Pulskor vloot wordt alsnog uitgebreid met tweeënveertig kotters

Pulskor vloot wordt alsnog uitgebreid met tweeënveertig kotters

Door Ron Smits
 
Nederland heeft het toch voor elkaar gekregen om op korte termijn de pulskor vloot met 42 kotters, die in de pulsvisserij hebben geïnvesteerd, uit te breiden tot 84 kotters. 
 
Frankrijk heeft met steun van de Europarlement sinds 2012 de Nederlandse pulskorvisserij geblokkeerd. De techniek is ongeveer 20 jaar geleden in Nederland ontwikkeld. Vele kotters hadden inmiddels al geïnvesteerd in deze nieuwe manier van vissen. Voor deze vissers dreigde er een forse schadepost toen Brussel geen toestemming verleende om de pulskorvloot te verdubbelen. 
 
Pulskorvisserij: stroomstootjes van ca. dertig volt doen tong en schol opschrikken, waardoor ze uit de zandbodem omhoog komen, zodat ze in het net belanden.
 
Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) liet het hier echter niet bij zitten en is bijzonder inventief geweest om de inmiddels tot pulskorvisserij omgebouwde vissersschepen toch uit te kunnen laten varen. Zij baseerde zich op artikel 14 van de Europese Visserijverordening. 
 
Dit artikel geeft de lidstaten de mogelijkheid om, in het kader van de aanlandplicht, alle methoden te onderzoeken om ongewenste bijvangsten te voorkomen. Zo heeft de universiteit van Wageningen (IMARES) opdracht gekregen om een grootschalig wetenschappelijk onderzoek te doen naar de pulskorvisserij en alle milieuvoordelen (in de meest brede zin van het woord) ervan. 
 
De Euro Commissie heeft onze staatssecretaris alle steun toegezegd om dit project uit te voeren en is bijzonder te spreken over de Nederlandse aanpak. Deze is gericht op een verdere verduurzaming van de visserij, waarbij nauw wordt samengewerkt tussen overheid, de sector, de wetenschap en maatschappelijke organisaties. 
 
Om het onderzoek mogelijk te maken geeft ze op korte termijn tweeënveertig extra vergunningen uit voor pulskorvisserij. Aan dit belangrijke proefproject voor het milieu (verduurzaming van de visserij) en onze economie wordt er een uitgebreid monitoring- en kennistraject gekoppeld.
 
Over enkele weken verwacht de staatssecretaris met een projectplan te komen. Total Fishing volgt dit op en houdt u op de hoogte.
 
Inmiddels wil de Belgische overheid aan twee garnalenvissers een voorlopige ontheffing verlenen voor de periode van twee jaar om, onder wetenschappelijke begeleiding, een project op te starten voor de garnaalvisserij met behulp van pulskorvisserij. Op dit moment is België op zoek naar twee potentiële garnaal vissers voor dit project.
 
Garnalen pulskor.
 
Op 23 augustus 2010 werd een eerste demonstratievangst met de pulsvisserij gehouden op de Noordzee en de resultaten zagen er heel goed uit. Er was veel minder bijvangst (50 % minder) en de natuur op de zeebodem werd veel minder beschadigd, aldus Kees Taal van de universiteit in Wageningen.
 
De bijvangst betekende vroeger dat de dode vissen en ondermaatse vis weer over boord gezet werden, tot de aanlandplicht werd ingesteld. De aanlandplicht zorgt ervoor dat alle bijvangst aan wal werd gebracht. De aanlandplicht moest voorkomen dat gevangen goede en verkoopbare vis alsnog over boord gezet werd voor nog betere vis.
  
Door de ankerkettingen en het slepen van het net direct over en in de zeebodem, betekende vroeger dat alles wat in de baan van het net op de bodem leefde, dood achter bleef of dood in het net zat. Door stroomschokjes van 30 volt uit te stoten wordt de platvis van de bodem opgeschrikt en komen in het veertig centimeter hoger gelegen net terecht. Hoe hoger de stroomstoten, hoe groter de vis.
 
Een verlaging van de bijvangst met 50 % wil zeggen dat voor elke kilo gevangen vis er nu maar één kilogram bijvangst is, wat bij de traditionele boomkor visserij nog twee kilogram bijvangst was. Bovendien blijft er nu geen dode zeebodem achter. 
 
Omdat het net nu hoger gevoerd kan worden is ook het diesel verbruik van de vissersschepen nu ongeveer 30 % lager. Ook dit is een voordeel voor het milieu omdat er minder koolwaterstoffen (CO) uitgestoten wordt. Na het proefproject wordt nog verder onderzocht om nog doelgerichter op de platvis te vissen, zodat nog minder bijvangst en nog minder ondermaatse vis in het net verdwijnt.
 
Minder bijvangst wil zeggen dat er meer ondermaatse vis en andere vissoorten voort blijven leven en direct of indirect is dit voor de sportvisserij, maar ook voor de beroepsvisserij hoopgevend. Dit betekent dat bij de huidige quota dat er 50.000 ton minder bijvangst is alleen al op de Noordzee dan vroeger bij de traditionele boomkor visserij. 
 
Tot op heden is mij geen commentaar, negatief of positief bekend van milieuorganisaties, terwijl het commentaar op de traditionele boomkorvisserij heel negatief was. Een win-win situatie voor de beroepsvisserij, voor de economie, voor de consument en zeker ook voor de sportvisserij op het zout water.
 
Overzicht toegestane vangst en hetgeen er daadwerkelijk is gevangen in  tonnen over 2013 (benutting Nederlandse quota 2013 over het jaar 2013, volgens het visserij registratie en informatie systeem).
 
Als we volgens de hierboven vermelde opgave de totalen van de vissoort bekijken zien we dat alleen bij de tarbot en griet sprake is van een overbevissing met 55 ton, zijnde 2,12%. Bij de rest van de vissoorten is het vangstquotum niet gehaald. 
 
U mist in dit overzicht de zeebaars. Deze vissoort had in 2013 geen maximale toegestane hoeveelheid. In de Europese commissie wordt wel gesproken over een maximaal toegestane hoeveelheid in 2014, maar zover is het nog niet. De visserijdruk op zeebaars blijft sinds eind jaren ’80 toenemen en sinds 2005 neemt de omvang van het bestand sterk af. 
 
Daarom adviseert ICES (The International Council for the Exploration of the Sea) om minder zeebaars te gaan vangen. In 2012 ving de visserij nog 4000 ton zeebaars in de Noordzee en het Kanaal. Voor 2014 adviseert ICES een vangst van maximaal 2700 ton. 
 
ICES geeft de adviezen in juni zodat de Europese Commissie en de Raad van Visserijministers van de lidstaten zo vroeg mogelijk kunnen starten met het voorbereiden van de besluitvorming over de vangstmogelijkheden voor 2014. De Europese Commissie bespreekt de adviezen met de visserijsector en maatschappelijke organisaties. In december maakt de Europese Commissie voor een aantal gezamenlijk beheerde bestanden vangstafspraken met Noorwegen.