Onze Ierse rekords sneuvelen Dag 1

Onze Ierse rekords sneuvelen 

Dag 1 

We zijn ruim voldoende op tijd vertrokken naar de luchthaven, compleet no stress. Na de incheck willen de echte Belgen nog een laatste avondmaal verorberen, bestaande uit............ 


....Het laatste (Belgische ) avondmaal


Niettegenstaande onze vroege aanwezigheid raken we toch bijna niet op tijd weg. Ons vliegtuig komt veel te laat aan, en het scheelt maar een paar minuten of we raakten niet in de lucht.

Na elf uur werkt de vluchtbegeleiding namelijk niet meer, en dan moeten gewoon alle vliegtuigen aan de grond blijven. Vanwege die vertraging komen we pas om half vier aan in onze B&B.

Onze 'Landlord' staat ons toch maar mooi op te wachten. Gekscherend gaan het eerste woorden heen en weer, de sfeer zit er weer al goed in. Het bed moet ons niet wiegen om vlot weg te dromen.

Ik wordt gewekt door een vreemd geluid. Het lijkt op een olifant met astma. Verschrikt open ik mijn ogen. Kurt staat middenin de slaapkamer de belly op te blazen. Zijn ‘vis-goesting-meter’ staat in het rood.

Na een snel kattenwasje begin ik ook aan het klaarmaken van mijn vistuig. Samen maken we zo ook de anderen wakker, en al gauw heerst er in beide kamers een drukte. Nog voor het ontbijt ligt al een pak gerief klaar om pakken snoeken een oor aan te naaien.

In tegenstelling tot andere jaren, waar altijd wel iemand een meer helemaal vooraan in zijn 'to-do-lijstje' heeft, hebben we dit jaar nog niet direct een voorkeur.

De wind valt behoorlijk mee, dus beslissen we aan het ontbijt om een wat groter water aan te vallen. Het is een plas waar jaarlijks een paar grote groenjassen sneuvelen, maar waar ook vaak behoorlijk wat stuks kunnen gescoord worden.

Aan het water zijn de twee softies onder ons wat onder de indruk van de golven.


Hoezo veel wind.


De meer ‘die-hards’ duwen toch door, en algauw liggen we met ons vieren op het water. Ik heb dit jaar toch wat getwijfeld over het meenemen van welke hengels. Van mijn 15 jaar oude Shimano Diaflasch hengels ben ik nog steeds heel tevreden.

Maar met de recentere Opticast hengels van Arca had ik vorig jaar zo weinig missers, dat ik toch voor deze wapens heb gekozen. Eens controleren als ze het dit jaar even goed doen.

Van het eerste deel vanaf het ponton hebben we allen niet zo een grote verwachtingen. Vanaf dit drijvende bouwsel komen namelijk nogal wat Ieren vissen, en al is er hier rond regelmatig wel jacht te zien, de rovers zijn waarschijnlijk al zoveel keren gevangen, dat ze kunstaasmoe zijn.

Toch wordt de eerste kreet behoorlijk snel geslaakt. Het is Frederiek die de eerste haakt, en het is voor hem weer wat aanpassen aan de niet opgevende vechtlust van de Ierse snoeken.


Weer wat aanpassen aan de vechtlust.


Binnen de tien minuten komt ook bij mij de eerste beet, die gaat er echter af. Hetzelfde scenario met de volgende beet. Verdorie, het idee van de weinig missende hengels gaat al niet op.

De volgende elf beten worden dan wel allemaal verzilverd. Wij zijn dan net één uur ver! Waauw, van een vliegende start gesproken! Het zijn allemaal geen beren, maar wij zijn niet echt op zoek naar de big mama’s, elke actie vinden wij top.

Ondertussen liggen we al behoorlijk van elkaar verspreid. Het valt echter bij iedereen op dat de snoeken in groepjes blijken te liggen. Waar je er één kunt vangen, komen er ook andere in de volgende worpen.

Ik koos blijkbaar een prima kant uit, en het juiste kunstaas, want ze blijven even vlot komen. Mijn zilverkleurige Bandit lepel verleidt met zijn zwabberend kontje alle vissen uit de buurt tot actie.


Net te laat voor het hevigste moment.


