Onze Ierse rekords sneuvelen   Dag 5

Onze Ierse rekords sneuvelen 

Dag 5 

Door Bart Debaes 

Het Iers ontbijt staat ons alweer geurend op te wachten. Kurt wil vandaag zeker naar zijn lievelingsmeer.

Vanwege de vele soorten bodemverloop kan je hier op heel wat verschillende manieren vissen.


Irisch breakfast.


Vooral de diepste kant met loodkopshads bestoken kan een schitterende visserij opleveren. Tot de tanden gewapend ziet hij het dan ook ten volle zitten.


Tot de tanden gewapend.


 “Wie het minst vangt moet weer in de badkuip!,” klinkt zijn zelfverzekerde uitroep, als we de drinkwaterbak van de koeien passeren.

Die zelfverzekerdheid slaat al gauw om. Na een paar honderd meter afvissen is hij de enige die nog niets ving. Zelf hield ik een paar grote dode aasvissen apart om ze hier te water te laten. We vingen hier namelijk al meerdere bakken van snoeken, en die mogen vandaag bij mij gerust op de maaltijd.

De kant die we nu bevissen loopt heel erg snel af. Ik vaar niet ver van de oever vandaan zodat mijn grote aasvis mooi boven het talud blijft lopen. Met de andere hengel gooi ik ondertussen schuin de rietgordel af.

Nu en dan knal ik de jerkbait dan ook eens het wijd op. Net na zo een worp schiet mijn dobber onder. Ik leg mijn handhengel op de belly en grijp onmiddellijk naar de bijhengel en sla. De vis hangt, en hij voelt zwaar aan.

Als ik er een beetje controle begin op te krijgen, begin ik met het handvat van de andere molen tussen mijn tanden, de jerkbait zo snel mogelijk binnen te rossen. Kwestie van het verwarren van beide lijnen te voorkomen.

Kurt is ondertussen wat dichterbij gekomen om foto’s te nemen. Ik roep hem toe: “Moest ik nu op die tweede hengel tijdens het snel binnendraaien een ram krijgen, dan zou dat niet zo echt gezond zijn voor mijn tandjes”.

Daarna laat ik mijn bijtertjes hun draaiwerk afmaken. Ik ben echter nog maar een toer of twee ver, als het handvat van uit mijn mond wordt getrokken. Instinctief sla ik, en wat later zit ik in gevecht met twee ferme snoeken. De ene gaat vlot over de negentig, de andere komt net wat centimeters tekort daavoor. Het is weer wat leuk-vervelend om een robbertje uit te vechten met 2 groenjassen gelijk.


Touwtjetrek met drie spelers.


Ik ben blij dat Kurt een hengel (met de kleinste vis) van me komt over nemen. Verder wil hij aan fotograferen niet veel tijd hangen, hij vindt het hoog tijd dat hij er ook één vangt, kwestie van de roze trui te vermijden.

Mij rest alleen de schuurdeur van de negentiger, die goed diep de Buster Jerk heeft weten te verzwelgen.


De Buster jerk zit goed diep.


Het meer geeft niet zoals we gewoon zijn. Bij niemand wordt veel gevangen. Wim en Fré doen het dan met hun respectievelijke zeven en zes nog het beste. Al heb ik er dan maar vijf, ik ga helemaal niet moeilijk doen, de vijf zijn gemiddeld echt wel van heel goed formaat.

De grote aasvissen zijn wel op. Kurt slaagt er aan het eind van de ronde van het meer dan toch in om er een verlosser uit te halen. Vijf minuten later raakt hij zelfs aan nummer twee. Het kan hem echter niet redden van zijn zelf geopperde duik in het bad. Hij kan er goed mee leven.

Verloren in de zelf uitgeroepen wedstrijd.

We verkassen naar een meer dat ik wel altijd zie zitten. Na een praatje met de eigenaar-boer daal ik als laatste de oever af. Het water is stukken helderder dan we hier gewoon zijn. Ik start met veel vertrouwen. Al gauw hebben we allemaal vis.

