image description

Poldersnoek, uniek en ontembaar: Deel 12

Door Berthil Bos.

Wanneer?

Eigenlijk is de vraag, wanneer je het beste de poldersnoek achter de vinnen aan kan zitten, al een paar keer naar voren gekomen. Natuurlijk kan je het gehele visseizoen de polder intrekken om daar te stoeien met meneer of mevrouw Snoek. Toch moet je je verstand gebruiken en de omstandigheden goed in de gaten houden.

In de warmere maanden is het van belang dat je de watertemperatuur in de gaten houdt. Het water is ondiep en in no time boven de 20 graden. Het lijkt dat de snoek een sterke vis is, maar het tegendeel is waar. Dit is de reden dat ik de zomer vaak voorbij laat gaan. Ook zijn de kanten vaak behoorlijk begroeid, waardoor je met een landingsnet moet gaan werken en in verkeerde handen kan dat dodelijk zijn voor deze prachtige sportvis.


Dik

Vanaf oktober kan je in de meeste gevallen weer lange wandelingen door dit uniek landschap maken en menig snoek verschalken. Snoekmans is zich ook weer aan het voorbereiden voor de winter en het daaropvolgende voorplattingsritueel. De vetreserves moeten aangevuld worden, waardoor we vaak te maken krijgen met mooie volle vissen. In het begin van de herfst ligt de snoek vaak erg verspreid, waardoor het gezegde “snoeken is zoeken’’ eer wordt aangedaan. Onthoudt dat een bepaalde constantheid in het weer beter is dan dat het erg aan het schommelen is. Toch moet je iedere kans benutten, want niet gevist is niets gevangen. Je gaat ook op deze manier ondervinden dat een bepaald weertype bij de ene polder goed werkt, terwijl de een andere polder niet thuis geeft. Dit kan zijn dat de gemalen gaan werken (troebel) of juist niet. Zijn er plekken waar deze waterverplaatsing geen invloed op heeft of is het water te helder of is de wind het water aan het omwoelen en ga zo maar door.


Sneeuw.

Zodra de eerste nachtvorsten over de polder trekken, wordt het gemakkelijker om onze groenjassen te vinden. In het hoofdstuk “waar zitten ze” heb ik al iets prijsgegeven. De vis trekt samen en zodoende hop ik van de ene veelbelovende stek naar de andere. Geen lange wandelingen meer, al houd dat je wel lekker warm. Natuurlijk kan een sloot die in zijn geheel in de luwte ligt zeer productief zijn, dus neemt dit niet te letterlijk. Wind uit het zuidwesten, dus betrekkelijk warm, is perfect en ook kort na de dooi kan een geweldige tijd zijn. Prachtig al die theoretische opmerkingen, die in de praktijk naar voren zijn gekomen, het feit ligt er dat je gaat vissen als je er zin of tijd voor hebt. Ben je dan in de winter op pad dan is vaak goed doorzetten de sleutel tot succes. In de winter heb je vaak te maken met de zogenaamde “bijttijden”.

Onze groene vrienden hebben een soort sensortje ingebouwd, die plotsklaps de bijtlust doet opwekken. In de winter is dat vaak tussen 11.00 uur en 14.00 uur. omdat dit het warmste gedeelte van de dag is. Een plotseling opkomend zonnetje kan ook de wekker doen afgaan. Hetzelfde zie je als er een windje gaat opsteken, die het water in beweging zet. Het zijn van die kleine dingen, die ervoor kunnen zorgen dat de snoek actief wordt. Op rustige dagen kan het ook geen kwaad om eens wat lomper het kunstaas te water te laten. Elke plons kan de sensoren doen afgaan. Ook paniek zaaien onder een schooltje aasvis, door met je kunstaas door het schooltje te raggen, is een prima tactiek om de snoek te activeren. Omdat de snoek maar een aantal keren per dag actief wordt, lijkt het soms weleens of de polder uitgestorven is, maar schijn bedriegt. Doorzetten dus en wachten tot de sensor afgaat.  

Volgende week diverse hulpmiddelen voor de poldervisserij.