Sein kleines Paradies, mijn hel! ( deel 2 )

Sein kleines Paradies, mijn hel! ( deel 2 )

Door Bart de Baes

De verkoper leest de vertwijfeling in mijn ogen, en probeert die te sussen. “Ga eens kijken, maar dan wel zonder hengel”, haalt hij aan, “het is er zo mooi dat je toch zult verkocht zijn”.

Vooral als hij het heeft over de kloof waar de beek door moet wordt hij helemaal lyrisch. Het is er zo prachtig, zo verlaten, er komt nooit iemand, want je kunt er enkel door de rivier bij. “Ich nenne es mein kleines Paradies” Ik noem het mijn kleine paradijs. Het is mijn exponentiële rustplaats als het hier in de zaak weer eens hectisch is geweest.

We gaan kijken, en ik besef al gauw dat ik aan de lokroep van dit watertje niet zal kunnen weerstaan.


Een beekje met sterke lokroep.

Sterk afwisselend qua stroomsterkte, er zijn poelen, het loopt van breed naar smal, het uitzicht past in een vliegvisdroom. Bovendien is het super helder, dit in tegenstelling tot de andere rivieren die we passeerden op de weg er naar toe. De meesten daarvan hebben last van de regen en zijn bruinig en ruig.

Waarschijnlijk heeft deze bovenloop hier minder last van inkomende afvoerbeken, en is de kans dat het hier echt bruin wordt klein. In de avond heb ik de vergunning voor de volgende dag dan toch in mijn hand.

Om zes uur staat mijn wekker, maar nog ruim ervoor ben ik op. Mijn rug voelt stijf aan, het zal toch geen waar zijn hé, dat die roet in het eten zal gooien. Ik drop al het  nodige gerief in de auto. Blijkbaar heeft het deze nacht geregend. Dat komt perfect uit.

Het water zal misschien iets gekleurd zijn, dus op zijn best. Ik zie het vreselijk zitten. De nevels hangen in de vallei, en hier en daar kan ik het niet laten om snel even te stoppen om wat foto’s te nemen.


Zachte nevels in het dal.

Vlot rij ik de parking voor bergwandelaars op. De koffer gaat open om het waadpak te grijpen. Ik heb de keuze uit een neopreen versie met rubber laarzen of een ademend pak met waadschoenen en vilten zolen.


Neopreen of ademend waadpak?

Het is nog goed fris, en dit soort beken heeft altijd ijskoud water, dus is het neopreen de logische keuze. Bovendien stroomde het water gisteren niet zo hard, en zal ik de antislip werking van de vilten zolen niet echt van doen hebben, denk ik. Als ik mijn sandalen uit doe valt me op dat mijn voeten wel heel ver blijken te zitten, de rit heeft mijn hernia’s geen deugt gedaan. Een reden temeer om voor de vlotheid van het neopreen pak te kiezen.

Ik tuig snel de hengel op. Mijn te gebruiken reel is nieuw. Ik was op mijn snuistertochten op het web naar Oostenrijkse vliegvisinformatie namelijk op onderstaande filmpje gestoten.



Mijn nieuwsgierigheid was gewekt, en even later vond ik ook een review over deze reel.: http://www.rbe.nl/vissport/vissen/Bold-reel.pdf (Mijn persoonlijke ervaringen ondertussen met deze reel zijn net op dezelfde manier te beschrijven als die van deze auteur.)

In het filmpje doen ze de voordelen uit de doeken van een semi-automatische reel. Ik werd meteen een ‘believer’. Het kleinood, door Spaanse vliegvissers ontworpen, werkt een beetje als de Daiwa Viento, maar dan veel sneller. Door aan de hendel vooraan te trekken haal je telkens zowat 2.5 meter vliegenlijn binnen.

De loshangende lijn die tijdens het drillen altijd wegspoelt en daarna zo vriendelijk is om overal waar enigszins mogelijk is te blijven haperen, wordt bij deze heel snel opgespoeld, terwijl je linkerhand verder de lijn blijft bedienen, prachtig. Dit houdt dus in dat je eigenlijk met één hand je vis kunt drillen.

