Rivier in het vizier 7

Rivier in het vizier 7

Door Yvo Bindels

2 oktober 2006
De jaarlijkse zeevistrip naar Denemarken is verplaatst naar maart. Nu zitten we in het Duitse Laboe. Mooi appartement met uitzicht op de haven. Wiel, Hans en ik vissen enkele dagen vanaf een viskotter op kabeljauw. In het plaatselijke café horen we dat de vangsten ronduit slecht zijn. Na een onrustige nacht gaat dan eindelijk de wekker. Vol goede moed zoeken we de viskotter op.


Naambordjes op de reling. Even zoeken waar de onze staan. Klopt dit wel? We staan letterlijk schouder aan schouder. Natuurlijk aan de zijkant van de boot omdat we laat geboekt hebben. De buren komen niet opdagen, waardoor we zo’n anderhalve meter plaats per man krijgen. Overal staan hengels tegen de reling. Van strakke carbonlatten tot glasvezelpoken met slechts drie ijzeren geleide ogen.

De visserij hoeft zo ruw niet. We gebruiken strakke spinstokken met een werpgewicht van 100-150 gram. De molen krijgt zwaar werk te verduren en moet tegen een stootje kunnen. De spoel is gevuld met 150 mtr meter gevlochten 25 ponds lijn. Aan de driewegswartel komt een 50cm lange onderlijn en een 10cm lang zijlijntje. Beiden van 60/00 mm nylon. Lekker stijf, zodat het zaakje tijdens de worp en het pilkeren niet in de war geraakt.  De pilkers variëren in gewicht tussen de 50 en 125 gram, afhankelijk van de driftsnelheid van de boot. Aan het zijlijntje kan eventueel een bijvanger bevestigd worden. Twister en vlieg zijn hiervoor prima geschikt. Japans rood of zwart heeft mijn voorkeur. Pilkers hebben we in allerlei kleuren en modellen. Meestal kijk ik goed om me heen op wat er gevangen wordt.


klaar om te starten

De eerste worpen zijn altijd spannend. Drift is er nauwelijks en het water is zo’n 12 meter diep. Al snel hang ik er een lichtere pilker op. 75 Gram komt makkelijk bij de bodem. Steeds als de pliker de bodem bereikt, wordt deze weer omhoog getikt. Na vele worpen eindelijk actie. Een klein kabeljauwtje heeft m’n pilker gepakt. Onthaken en terug het zeewater in.  Wiel is de eerste die een mooie kabeljauw haakt. Dat blijft ook de enige vis van formaat vandaag.

De morgen erna is het nog drukker dan gisteren. Feestdag in Duitsland en helemaal volgeboekt. Overal kruist er dyneema.  Veel vissers snappen niks van de drift. Ontspannen vissen is er echt niet bij. Naarmate de dag vordert, voel ik de ergernis toenemen. Zouden ze nu echt niet snappen dat de kapitein de boot telkens draait? Dan weer stroming naar links, dan weer naar rechts. Om en om, gelijke kansen voor eenieder. Aanwijzingen helpen niet.


schouder aan schouder

Net als gisteren bijten hoofdzakelijk kleine kabeljauwtjes. Af en toe loopt een groter exemplaar ertussen, maar er is nauwelijks actie. De laatste worpen van de dag. Ik laat de pilker zakken en sluit net voor het bereiken van de bodem de beugel. Harde aanbeet. Aanslag en hangen. Dan weer een beuk. Eindelijk een zware dril. M’n vermoeden wordt bevestigd. Twee vissen van formaat hebben zich vergrepen aan pilker en twister. Kabeljauwen van zo’n 60 tot 65 cm. Enige hoogtepunt van vandaag.We twijfelen over een derde dag. Laten we het nog één dag aanzien. Die dag vangen we meer verdwaalde pilkers dan vissen. Dit heeft geen doel. Ontspanning die we zoeken, vinden we niet hier. We zijn het er over eens. Laten we snel het zoete water in eigen land gaan opzoeken.

Vrijdagmorgen
Remco is vandaag weer m’n maatje. Hoewel m’n broer nog steeds het varen erg leuk vind, wordt de roofinteresse sterker. Steeds meer vragen worden gesteld. Hoe diep duiken die plugjes? “Drie meter.” Waarom vissen we altijd kort bij de oever? “Omdat er meer structuur op de bodem is, er meer prooivis zit en de bodem er hard is.” Niet alle vragen kan ik zo makkelijk beantwoorden.

Zeker windkracht 5. Omdat we langs de windkant van de plas vissen, is het opletten geblazen. De extra moeilijkheidsgraad ziet Remco eerder als uitdaging. Houdt de boot goed op koers. Twee hengels zijn onder deze omstandigheden meer dan zat. Ondanks dat er op drie meter veel vis op het scherm te zien is, komen we niet verder dan een klein baarsje. Probeer maar even iets ondieper.
De boxer spit over de bodem. Ik haal hem dichterbij. Vlak achter de boot nu. Ik zie 1.5 op de visvinder. Net als ik wil zeggen dat het iets dieper mag, krijg ik een harde aanbeet. Slip komt er aan te pas. Kopschudden van grote baars. Wat een bak! Flink kopschudden tijdens de duimgreep. Prachtige rover, echt stukje antiek. Ik denk dat de vis wel eens dichter bij de 50 als de 40 cm kan zijn. Meetlint geeft me gelijk, 46cm.

