Summer time is Spinnerbait time.  ( deel 3 )

Summer time is Spinnerbait time.  ( deel 3 )

Door Berthil Bos
 
Nu we een beetje weten hoe een goede spinnerbait voor het plantenrijk er uit moet zien, gaan we eens kijken hoe deze in de praktijk zijn werk moet doen.

Ikzelf mag erg graag met harige en door veel veren versierde spinnerbaits aan de slag gaan. Natuurlijk hebben deze goed opvallende en haak beschermende lichamen meer weerstand dan een lichaam van rubberen sliertjes of ander kunststof materiaal.
 

Haar en veren geven een groot uiterlijk onderwater en beschermen de haken.
 
Hierdoor moet het loodlichaam ook iets zwaarder genomen worden om de balans optimaal te krijgen, ook bij een wat sneller tempo. Voor de harige spinnerbait gebruik ik normaliter tussen de 40 en 50 gram loodlichamen.

Afhankelijk van het gebruikte spinnerblad kan dit wat naar boven of beneden bijgesteld worden. Ook de wat zwaardere gewichten kan je erg gemakkelijk net onder de oppervlakte vissen, door de hengeltop wat hoger te houden tijdens het binnenvissen. Door de vele veren en haar is de opwaartse druk ook groter en als het spinnerblad ook nog wat groter is vis je hem op dezelfde wijze als de lichtere versie met bijvoorbeeld rubberen sliertjes.

We vissen hoofdzakelijk op snoek en die heeft totaal geen moeite met wat groter kunstaas. De spinnerbait zal in totaal ongeveer een dikke 60 gram gaan wegen en als het water opnemende lichaam verzadigd is een dikke 80 gram. Je kunt trouwens een wat lichte SB-loodlichaam  gemakkelijk wat zwaarder maken als dit nodig is.
 

Door een loodhagel van 7 gram erbij te plaatsen, kan ik net iets sneller vissen.
 
Plaats een ronde of gestroomlijnde loodhagel voor bij de kop, waardoor het gemakkelijk door de planten kan gaan zonder dat het iets oppikt. Voor dit werpgewicht heb je een stevige hengel nodig en dit is natuurlijk niet alleen nodig voor het wegzetten van de spinnerbait.

Je vist midden in de plantenstengels en bij de dril van een snoek moet je wel vermogen in de hengel hebben, om hem of haar uit dit oerwoud te krijgen of te houden. De hengel mag best een werpvermogen van boven de 100 gram hebben, om dit zware werk aan te kunnen. Een jerkbaithengel kan je hier goed bij helpen, alleen vind ik de lengte vaak net wat te kort.

Het vissen in de plantenvelden vergt erg veel sturen met je hengel en dan is wat extra lengte wel een meerwaarde. Ook het variëren van waterdieptes gaat een stuk makkelijker, als de hengel wat meer lengte heeft. 240 á 250 cm is een mooi maat. Net als de hengel moet je ook het andere materiaal voor deze vistechniek aanpassen aan deze zware omstandigheden.

Natuurlijk kunnen we allemaal een snoek aan 20/00 dynema landen, maar probeer dit alsjeblieft niet in het oerwoud. Ten eerste is de balans zoek tussen lijn en hengel, waardoor breuk heel snel op de loer ligt en ten tweede als de snoek zich vast zwemt tussen de stengels, moet je de druk behoorlijk verhogen en dat gaat natuurlijk niet met een dun lijntje. Ook komt veel druk op de knoop te staan, waardoor je beter wat extra trekkracht kan hebben.

Door de dikkere lijnen kan je de opwaartse druk die deze geeft goed benutten en dat is mooi meegenomen bij deze ondiepe visserij. Minimaal 30/00 met een trekkracht van ca. 20 kg. is wel het minimum al mag je van mij best nog veel verder gaan.
 

Om de snoek uit de planten te krijgen moet je wat power over hebben.
 
Komen we bij de onderlijn, die vaak de zwakste schakel is. Dit komt omdat er in een dergelijke onderlijn diverse materialen zitten, waarmee iets kan gebeuren.

Een onderlijn is vaak een persoonlijke keuze, waarbij de gezondheid van de snoek op de eerste plaats moet staan. Je kunt eigenlijk bijna elk materiaal hiervoor gebruiken, maar natuurlijk heb ik ook mijn favorieten die ik in de volgende aflevering (deel 4) met hun voor en nadelen zal benoemen. Ook komt de beste spelt voor deze techniek aan bod. 

ANDEREN LAZEN OOK