter nogal wat. Van de Amerikaanse soorten bestaat een goed overzicht, maar ondanks enige gelijkenis was er geen één soort die honderd procent paste. Toen maar de Aziatische soorten bekeken. Daar rolde direct een fatsoenlijke determinatie uit: Sebastes schlegelii. De tellingen van de vinnen, het kleurpatroon en de drie stekels op het neusbeen die ik bij geen enkele andere soort vermeld kon vinden, het paste allemaal precies. Ondertussen was ook Richard Lord, een Engelse visexpert, tot dezelfde conclusie gekomen: Sebastes schlegelii was minimaal in de goede richting. 


Over de auteur
Ir. Menno Soes is als aquatisch ecoloog werkzaam bij adviesbureau Bureau Waardenburg. Daarnaast is hij gastmedewerker op het gebied van vissen bij het Leidse Museum Naturalis. In Naturalis is o.a. de beroemde Von Siebold-collectie opgenomen, met zowel een duidelijke link naar de fauna van Japan, als naar professor Schlegel. Von Siebold was een tijdgenoot en goede kennis van Schlegel, die in 1862 tekende voor het standaardwerk ‘Visschen’ uit de reeks ‘Natuurlijke Historie van Nederland’. Vanwege die link heeft Menno Soes deze bijdrage aan Zeehengelsport onder de vlag van Naturalis  gedaan.

Aquatic Invasions
Tot nu toe was het een leuke puzzel geweest maar nu moest de determinatie worden ‘afgemaakt’. Zeker gezien de afwijkende meningen van diverse experts moest de boel goed worden dichtgetimmerd. Zowel Richard als de auteur zijn absoluut geen specialisten op het gebied van roodbaarzen of Pacifische vissen en het zou dan ook een heidens karwei worden dit zelfstandig op te lossen. Tijdens de speurtocht was echter wel duidelijk geworden dat zowel Joy Orr (Verenigde Staten) als Yoshiaki Kai (Japan) dit wél zijn.


Schlegels roodbaars in volle glorie. De gelijkenis met de op de Oosterschelde gevangen vis is hier goed te zien.  Foto: Yoshiaki Kai

Vervolgens is contact gezocht met beide wetenschappers en dat leverde tot mijn grote vreugde een bevestiging van de determinatie op. Samen met Yoshiaki Kai heb ik daarna een kort artikel geschreven over deze bijzondere ‘dwaalgast in het Nederlandse kustwater, dat ondertussen is gepubliceerd in Aquatic Invasions, te vinden op
www.aquaticinvasions.ru 

Schlegels roodbaars
Om de vis te voorzien van een naam die blijft hangen, was het vervolgens zinvol hem een Nederlandse naam te geven. In het Engels zijn er de namen ‘Black Rockfish’ en ‘Korean Rockfish’, maar omdat beide namen ook voor andere soorten worden gebruikt, zijn ze eigenlijk niet bruikbaar. Schlegels roodbaars rolde vervolgens als een goede optie uit de bus. Die naam verwijst naar zijn Latijnse soortnaam, die op zijn beurt weer eer bewijst aan Hermann Schlegel (1804-1884).  Deze Duitse zooloog was in de negentiende eeuw meer dan dertig jaar verbonden geweest aan het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden, het huidige Naturalis. Hier hield hij zich vooral bezig met vogels, maar ook andere gewervelde dieren boeiden hem. De focus lag daarbij op Oost- en Zuidoost-Azië, maar Schlegel heeft ook aan de Nederlandse fauna gewerkt.


Onderwateropname van de Schlegels roodbaars uit het Osaka Aquarium Kaiykan Japan.

Dit leverde in 1862 het standaardwerk ‘Visschen’ op, uit de reeks ‘Natuurlijke Historie van Nederland’, het eerste betrouwbare overzicht van onze visfauna. Al met al een man die een eerbetoon verdient en hopelijk wordt de naam Schlegels roodbaars vanaf nu dan ook gemeengoed. De Schlegels roodbaars heeft een oorspronkelijk verspreidingsgebied dat de kusten van Japan, Noord- en Zuid-Korea en de noordoost China beslaat. Hier is het een algemene vis, die te vinden boven een rotsachtige bodem tot op een diepte van circa 100 meter. De dieren zijn eierlevendbarend, wat inhoudt dat de bevruchte eieren net zolang door het vrouwtje worden vastgehouden, dat het jong bij het vrijkomen van het ei direct uit dat ei breekt en dan meteen al vrij zwemmend is.


