image description

Struinen met Jaimy deel 32 : Bellyboaten en Nachtsnoeken deel 2

Toen ik het stukje van vorige week teruglas besefte ik mij dat er nog een aantal facetten van de besproken visserijen nog niet de revue waren gepasseerd. Het leek mij daarom leuk hier nog een stukje aan te wijden.

Het zal onmogelijk zijn om alles wat in mijn hoofd zit op een paar pagina’s vast te leggen, maar ik zal proberen de belangrijkste zaken toe te lichten! Afgelopen week stond er weer een sessie in het donker op de planning. Samen met mijn maatje Sven trok ik erop uit om de snoeken achter de schubben aan te zitten. Zoals ik vorige week al aangaf zijn er snoeken die zeker in het donker actief zijn, maar de activiteit snachts is beduidend lager. Hierom is het zaak om ook de kleine dingen in oogschouw te nemen. Al deze kleine dingen kunnen het verschil maken tussen vangen en blanken! Vorige week gaf ik ook al aan dat door de aanwezigheid van stadslicht de snoek je aasje makkelijker kan vinden, maar er zijn meer truckjes om het contrast of de aandacht van aanwezige snoeken te verhogen. Zo speelt ook de keuze van je aasvis hier een belangrijke rol in. Ik kies er graag voor om een grote aasvis in te zetten. Dit heeft twee voordelen, namelijk; 1. een grote aasvis zal meer opvallen en 2, een grote aasvis zal aantrekkelijker zijn voor een snoek. Het kost minder energie en levert meer energie op, logisch toch? 


Deze snoek vergreep zich in een flinke bliek

Zeker als er veel stadslicht aanwezig is kies ik er graag voor een bliek of kolblei aan de haak te hangen. Deze vissen hebben meer omvang dan een voorn en schitteren ook nog eens meer door hun zilveren kleur. Beide zaken die de zichtbaarheid vergroten. Een andere mogelijkheid is om vette zeevis, zoals makreel e.d. te gebruiken. Ook is het mogelijk je aasvis te injecteren met zalmolie of iets dergelijks om op het reukvermogen van de snoek in te spelen.


Dressuurwater + stadslicht = nachtsnoek!
 
Welke stekken ik graag bevis heb ik vorige week al de revue laten passeren, maar ook hier wil ik iets uitgebreider op in gaan. Je verwacht al snel dat je de snoeken strak tegen de bodem moet zoeken in de koude winterperiode, maar dit gaat niet altijd op. Zeker de snoeken die actief zijn liggen vaak hoog in het water. Ik kies er dan ook vaak voor mijn dobber op half water af te stellen. Dit is een kwestie van uitproberen. Vergeet het ook niet vlak langs de kant te proberen. Aasvis zoekt, zeker in het donker, vaak de kanten op om te schuilen en vriend snoek maakt hier uiteraard gretig gebruik van. Gezien de snoeken toch gewoon minder actief zijn is het zaak om, ook op een hotspot, toch meerdere stukjes af te vissen. Op deze manier maak je gewoon meer kans een actieve “nachtsnoek” tegen het lijf aan te lopen. Wat betreft het vissen met kunstaas op nachtsnoek, hier kom ik later nog een keer op terug!


Een van de vele snoeken van afgelopen sessie!
 
Ook was het afgelopen weekend weer tijd om er met de bellyboat op uit te gaan. En met succes kan ik wel stellen! Samen met mijn maatje Sven wisten we zo’n 15 snoeken en een aantal hele mooie snoekbaarzen en baarzen te vangen! Ook hier heb ik vorige week het een en ander over geschreven en zal ik deze week wat dieper op een aantal zaken ingaan.


Bijvangst waar je U tegen zegt!

