Superplatten op de Grevelingen


Superplatten op de Grevelingen

door Kees Westdorp

”Schepnet! klonk er voor de zoveelste keer deze ­middag aan boord van ms.Hendrik II op de ­Grevelingen.  Als laatste vangst van deze dag kwam er een prachtige tarbot van bijna 3 kilo aan de oppervlakte.  En als je dan met negen vissers ook nog eens een dertigtal mooie schollen hebt mogen vangen, dan mag je toch spreken van een meer dan geslaagde visdag…

”Schipper Willem Buitendijk had het ons ’s ochtends al verzekerd: “Vandaag kunnen we erg licht vissen”. Er staat inderdaad nauwelijks wind en van enige stroming is ook al geen sprake. Alleen als de spuisluis op een kiertje gaat,ontstaat er wat lijndruk, maar ook dan kan er nog met heel weinig lood worden gevist.

Het materiaal waarmee ik die ochtend aan boord stapte, bestaat dan ook uit niet meer dan twee stuks Ugly Stik Custom boothengeltjes van 2,70 meter met een werpgewicht van 15 tot 40 gram. Het voordeel en de charme van bijna ieder Ugly Stik model is dat de hengel een harde body heeft, met een zachte, zeer gevoelige top. Die stijve body is nodig om de haak te zetten, zeker op de grote diepte waarop we vandaag vissen, en de zachte top is uiteraard ideaal voor een goede beetregistratie, maar ook om tijdens de dril de klappen op te vangen.

Aangezien ik hier graag met een gevlochten lijn vis,is dat van groot belang om uitscheuren van de haak te voorkomen.Werpen is op de Grevelingen in tegenstelling tot het vissen op bijvoorbeeld de Oosterschelde of Noordzee niet nodig. Als het hard stroomt, zoals op deze wateren, moet je ook van de (grote) boot voldoende ver werpen om goed uptide te kunnen vissen. Maar aangezien het op de Grevelingen niet stroomt, is dat werpen niet nodig. Wél gaat de boot altijd wat zwabberen op de wind.

Wanneer je recht onder de boot vist, loop je niet alleen het minste risico dat andere vissers in je lijn komen, maar is het  voordeel bovendien dat het aas op de drift van de boot langzaam over de bodem sleept. In dit heldere water aast de vis toch deels op zicht. En geloof me: met dit lichte materiaal zijn de aanbeten prachtig om te zien. Vaak trekt de hengel in één keer krom,hangt de vis direct en is het verder een kwestie van binnendraaien. Bij een heel voorzichtige aanbeet pak ik de hengel altijd meteen op en geef wat lijn, zodat het lood stil blijft liggen en de vis het aas vervolgens alsnog in alle rust goed kan pakken.

Als onderlijn gebruik ik een tweehaaks paternoster met plastic afhouders of één met lange sleeplijnen. Meer dan twee haken heeft eigenlijk geen zin als je recht onder de boot vist en eerlijk gezegd: zelfs die bovenste blijkt nauwelijks iets toe te voegen, aangezien je de platvis bijna altijd op de bodem vangt en dus aan de onderste haak, dicht bij het lood.

Wordt er gericht op de bij tijd en wijlen massaal aanwezige wijting gevist, dan ­verandert de zaak. Ik kies dan juist voor een lange onderlijn met drie afhouders om zo het aas ook een stuk van de bodem aan te kunnen bieden. Soms aast de wijting zelfs op een paar meter boven de bodem. De schipper kan dat zien op zijn fishfinder en adviseert in dat geval dan ook om nadat het lood de bodem heeft bereikt, een paar slagen op te draaien.

De wijtingen die op de Grevelingen worden gevangen zijn vaak van jumboformaat. In januari dit jaar vingen wij exemplaren van 45 cm en die wegen dan ruim acht ons.Het gebruik van (bezemdraad)afhouders geniet mijn voorkeur, omdat het op de Grevelingen diep kan zijn; het lood moet soms wel zo’n 25 tot 30 meter zakken voor het de bodem bereikt en dan kun je het beste maar een onderlijn gebruiken, die zo min mogelijk in de knoop raakt.

Als je tóch voor sleeplijnen kiest, houd die dan vrij kort (maximaal 50 cm) en knoop ze uit ca 40/00 nylon. Een dikke haaklijn is stugger en zal op z’n weg naar de bodem dus minder snel om de hoofdlijn draaien. Als haak gebruik ik een Ultra Point no. 2 van Mustad, een sterke haak meteen punt die scherp blijft. Hierop schuif ik een hele zager om een goed geurspoor te maken en misschien houd ik die haak erboven ook wel puur voor het leggen van zo’n geurspoor. Soms schuif ik daartoe ook nog één of twee pieren bij op de haak. Naar mijn ervaring gaan de wijtingen over het algemeen graag voor zo’n leegloper, terwijl de schol juist eerder een zager pakt.

Het water in de Grevelingen is ­werkelijk kraakhelder en hoewel we de schollen toch op zo’n 25 meter diepte vingen, kun je je afvragen of de vis op die diepte niet puur op de geur aast. Het was echter wel heel opvallend dat ik juist op de met fluorescerend gele ­kralen versierde onderlijn veel meer vis ving dan aan mijn andere hengel zonder tierelantijntjes. Als wedstrijdvisser geloof ik helemaal niet in al die poespas voor bij je aashaak, maar het werkte blijkbaar wel.

Of het nu de kleur was of het drijfvermogen van de kraal dat het aas misschien wat natuurlijker liet bewegen, dat zal ik nooit weten… Door het driften van de boot, sleepte mijn aas heel langzaam over de bodem en dat leek mij ideaal. Die gedachtegang veranderde echter weer toen ik enkele weken later opnieuw een dagje met ms. Hendrik II meeging.

Boekingen
ms. Henrik II vertrekt dagelijks van haar ligplaats bij Petitrestaurant Het Dolfijntje aan de Rampweg 15 in Scharendijke (bij Brouwersdam). Voor boekingen, tel (0183) 582724 of 06 – 54203973.

Deze praktische bijdrage over het vissen op schol in de Grevelingen is  slechts één van de weer zeer aantrekkelijke onderwerpen die aan bod komen  in het septembernummer van Zeehengelsport, zat in het teken staat van de platvis. No. 9 van het enige zilte magazine voor Nederland en Vlaanderen is vanaf 6 september 2006 voor € 3,50 te koop in de beter gesorteerde boekhandels en hengelsportspeciaalzaken.
Klik hier voor meer informatie!