Tegen het verre eiland aan wil het soms goed lukken, maar dit keer niet. Ik bevis het twee maal, telkens met divers kunstaas, maar verder dan één aanslag geraak ik niet. Met mijn dieptemeter speur ik dan maar het talud op dat hier naar een kom in het midden leidt.

Dit talud bevissen met een Storm Seeker shad leverde me al heel wat mooie vissen op. De derde worp is het al raak, en ohoo, ik mag me er opnieuw over verbazen hoe sterk deze vissen hier zijn.

Ondertussen is Wim aan het eiland, en gaat daar, tot mijn grote verwondering, goed los. Hij plukt meerdere vissen op de stekken die ik als afgevist, en leeg had bestempeld? Er zitten weinig kleine tussen, ik moet een paar keren als fotograaf aan de bak. Uiteindelijk zal hij er hier 19 scoren.


Altijd happy met een mooie vis.


Toch mag ik alweer weglopen met de titel van de grootste vis van het meer. Het is een snel binnen getikte gele rapper die dit jobke voor me regelt.


Wat is dit toch, opnieuw de langste vis voor mij.


Deze knalgele rapper bezorgt me nog meerdere mooie momenten. In een ondiepe baai krijg ik er regelmatig beet op. Op een gegeven moment knalt er een hele ferme snoek op die er gelijk mee de lucht in gaat. De beuk op de hengel is erg zwaar als hij weer naar beneden valt. Mijn tennisellebogen protesteren fel.

De dril is gevuld met vele harde korte rukken op de hengel, dit wordt een echt knappe vis. Dan schiet hij het zwerk in, en toont zich in volle glorie. Wwaaaw, wat blijft dit een spectaculair zicht. Helaas gaat de reus er alsnog af.

Toch ben ik niet echt zwaar ontgoocheld. Ik heb erg genoten van het showspel dat deze jumper ten beste gaf.

Bij nazicht van mijn dreggen, blijkt dat één van de haakbogen helemaal naar binnen is gebogen. Hoe deze vis dat is gelukt, mag mij iemand komen uitleggen. Na het vervangen van de dreg, is daar al gauw een mooie troostprijs.


Een mooie troostprijs.


De wind is helemaal afgevallen. Het is heerlijk terugpeddelen naar de start. Ik kan er nog een elfde bijvangen, maar eigenlijk hoefde het niet echt. Het was zo al een heerlijke namiddag.

Toch kan ik het niet nalaten om ook deze kant nog een paar keren te bestoken. Die open begroeiing, en de zon die schijnt op de ondiepte van deze oever, kunnen gerust al wat verse rovers hebben aangetrokken.


Aanlokkelijke kant.


Een kleintje probeert nog iets, maar het gaat er niet vol voor, en mist. Kurt en Frederiek zijn al een tijdje verdwenen van het water.

Het blijkt dat de eerste, nummer twee naar een bijgelegen meertje heeft mee gelokt, met de bedoeling er voor te zorgen dat deze watje zou zijn. (Wie bij ons niets vangt, krijgt deze titel namelijk aangesmeerd, en mag met een roze T-shirt mee naar de pub om het gelag te betalen.)

Dit nabijgelegen meer heeft namelijk om de een of andere reden, niet zo een goede snoekstand. Na tien minuten is het echter Frederiek die de eerste vangt. Wie een put graaft voor een ander…………gaat hier nu wel ten volle op. Kurt slaagt er namelijk in het ganse uur niet in om ook maar een beet te versieren. De overige pub bezoekers kijken wel heel erg raar op als er een “roze-watjes-man” binnen stapt.


Er zijn supermannen en watjesmannen
.

Jammer genoeg begrijpen ze de tekst niet. Wij aan de andere kant, kunnen onze lol niet op. wink
 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Peter dobbert door… naar 2023…
Willem Moorman -
image description
De haken en ogen van een Noorse vistrip (17)
Marc Borst -