Nu en dan vermindert de wind wat, om net voor en tijdens de regelmatige buien weer te versterken. Middenin een hagelbui slaat Kurt er nog één aan. Mijn camera zit wat te veilig diep weg, om in het hevigst van de bui de ronde hengel vast te leggen.

Even later klaart het alweer mooi op, maar de volgende bui laat zich in de verte al zien.


Daar kondigt de volgende bui zich aan.


Die brengt ook ijsbolletjes met zich mee. Ik was net op de kant gaan liggen voor een sanitaire stop. Op onze koude handen voelen de hagelstenen al aan als naaldprikken, zeker geen moment om mijn familiejuweel boven te halen. De bollen tokkeren op de bellyboat.


De bollen tokkeren op de bellyboat.

Even van onder mijn regenkap genieten van de onstuimigheid om me heen, schenkt me een speciale vorm van rust. Na die bui verwacht ik dat door de verkilling van de watertemperatuur de vis wat vaster zal liggen.

Gelukkig is die vrees niet gegrond. De tellers blijven door draaien. Kurt haalt op zijn doodaas hengel een slanke tachtiger op.


Mooie slanke vis.


Deze bijhengels leveren bij iedereen behoorlijk extra vissen op. Het is soms wel anders geweest. Vooral op mijn dood-aas hengel gaat het echt goed. Ik wijt het aan de tik-tak-dobber. Op dit ondiep water kan dat volgens mij zeker een verschil maken.

Ik maak deze namiddag zelfs drie keer mee dat ik aan beide hengels een snoek hangen heb! Daar gaat de gele bol opnieuw weg, en de aanslag duidt op een stevige vis. De 40-grams Opicast gaat ditmaal lekker rond.


De Opticast gaat lekker rond.


De vis vecht door constant te klieven in de oppervlakte, en één maal verwent hij ons met een acrobatische luchtsprong. De vislengte is slechts 4 centimeter verwijderd van de 100 centimeter, best een mooie vis.


Best een mooie vis.


Ik ben aan de overkant gekomen en start met de nog zeldzame plantenbedden af te gooien. De rieten leveren niets op, ook al staan ze bij deze luchten nog zo mooi te wezen.


Fotogenieke rietvelden.


De weinige plompbladeren echter wel. Ik mis een paar beten kort na elkaar, en vermoedt dat het om jack-pikes gaat. Snel monter ik een kleine 9 grams Syclops lepel.

Dit is meer spek voor hun kleine bek, en daar er veel in deze oever blijken te liggen, mag ik snel optellen. Ik zit al boven de dertig stuks, het gaat ongelofelijk goed.

Frederiek ligt wat verderop, maar als ik de stukken herneem die hij al heeft afgevist, vallen de beten weg. Hij heeft deze kant mooi opgezuiverd.

Langzaamaan begint het toch tijd te worden om terug te peddelen. Hierbij kom ik voorbij Kurt, en ben ik net op tijd om een snoek te fotograferen die een hap uit zijn buikboot probeert te nemen.


Een hapje buikboot.


Verderop verneem ik dat ook Wim ondertussen een knappert mocht verwelkomen.


Wim’s beste vis.


Gezamenlijk schuiven we verder op. Al snel luk ik weer een mooie oppervlaktekliever. Was het weer de tik-tak-dobber die verleidde?


Nog een oppervlaktekliever.


De beten vallen echt niet stil, en we blijven vangen, maar we moeten stoppen. We willen onze afspraak navolgen om op tijd te zijn voor ons avondmaal.

Aan de auto’s worden de resultaten opgeschreven. Frederiek had na zijn blitz-start ook een mindere tijd, en bleef steken op 'maar' 17 stuks. Wim ving er 26, en Kurt nog tien meer. Mijn teller staat op 43, en dit in deze slechts zes uren durende sessie!

Dit is wel nog een stuk verwijderd van mijn aantallen-PR, maar ach, wat zou ik snel getekend hebben als ik daar vooraf had mogen voor kiezen.

Onze korte nachtrust, en de wind heeft toch sporen nagelaten op onze fysieke toestand. Na de enigszins verkwikkende maaltijd heeft niemand nog zin om de pub op te zoeken. Het bedje lonkt des te meer.

Bart Debaes

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Peter dobbert door… naar 2023…
Willem Moorman -
image description
De haken en ogen van een Noorse vistrip (17)
Marc Borst -