De eerste Nederlandse wrakbaars (Polyprion americanus) wordt bewaard in het Natuurhistorisch Museum Rotterdam (NMR) Foto: Kees Moeliker, NMR

De juvenielen zijn gevonden bij drijvend zeewier en dit is waarschijnlijk een belangrijke manier voor deze soort om zich te verspreiden. Bij een lengte van 20-30 centimeter zijn ze volwassen en zijn het echte bodemvissen geworden. Echt groot worden ze niet en sportvissers die al hebben lopen fantaseren over het naar boven takelen van wrakbaarzen van één-twee meter zullen wat teleurgesteld zijn. Maar ook de Schlegels roodbaars is met een maximale lengte van 65 cm toch een respectabele sportvis.  

Een blijvertje?
Over de kansen van de Schlegels roodbaars om het te redden in Europese wateren weten we eigenlijk niks. Klimaatomstandigheden zullen geen belemmering zijn, aangezien ze in het oorspronkelijk leefgebied onder vergelijkbare omstandigheden voorkomt. Behalve een gerucht dat een Schlegels roodbaars zou zijn aangetroffen bij de kust van Noorwegen, zijn er geen andere gevallen bekend buiten het oorspronkelijk leefgebied. Sowieso is de vangst van Carlo buitengewoon opzienbarend. Volgens Jay Orr, die werkt aan een opiniestuk hierover, zijn er geen andere gevallen bekend van Pacifische vissoorten in de Atlantische Oceaan. Tja, dan wordt het wel erg moeilijk om iets zinnigs te zeggen. Feit is wel dat er een groot aantal ongewervelden zijn die uit de Pacifische Oceaan afkomstig zijn, maar het uitstekend doen in de Oosterschelde.Denk maar aan de Japanse oester.
 
Bron
Rest nog de vraag hoe deze soort in de Oosterschelde terecht is gekomen. Ook dan blijft het speculeren. In Azië is de Schlegels roodbaars een geliefde consumptievis, die vooral in Korea veel wordt gekweekt. Het ligt het meest voor de hand dat de vondst in de Oosterschelde hier iets mee te maken heeft. De meest plausibele verklaring zou volgens sommigen dan ook zijn dat ze Nederland is binnengekomen als aquariumvis en toen ze toch wat minder geschikt bleek is losgelaten in de Oosterschelde. Wie doet nu zo iets? Er zijn al verhalen van zeepaardjes die zijn losgelaten in de Oosterschelde, dus misschien is het niet zo’n heel onwaarschijnlijke mogelijkheid…


Roodbaars (Sebastes marines) Dit exemplaar van 9,02 kg is het huidige NCRZ-record.
Foto: Martin Wijnia

Een andere optie is dat de vis is meegekomen met ballastwater. Het een of ander schip neemt in, bijvoorbeeld Japan, een grote hoeveelheid ballastwater in. Met dit water worden (kleinere) Schlegels roodbaarzen ingezogen. Bij het lozen van dit water kunnen deze dan vervolgens in ander water terechtkomen, zelfs aan de andere kant van de wereld. Dat dit geen broodje aap verhalen zijn, heeft de zwartbekgrondel aangetoond. Deze grondel is met schepen die water hebben ingenomen in de Zwarte Zee terecht gekomen in Noord-Amerika, waar ze nu talrijk voorkomt. Deze zwartbekgrondel is inmiddels ook in Nederland gesignaleerd en wordt zelfs al regelmatig door sportvissers gevangen. Ook in dit geval is ballastwater als meest voor de handliggende verspreidingswijze aangewezen. 

Uniek
Samengevat heeft Carlo een unieke vangst gedaan, waarvan we eigenlijk verder niet veel weten. Zit er maar één in de Oosterschelde of zitten er meer? Gaat het voor deze soort een succesverhaal worden of blijft het bij één curieuze waarneming? Hoe is ze toch in de Oosterschelde terechtkomen?

Eén ding is zeker; mocht je een Schlegels roodbaars vangen, dan zijn we dolblij als je hem meldt!  Menno Soes Naturalis
menno.soes@gmail.com

Deze interessante bijdrage over een

bijzondere vangst op de Oosterschelde is

een van de ook verder zeer lezens-

waardige bijdragen, die u kunt lezen

in uitgave no. 5/2009 van het enige

zilte magazine in de Lage Landen,

Zeehengelsport. Het nieuwe nummer

is vanaf 11 augustus a.s. te koop in de beter

gesorteerde boekhandel en 

hengelsportspeciaalzaak.


Voor interessante abonnementsaanbiedingen, zie:
www.hengelsporthuis.com

Oproep
Zeevissers die een bijzondere vissoort hebben gevangen of bijvoorbeeld op het strand hebben aangetroffen, worden vriendelijk verzocht deze vangst te melden bij de auteur:
menno.soes@gmail.com. Je kunt zo’n bijzondere vangst ook bewaren (conserveren, invriezen) en melden bij het Natuurhistorisch Museum te Rotterdam; zie www.nmr.nl voor de contactgegevens.