Onze Ierse rekords sneuvelen Dag 2

Onze Ierse rekords sneuvelen 

Dag 2  

Door Bart Debaes

We starten op een meer dat vorig jaar ontgoochelde, maar dat vroeger vaak super was. Aan de aanliggende boerderij vinden we een ruime keus aan kindervoertuigen. Dat brengt me op een idee.

Ik opper een nieuw wedstrijdreglementje. Diegene die er het meeste vangt, mag op de grote tractor, en die met het minst moet de kleinste nemen om zijn ereronde te doen. Het gegrinnik dat daar op volgt, aanzie ik als aanvaarding van het reglement.

Met mijn Banditlepel weet ik alweer de eerste te plukken. "Jahaaa", klinkt het uit Kurts mond, en de bijhorende grijns belooft niet veel goeds. Hij grijpt in zijn borstzak en tovert er een stukje textiel uit. “Dit moet op je hoofd tot er iemand over neemt”, verkondigt hij op een manier die weinig tegenstand duldt.

Ik voel me een beetje André Van Duin-achtig als ik het ding op heb, maar met die tekst die er op staat, moet ik het eigenlijk dragen als een kroon.


De André Van Duin kroon.

Al gauw weet Frederiek er drie te plukken, hij koos een goede kant uit. De ondiepere stukken die wij aan doen, en normaal goed leveren, doen dit nu niet. Iedereen zoekt betere oorden op, en al gauw liggen we ver uit elkaar.

Boven een diepte van vier meter heb ik het gevoel dat ik niet diep genoeg kom. Ik kocht me een 22 grams Mistyspoon van Spro om dit soort waterdiepten beter aan te kunnen. Zo traag mogelijk spin ik hem binnen.

Het was geen slechte idee. De beten komen allemaal hard door, en meestal zit het ijzerwerk behoorlijk diep. Dit duidt aan dat ze de wiebel van dit kunstaas wel verleidelijk vinden.


Ook kleintjes nemen het metaal toch goed door.

Het verwondert me een beetje dat zoveel kleine snoeken deze behoorlijke brok toch zomaar aanvallen. Ik kom aan bij een ondiepere bult, middenin het water, en hier vallen de beten weg.

Toch eens kijken als ik ze kan verleiden met de jerkbait. Het antwoord komt snel. De eerste twee beten worden echter gemist. Dat is een beetje een ontgoocheling, omdat ik speciaal om mijn score op te krikken deze Baby Buster van een maat grotere dreggen had voorzien.


De baby-buster doet het weer eens goed.

De volgende drie blijven wel hangen. Mijn onderarmen geven het daarna op. Ik sukkel namelijk al weken met twee tennisellebogen, en dit jerken doet daar duidelijk geen goed aan. Als ik nog een paar dagen wil blijven vissen, moet er weer ander kunstaas aan.

Ondertussen ben ik terug dichter tegen de oever aanbeland. Hier staat wel een heel snoeknamige stek in de vorm van een boom in het water. De gele Ierlandlepel gaat aan de speld. Naar diep onder de boomtakken vertrekt de eerste worp.


Hier moet er wel een onder liggen.

Vanonder die takken komt een boeggolf aangestormd, maar er volgt geen aanbeet. De volgende worpen gebeurt er niets. Ik besluit het hoekje wat gerust te laten, en vis een tijdje wat in het rond. Na tien minuten gaat het opnieuw richting boom.

Ik denk een zachte deining te kunnen waarnemen achter de lepel, en dan volgt een stevige ram op de hengel! De vis schiet met een zeer grote snelheid naar rechts. Het voelt ook zeer zwaar aan. Hoho, dat wordt een dikke beer.

De dril gaat stevig door, maar de vis vecht wel op een vreemde manier. De eerste keer dat de snoek zichtbaar is blijkt hij kleiner dan verwacht. Eenmaal dichter bij mijn belly zie ik waarom die vreemde strijd. De vis is wel heel erg raar gehaakt, eerder ingepakt.


Wel heel erg raar gehaakt.

De dreg zit bovenin de kop, de lijn is rond het lichaam gedraaid, alwaar hij de wartel gegrepen heeft. Vandaar uit vertrekt de lijn naar de not-a-knot, pas dan loopt het naar de hengeltop.

Op die manier wordt de rover constant op zijn zijde getrokken, vandaar die absurde dril. Deze zeventiger wordt toch mijn grootste van de voormiddag.