Het leek me ook handig om vlotter te verkassen, maar vooral om de grotere vissen te scheppen. Als je met één hand kunt drillen, en met de andere rustig het schepnet kunt grijpen en verder bedienen, moet dit luxe zijn. De prijs van deze zoutbestendige Thinkfish Bold reel is ook wel luxueus, maar ik had het ervoor over. Thuis had ik er al wat mee geoefend zodat ik het “hendelen“ zeker onder de knie zou hebben. Het bleek een fluitje van een cent.


De glooiende heuvel.

Ik stap de glooiende heuvel af, richting water. Mijn eerste blik er op doet me wat schrikken. Waar is dat rustig kabbelende beekje van gisteren, dat vanuit mijn droom? Het is een stevig bruisend riviertje geworden, en bovendien sterk gekleurd. Het doorzicht is ongeveer 10cm, en de moed zakt me wat in mijn laarzen. Dit komt niet echt goed. Het zijn echter mijn laatste dagen hier, dus ik moet wel doorzetten als ik nog wat wil vangen. Vanavond verwachten ze overal veel regen in de streek, dus het zal er niet beter op worden.


Stevig bruisende rivier.

Ik monteer alvast een beetverklikker in de vorm van een opgeregen stukje pauwenveer. Bij de eerste worpen merk ik al dat het stukje pauwenveer meer drijfvermogen nodig zal hebben om boven te blijven in de kolkende rivier. Een grotere en dikkere versie wordt op de leader geregen.

In de eerste honderd meter krijg ik van vis geen actie, van het water zelf des te meer. Kniediep gaan staan is er niet bij, want dan spoel ik weg. Ik moet dus overwegend erg ondiep blijven. Niet alle stekken zijn zo goed aan te gooien. Wat verderop moet ik zelfs helemaal uit het water omdat het vlak naast de oever al te diep is.

Ik moet onder een weidedraad en mijn natte vest geeft door middel van een stroomstoot aan dat hij en goede geleider is. Er moet dus vee in deze weide zitten. Na een bocht rond een heuvel staan inderdaad een paar Alpen-koeien. Normaal is dit een rustig ras waarmee ik nog nooit problemen had.

Eén van de beesten schudt plots met zijn kop, loeit, en komt in mijn richting. Op de plaats waar een uier moet zitten hangt een mini-versie van de “truzel” die je pakken moet op een kinderdraaimolen. Direct erachter hangt een mini-uier, maar dan zonder spenen.

Ola, die denkt dat ik concurrentie ben voor zijn harem, en mijn “runds” is niet voldoende om hem uit te leggen dat dit niet de bedoeling is. Ik moet dus weer de elektriciteitsdraad onder, en liefst snel. Dat komt goed, maar waar ik nu sta is het waden nog erg moeilijk, en het vissen lijkt me hier onmogelijk. Strompelend ga ik vooruit, steeds bedachtzaam voorop voelend met de voeten.

Bij een binnenbocht kan ik wat normaler stappen. Aan de overkant staan de bomen een halve meter onder water. Het is duidelijk dat de rivier een stuk hoger staat dan normaal. Net voor die bomen lijkt het wel een bevisbaar stuk, maar mijn pogingen leveren niets op.

Ik nader de opening van de kloof waar de eigenaar zo lyrisch van werd. Het is hier inderdaad heel erg mooi. Zo ruig, en wild als het maar kan. Dit maakt het vissen zeker niet makkelijker, maar ik kan best wel van de omgeving genieten. De waterspreeuw die dit gebiedje ingepalmd heeft kan ik dicht benaderen, mooi. De voorbijflitsende ijsvogel heeft even geen tijd. Voor een sprinkhaan zo groot als mijn pink haal ik toch snel even het fototoestel uit.


Reuzensprinkhaan.

Geritsel in het struikgewas doet me even schrikken. Blijkbaar ben ik hier toch niet alleen. Een paar lieve, wat angstige ogen kijken me vanachter een boompje aan. Vooruit dan jij mag ook even op de foto.


Een nieuwsgierig kalf.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Peter dobbert door… naar 2023…
Willem Moorman -
image description
De haken en ogen van een Noorse vistrip (17)
Marc Borst -