Door Berthil Bos.
Iedereen heeft natuurlijk zijn eigen voorkeur wat betreft de keuze van het te gebruiken kunstaas. Voor het vissen in de polder is dit niet anders, al moet je wel rekening houden met de omstandigheden van deze unieke omgeving.
Een stukje kunstaas moet ook bij je passen, maar als het gaat vangen zal er automatisch iets gaan bloeien tussen jou en het kunstbeestje.
De Shad
een veelzijdiger stukje kunstaas bestaat er niet.
Het meest veelzijdige stukje kunstaas is wel de Shad. Met of zonder loodkop kan je iedere gewenste diepte bereiken en iedere vistechniek er mee uitvoeren. In de meeste gevallen kies je voor een “spinshad”, waarbij de schoepstaart in een hoek van ca. 45 graden of lager op de staartwortel staat. Er zijn ook shads waarbij de schoep haaks op de staartwortel staat. Deze gebruiken we om de shad als een soort parachute naar beneden te laten gaan en in ondiep water is dit nauwelijks mogelijk. Bij de z.g. spinshad ontstaat een optimale schommeling van de shad in het water, waar de mosrug zeer gecharmeerd van is.
een soepel stukje rubber gaat ook veel beter naar binnen.
Om deze schommelingen optimaal in de shad te krijgen is het ook van belang dat de shad soepel is. Vooral de staartwortel moet niet te stug zijn en iets lengte hebben. Het beste is dat deze zich goed “opwindt”, door zowel rechts als naar links één á twee keer om de staartas te draaien. Hierdoor krijg je die mooie schommeling als je het rubber in één lijn binnen vist. Veel shads hebben dit wel in zicht, al moet je we eerst wat voorbereidingen treffen.
Ik kook de nieuwe shads altijd even (1á 2 min.) in een pannetje, waardoor je de weekmaker activeert en hij een stuk flexibeler wordt. Na dit kookbad hang je ze een tijdje verticaal op, zodat ze in de goede vorm af kunnen koelen. Omdat de shad nu lekker soepel is zal je ook merken dat je de loodkopjes net iets lichter kan gebruiken. De schoepstaart geeft iets gemakkelijker mee, waardoor de balans minder verstoord wordt. De shad is nu gevechtsklaar en wordt ook nog eens gemakkelijker geïnhaleerd door Esox.
een aantal geprepareerde shads.
Omdat het water van de polder niet al te diep is, kan je gebruik maken van middel tot lichte loodkopjes of zelfs helemaal weglaten. Dit is afhankelijk van de manier hoe je de shad wenst te presenteren. Wil je een beetje opschieten met het bevissen van een sloot of juist wat extra snelheid aan de shad geven om de snoek geen kans te geven om te twijfelen, dan neem je de kopjes wat zwaarder. Bij een lengte van 16 tot 20 cm zijn dan kopjes tot 15 gram ruim voldoende om de shad goed in balans te houden. Het rubber mag niet gaan tollen, dus niet om zijn as gaan draaien. Wil je nu bepaalde stekken goed en nauwkeurig uitwerpen en de shad zeer langzaam binnenvissen, dan is een kopje van 3 á 5 gram voldoende. Ook kan je het loodkopje weglaten en een enkele of dubbele dreg d.m.v. een stinger onderaan de shad monteren, dit is dan vaak voldoende om de shad in balans te houden. Zeer kleine en korte tikjes met de hengeltop helpen je hierbij om de shad niet te laten tollen. Probeer het maar eens.
Met een beetje goede wil kan je een shad ook wiervrij maken. Vooral in het najaar, als de planten soms nog rijkelijk aanwezig zijn, heb je hiermee een behoorlijke voorsprong op ander kunstaas. Op het filmpje laat ik deze montage even kort zien, al is het filmpje aan de donkere kant.
ook een shad met twisterstaart is natuurlijk geliefd in de polder.
Ik hou het bij donkere of lichte kleuren, maar gebruik de kleur waar je in gelooft. Het voordeel van een zeer donkere shad bijv. zwart of motoroil is dat de snoek hem moeilijk kan zien, maar voelen doet hij hem wel. Vooral in dressuurwater, waar polders bekend om staan, is dit een truckje dat vaak succes brengt. Daarin tegen is wit een kleur die erg opvalt en bij donker bewolkt weer en ook een natuurlijke uitstraling heeft.
eenmaal gearresteerd, dan geven ze hem niet snel terug.
Zoals gezegd is een shad wel het meest universele stukje kunstaas dat er bestaat en bij uitstek een aasje waar je diverse vistechnieken in de polder mee kan uitvoeren. Met één shad en een paar loodkopjes kan je de hele wereld aan, dus ook de polder.