Het riggen van de aasvis is een belangrijk aspect. Uiteraard prik je de dreg bij het slepend vissen door de bek van de vis. Er zijn diverse stoppertjes op de markt om de aasvis op de haak te houden. Ik kies ervoor om een postbode elastiek in stukken te knippen en deze op de haak te prikken nadat ik de vis door zijn bek heb geprikt. Dit werkt net zo goed en kost nagenoeg niets! Indien ik een grotere aasvis gebruik en dan doel ik op aasvissen van 20cm en groter, dan gebruik ik een extra stinger om de haakkans te vergroten. De stinger prik ik dan in de zijkant van de aasvis. Deze stinger monteer ik met een kleine speld aan de bestaande onderlijn. Mocht ik van aasvis wisselen dan hoef ik niet mijn hele onderlijn te veranderen, maar monteer of verwijder ik gewoon deze stinger.


Ook kwam er weer een prachtige baars de boot in!

Vorige week gaf ik aan dat ik graag hengels met een reel gebruik in de bellyboat. Verder prefereer ik ook korte hengels bij deze manier van vissen. Vaak vis ik in havens en andere obstakelrijke stukken van het water. Hierdoor is het soms wat lastig manoeuvreren tussen de aangemeerde boten e.d. Ook komt het voor, zeker in havens, dat je wel eens vastloopt. Iedereen met een bellyboat weet dat dit een vervelend fenomeen is, aangezien je gewoon niet zo wendbaar bent in een bellyboat en je uiteraard maar een kant op kan varen. In deze situaties is het gewoon prettiger om met korte hengels te vissen. Je hoeft daarnaast ook niet ver uit te werpen dus is de keuze makkelijk.


De dikste van afgelopen sessie! Bij een rietkraag vandaan geplukt.

Als het aankomt op de diepte waarop we vissen kies ik er graag voor mijn kansen te spreiden. Meestal stel ik een montage af zo’n 50 tot 100cm van de bodem en een montage op half water. Het is dan vaak even kijken wat de rovers op dat moment prefereren. De helderheid en diepte van het water spelen hierin een belangrijke rol. Bij helder water zal het iets minder relevant zijn, aangezien ze je aasvis toch al snel voorbij zien komen. In troebel water zal je meer moeten zoeken waar de rovers zich qua diepte ophouden. Wil je gerichter op snoekbaars vissen, vis dan niet te hoog!


Deze snoekbaars vergreep zich in een grote bliek!

Ook de lengte van je onderlijn speelt hier een belangrijke rol in. Vorige week gaf ik aan een wat zwaardere dobber te kiezen. Doordat we slepend aan het vissen zijn zal je aasvis wat omhoogkomen. Je lood zal echter vrij recht onder je dobber hangen, mits je zwaar genoeg vist natuurlijk. Hierdoor kies ik ervoor de onderlijn niet te lang te maken in tegenstelling tot het doodazen vanaf de kant, waarbij een langere onderlijn zorgt voor minder weerstand voor de vis en deze dus minder argwaan zal hebben. Ik gebruik bij het slepen onderlijnen van maximaal 30 a 40cm.


Het doodlopende stuk leverde deze mooie snoek op!
 
De stekken die ik graag bevis heb ik ook vorige week de revue laten passeren. Ook gaf ik aan dat het weer/windrichting sterk bepaalt waar de aasvis en uiteraard ook de rovers zich ophouden. Iedereen kan wel invulling geven aan het vinden van hotspots. Wat echter in mijn ogen een ondergeschoven kindje is, is de locatie op de betreffende hotspots. Een van de belangrijkste tips die ik hierin kan meegeven heeft betrekking op de Oostkant van het water. In de koude maanden van het jaar komt de koude wind veelal uit het Oosten. Om deze reden bevindt zowel de aasvis als de roofvis zich vaak aan de Oostkant van het water, omdat de kant/kade of bebouwing zorgt voor luwte. Dit kan zomaar een halve graad schelen. Dit gaat natuurlijk op voor iedere situatie en niet alleen voor het vissen vanuit de bellyboat (ook voor het snoeken in het donker!).


Tijd om naar huis te gaan!

Via deze weg wil ik iedereen alvast fijne kerstdagen toewensen! Ik heb de komende weken nog een aantal vrije dagen gepland dus er gaat zeker nog gevist worden.

Tot volgende week!

Voor vragen kunnen jullie me altijd benaderen op Facebook of Instagram!