Ondiep varen blijkt de sleutel tot succes. De hornetjes worden op 2 meter water direct weer aangevallen. Double hook-up. We vangen nog enkele kapitale baarzen op die manier. De vissen zijn op volle oorlogssterkte. Dan opeens een andere dril. Meters lijn vliegen van m’n molentje. Moet snoek zijn. De vis blijft erg wild en het kleine haakje zit maar in een velletje vast. Normaal zou ik ‘m in het water losgetikt hebben. Deze keer laat ik Remco even het gebit van de vis zien. “Woow, wat een tanden!” Vind ie wel ruig.

We concentreren ons op een stuk oever van zo’n tweehonderd meter lang. Dat is de plek waar het allemaal gebeurt nu. De baarzen wachten er om binnenkort de nabijgelegen winterstekken op te zoeken. Ze zitten er massaal en blijven bijten. De tijd vliegt voorbij. Prima sport en zeker welkom na het tegenvallend zoute avontuur. Ik leg Remco uit dat de door zojuist hem gevangen baars van 45cm, voor velen een droom is. Het zegt hem eigenlijk niet zo veel.


prima sport

Zaterdagochtend
Ik vertel Sando waar de vis gisteren geconcentreerd bijeen lag. Tijdens het optuigen van de hengels varen we even over de stek. “Zo ondiep?” vraagt Sando. “Ja, gisteren wel.”
Beiden kiezen we voor een firetiger hornetje van 4 cm. De eerste drift m’n hengel krom. Een kogelronde baars is woest. Een mooie veertiger. Prima start.
Vooral als de plugjes over de harde bodem tikken, komen de aanvallen. Het is een gekkenhuis. Iedere drift meerdere aanbeten. Soms twee hengels krom. Vele baarzen, waartussen enkele kapitale vissen worden netjes in het water onthaakt. Sando kan het bijna niet geloven, wat een vis hier. Een mooi gaaf exemplaar van 45cm mag even op de foto.

Na het verspelen van het laatste hornetje, blijken ook de mosaplugjes geliefd. Kleur maakt niks uit vandaag. Formaat wel. Plugjes van 6 cm leveren amper aanbeten op. Ook de vaarsnelheid is erg belangrijk. Een gegeven dat door veel vissers onderschat wordt. De snelheid ligt bij ons nu iets lager dan in de vroege zomer. Vooral dikke baarzen lijken nu een voorkeur te hebben voor iets trager gevoerd kunstaas.

Eigenlijk ben ik even verzadigd wat baars betreft. Hier moet toch zeker snoek tussen zitten. Sando is het met me eens. Vier hengels met groter aas. Twee bulldawgs, ssr en pikefighter zwemmen over de stek. Na enkele meters is het al raak. M’n steunhengel staat te bonken. Een mooie snoek is de dader. Echte wildebras. Hooguit tachtig cm. Ik zie dat de buikdreg met één haak in de mondhoek zit. Pak de tang om de vis in het water los te wippen. Net als Sando daar een plaatje van wil maken, schiet de vis nog een keer weg. Tijdens een acrobatische sprong vliegt de supershadrap uit de bek. Geweldig! Sando laat me trots de camera zien. Sprong vol in beeld.


acrobatische sprong

Het uur erna geen snoek meer te bekennen. Dan even de Maas op. Vlak voor de ingang van een klein zijwatertje wordt mijn big bullet ontmaagd door een snoekje. Het dikke plugje hoor je tijdens de dril nog ratelen. De stalen boot zal wel als klankkast dienen. Met kleine snoekjes is het altijd opletten. Blijven wild. De grotere exemplaren zijn veel minder gevaarlijk. De lange tang kan het visje in het water van de haak ontdoen.

Sando’s fatso is gegrepen. “Huw, een hanger?!” Kan niet, de plug liep amper een meter diep. Boven de plek des onheil zie ik nog net de wartel van de onderlijn. Wat zit hier in het water? De dieptemeter geeft drie meter aan. De kunstaasredder haakt zich snel. Trekken en nog eens trekken. Geen beweging. Na lang prutsen trek ik het koord van de kunstaasredder over. Shit, wat nu? De redder hang dus over de onderlijn. Sando gaat over de rand van de boot hangen. Kan net de wartel van de onderlijn pakken. Dieper komt hij echt niet. Sando trekt zo hard hij kan. Dan knapt iets. De onderlijn heeft het begeven. Redder en fatso weg. Hoort erbij, maar nooit leuk.

Onze vistijd is inmiddels verstreken. Terwijl Sando terug vaart, ruim ik de boot op. In de haven motor en visvinder eraf en het zeil over het bootje. Ieder z’n eigen taak en zo gepiept. Op de terugweg rijden we langs de hengelsportzaak en schaffen direct een nieuwe kunstaasredder aan. Onmisbaar voor kunstaasvissers.