Op Ierlandtrip met zwarte roofvissers (deel 2)

Op Ierlandtrip met zwarte roofvissers (deel 2)  

 
Door Bart Debaes  
 
Al voor en tijdens het ontbijt van de tweede dag heerst er plezierige ophef. Het blijkt dat bij meerdere van de groep de best vangende stukken kunstaas uit hun dozen zijn verdwenen. Hier en daar loopt er een grijnzende zwarte hoodie rond, maar zogezegd weet niemand van iets. 
 
Het zal een verdwijn-epedemie worden, waar iedereen zal door worden besmet, en die dagenlang zal duren. De beste stukken ‘s nachts onder je hoofdkussen leggen blijkt de beste optie te zijn.
 
We gaan naar een water waar Kurt al een jaar van droomt. Veel, en ook vaak groot, is wat we hier verwachten. Vorig jaar was wel stukken minder. Mijn S-waver van River 2sea was toen het enige kunstaas dat hier regelmatig beet uitlokte. Ik raakte hem echter kwijt door een open geraakte speld, maar nu kwam de herkansing.
 
Tom ligt opnieuw het snelst op het water, en mist er snel twee voor hij de eerste kan binnenbrengen. Zijn broer Wim plukt even vlot een lange vis, duidelijk klaar met de paai. 
 
Een lange vis, duidelijk klaar met de paai.
 
Iedereen denkt dat het een eitje wordt, maar het valt anders uit. Vele kunstaasdozen gaan open en toe op zoek naar wel vangend aas. Lepels worden het ook hier weer, maar vlot gaat het zeker niet. We gaan er wat ontgoocheld af na een drie uur. 
 
Mijn S-waver loste de verwachtingen niet in. Met mijn bandit lepel raakte ik wel aan vier vijftigers. Frederik aan twee jacks, Kurt kon er drie te pakken krijgen en Tom vijf. Wim die helemaal de ander kant van het meer had opgezocht was in een bal snoeken terechtgekomen en kon er daar 11 uit plukken. Terug aan de auto’s wordt in elkaars dozen gezocht op zoek naar de verdwenen (of in de toekomst te laten verdwijnen) stukken kunstaas. De sfeer zit er nog altijd goed in. 
 
Waar zitten de lekkerste brokjes?
 
De groep splitst zich in twee als Wim hoort dat we het ‘prutputje’ willen aandoen. 
 
De prutput. 
 
Hij raakte hier ternauwernood aan een reddende snoek, en vindt elke ander optie beter. Wij hadden daar al betere ervaringen, maar helaas ook dit ondiepe meertje ontgoochelt. Ik kan in anderhalf uur, uit meerdere acties, er slechts één plukken. Frederik vangt er opnieuw twee en Kurt nog net ééntje meer. Verkassen is de boodschap.
 
De weg naar de volgende plas blijkt dit jaar afgezet met een nieuw en bovendien gesloten hek. Dit vinden we een bangelijk gegeven, hopelijk zet dit gegeven zich niet door. De auto moet een gans stuk verderop worden geparkeerd en het is een twintigtal minuten stappen met de belly op het hoofd. Het water blijkt er heel helder. De moed zit er onmiddellijk in. Algauw komt mijn eerste op de gele Ierland lepel.  
 
Eerste op de gele Ierland lepel. 
 
Dit gele gevaar zal verantwoordelijk zijn voor een groot deel van mijn vangst. Op de diepere delen zou de Spro Aruku de taak deels overnemen. Kurt vond de Arca Diamaster, die ik aan het testen was, wel een hengel waarmee hij ook graag eens had gevist. We zijn nog niet lang gewisseld van stok als ik hem “JAA” hoor roepen. 
 
Al gauw gaat de stok in zijn kromming.
 
Wat later opnieuw een kreet dat hij er een mooie op heeft. Hij vist al jaren met een stuk zwaardere hengel dan deze 10-30 grammer die hij nu in zijn handen heeft. Hij geniet heel duidelijk van de dril. 
 
Hij geniet heel duidelijk van de dril.
 
Ik kan een hele reeks dril-plaatjes schieten waarop hij met een brede smile op te zien is. Nadien klaagt hij wel wat van een verzuurde arm vanwege de stevige dril. Het is duidelijk dat slechts echte mannen zo’n hengel aankunnen wink .
 

"Ooooch mijn arm."
 
We vissen de drie uren vol met regelmatig aanbeten. Niets dicht in de oevers. Later zou blijken dat er net voor ons iemand het ganse meer al had bevist en goed had gevangen. Als we terug in de voorste baai komen, kunnen we op dit ondiep deel opnieuw een aantal snoeken plukken. 
 
Toch vingen we hier minder en zeker kleinere dan we hadden gedacht met dit zonnige weer. Ik besluit met mijn blauwe baby-buster deze baai opnieuw te bestoken. In dit windstil stuk moet de ingebouwde kogel wel heel ver te horen zijn. 
 
De eerste worp levert me al de eerste beuk. Ik hoor Kurt bijna tegelijkertijd ook roepen dat hij er één aanslaat. Het vreemde is dat hij net ook overschakelde op net hetzelfde aas, met hetzelfde idee. Het legt ons beide geen windeieren. 
 
De baby buster legt ons geen windeieren. 
 
In deze zogezegd ‘uitgeviste’ baai blijken nu de grotere vissen wel ons kunstaas aan te vallen. Frederik had last gekregen van zijn rug en stond al op de oever te genieten van onze vlotte vangsten. Hij raakte zelf aan twee snoeken op acht aanbeten. Kurt raakte aan 13 stuks op 19. Ik had zelf minder missers en kon 16 stuks bijschrijven.
 
De twee anderen hadden niet zo een slechte keuze gemaakt. Tom plukt er nog 18 bij, maar Wim leidde vandaag de rangschikking aan met nog eens 23 stuks bovenop de 11 van deze morgen. 
 
De jongeren hangen aan de toog.
 
Na het avondmaal nog even naar een andere pub. Van onze gastheer vernamen we dat er hier een dansavond door gaat op traditionele Ierse muziek. Ik wordt door de speciale rustige stapjes wel gecharmeerd. Het vreemde is wel dat de jongste pub-gasten aan de toog blijven plakken?

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Peter dobbert door… naar 2023…
Willem Moorman -
image description
De haken en ogen van een Noorse vistrip (17)
Marc Borst -