Ik ga van het water met 15 stuks op de teller. Kurt ving er net één meer. Wim heeft er netjes tien, maar het is opnieuw de snelste starter die stil viel. Al is zes stuks nooit slecht in vier uren, maar ja, in vergelijking met………

De ene lacht al wat groener dan de andere als ze de afgesproken ereronde aanvangen.


Wie heeft nu gewonnen denk je?

Het volgende meer ligt er prachtig bij van op de weg. Het voldoet echter niet aan onze verwachtingen qua helderheid. Maximum 45 centimeter dieptezicht is niet wat we hier gewoon zijn.

Sommige jaren lijken de snoeken hier helemaal zot, en lopen de tellers warm, maar dit jaar is het helemaal anders. We wijten het op het doorzicht, maar ook de waterplanten staan bijlange nog niet veel uit, en het is normaal hier dat we ze dan ten volle kunnen plukken.


Mooi van ver.

Na lange tijd dat niemand beet krijgt besluit ik om te kiezen voor kunstaas dat meer turbulentie maakt onder water, en goed opvalt.

Ik kies voor een felgele tandemspinner. Het koplood houdt het ijzerwerk op diepte, en zorgt ervoor dat ik mijn worpen, ondanks de wind, toch goed kan plaatsen. Het blijkt een schot in de roos. Met grote tussentijden wordt het gele ding aangevallen.


De knalgele tandemspinner blijkt goed op te vallen.

Kurt hangt in mijn kielzog, maar daar hij nog niets ving, laat ik hem vriendelijk voorop gaan. Ik blijf ze echter plukken achter hem aan. De ergernis bij de ene, en het plezier bij de andere visser is recht evenredig.

Hoe rapper ik ze vang, hoe meer Kurt gaat wrikkelen in zijn belly. Met een Aruku kan er er nog een paar op diepte haken, maar ze wrikken zichzelf allemaal los tijdens de dril. 

Hij is heel erg blij als zijn eerste binnenboord komt. Hij had een heel erg bruin gevoel dat hij als eerste de roze T-shirt aan zou moeten. Wie niets vangt moet die bij ons namelijk aantrekken om ’s avond de pub in te trekken. We zijn dan ondertussen vier vijfden van het meer over.

Het doodaas wordt bijna bij niemand gegrepen. De dobbers staan gewoon mooi te wezen in de zon.


Kom pak me dan.

Opnieuw vang ik de grootste van de dag, maar dit keer haalt hij maar net de 80 centimeter. Voor de rest zijn het bij iedereen jackpikes. Ik had slechts één misser, en kan met vijf stuks van het water. Kurt versierde er uiteindelijk nog drie, net als Frederiek. Wim deed het hier met zeven stuks best. Zijn meeste vissen kwamen op een Aruku ratelplug.

We splitsen de groep, omdat er twee man nog veel te ver op het meer ligt, en wij het hier wel wat gezien hebben.

Met Kurt vertrek ik naar een grotere plas, we kunnen nog een uur vissen. Het water is er veel helderder, het vangen start al na 10 minuten. Hoe verder ik vorder langs de oever hoe beter het wordt.

In de eerste 40 minuten vang ik acht stuks. Allemaal kleine snoeken die de kleine zilverkleurige Syclops wel weten te smaken.


De zilverkleurige is een gewilde hap.

Als ik de terugweg aanvang, blijkt de koek op te zijn. Enkel aan de steiger mag ik er nog ééntje missen. Mijn dagtotaal van 28 mag er zeker zijn. Dat maakt al 71 snoeken in twee dagen, het gaat ongelofelijk goed.

Bij de andere twee is het op een ander watertje ook heel erg spannend. Frederiek plukt er vlotjes drie in een korte tijdspanne van op de oever. Wim raakt maar niet aan vis, en hij ziet een roze pub-avond voor zich.

Hij probeert allerlei uitvluchten en afspraken te maken, om dat soort avond toch niet te laten doorgaan. Frederiek geeft natuurlijk niet toe. Met zijn laatste worp weet Wim de nul alsnog van het scorebord te wissen; de pretbederver wink

Bart Debaes
 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Peter dobbert door… naar 2023…
Willem Moorman -
image description
De haken en ogen van een Noorse vistrip (17)
Marc Borst -