Succesvol dropshotten (deel 4)

Succesvol dropshotten (deel 4)  

 
Door Niels Patijn
 
Shads in alle soorten en maten spelen de hoofdrol bij de aaskeuze voor het dropshotten, hoewel natuurlijk aas ook prima valt in te zetten. Er zijn ontzettend veel shads op de markt en elk hebben zij zo hun eigen actie.
 
Ik kan me zo voorstellen dat het voor menig visser erg onoverzichtelijk is. Shads met v-staarten, schoepstaarten of een met een twisterstaart, waar kies je nu voor? Experimenteren is mijn advies. 
 
Naar mijn mening is het belangrijk dat je het kunstaas de kans geeft om zich te bewijzen. Vaak is het vertrouwen in het kunstaas een belangrijke factor tot succes. Vertrouwen krijg je mijn inziens niet door het aas elke vijf minuten om te wisselen. 
 
De staart is bepalend voor de actie van de shad. 
 
Zo zorgen schoepstaarten over het algemeen voor veel waterverplaatsing, v-staartjes geven bij de minste tik al actie en twister(staarten) zorgen voor een bijzonder visueel aspect met tevens veel waterverplaatsing. 
 
Voor de dropshot kies ik het liefst slanke shads. De meeste slanke modellen geven veel actie en kun je op die manier een stuk subtieler vissen, maar dit is ook afhankelijk van het materiaal waarmee de shad gegoten is.
 
De kleurstellingen kun je onderverdelen in natuurlijke kleuren, felle kleuren en speciale kleurencombinaties. De kleurkeuze kun je laten afhangen van de helderheid van het water, de kleur van de bodem, het soort aasvis dat aanwezig is en misschien ook wel de invloed van de zon. 
 
Er moet worden meegenomen dat vissen de kleuren wel anders waarnemen dan ons. Gaande weg zul je merken dat sommige kleuren op een bepaald water er bovenuit springen. Soms verschilt dit per periode, soms kan de kleur zelfs per dag uitmaken. Ook bij de kleur is het zelf experimenteren weer van belang.
 
Beginnende vissers over verschillende kunstaasdisciplines raad ik aan voor een aantal reeds “bewezen” modellen te kiezen in verschillende kleurstellingen. Je kunt bijvoorbeeld shads nemen met een relatief monotone vorm met een v- of schoepstaart. 
 
Wanneer je die kiest van gerenommeerde merken zoals bijvoorbeeld Spro, Lunkercity en Fox Rage is de kans groot dat deze ook van goede kwaliteit zijn. Als je het dropshotten wat onder de knie hebt kun je nog altijd switchen in je kunstaasbox en nieuwe of totaal andere modellen uitproberen.
 
De laatste tijd zie je dat bijvoorbeeld grondelimitaties heel erg opkomen in de markt en niet geheel onterecht, het miegelt immers van deze visjes in veel Nederlandse wateren. Je kunt dus inspelen op de situatie door je kunstaas af te stellen op wat er voorkomt op een water zoals visjes of amfibieën. 
 
Om nog een voorbeeld te noemen; ik geloof dat het vorig jaar september was. Tijdens een sessie zagen we een hele hoop kleine kikkertjes zwemmen in een gedeelte van een vaart waar we geregeld de baars belagen met de dropshotmethode. Beiden vingen we matig, tot een van ons een mini ‘kikkershad’ op de haak prikte en we daarna met de kikkerimitatie echt goed vingen.
 
Jens Patijn met een stekelridder afgelopen winter.
 
Het prikken van de shad afhankelijk van de te gebruiken dropshothaak. Hieronder staan twee beschreven mogelijkheden om je shad te monteren. 
 
Een daarvan is door de shad enkel door de kop te prikken. Het voordeel van het prikken door de kop is, vind ik, dat de shad een optimale actie krijgt. De shad kan op deze manier elke kant op bewegen. Voor het vissen met deze wijze van prikken gebruik ik altijd een korte ronde dropshothaak. De haak mag kort zijn omdat het kunstaasje toch enkel aan de haakbocht bevestigd is. De wijde haakbocht zorgt voor goede haakkansen. Wel moet je er even op letten dat de haakpunt iets voor de neus van de shad uitsteekt om het inhaken te stimuleren.
 
Een mogelijke wijze van de shad monteren: het prikken door de neus.
 
Ook kun je de shad gewoon in zijn geheel op de haak schuiven. Hier gebruik ik meestal een dropshothaak met een lange steel voor. Op deze wijze komt de dropshothaak verder in de rug uit en kunnen de haakkansen groter zijn, zeker op dagen wanneer de vis niet geheel over de shad ‘schuift’. De actie wordt hier echter weer wel door ingeperkt. 
 
Het gebruik van (staart)dreggen laat ik zoveel mogelijk achterwege bij het dropshotten, enkel als het echt nodig is. De vis zuigt de shad vaak volledig naar binnen en dan volstaat een enkele haak. Wanneer de vis een stuk voorzichtiger is en bijvoorbeeld telkens enkel de staart te grazen neemt wordt er alsnog een dreg gemonteerd.
 
Een shad kan volledig op een dropshothaak met lange steel worden geschoven.
 
Naast shads liggen er nog -tig van mogelijkheden voor de aaskeuze op de dropshot. Wat dacht je van een dood aasvisje. Ook die kunnen worden aangeboden via de dropshot en reken maar dat het de nodige roofvis oplevert.
 
Iets wat zeker niet mag vergeten worden is gewoon een dikke worm of zelfs een tros maden op een dropshothaak. Als je in een grote school met kleine baars zit kan het plezier vaak niet op. Wel is het nadeel dat je geregeld het aas zal moeten verversen en dat vind ik dan weer een groot voordeel bij de kunstaasvisserij. Zelfs snoekbaars is met wormen te verleiden.
 
Je kunt de, weliswaar aangepaste, dropshotmontage ook inzetten voor het vissen op witvis, wat inmiddels bekend staat als ‘silverdropshotten’. Zelf heb ik hier afgelopen winter een aantal sessies aan besteedt met leuke vangsten als resultaat. Ik denk dat deze techniek zeker potentie heeft en deze zal in de loop der tijd misschien wel doorontwikkelt worden. Meer over de techniek silvershotten kan gevonden worden in de laatst geschreven artikelen van Bart Debaes op Total Fishing.
 
In deel 5 komt het aller belangrijkste aan bod: de dropshottechniek in de praktijk.