Onze beste Ierse visweek ooit (dag 2)

Onze beste Ierse visweek ooit (dag 2)

Door Bart Debaes

Door het uur verschil komen we fris en vroeg wakker. Dat blijkt bij niet iedereen het geval. We hebben namelijk de drie zwaarste snurkers samen in één kamer gezet en daar werd deze nacht menige boom doorgezaagd. Ook de huiseigenaar is het verdiep lager hierdoor wakker geworden. Oordoppen staan bovenaan op vier shoplijsten.

Aan tafel wordt overlegd wie naar welk water gaat. Kurt wil zeker naar het meer waar hij vorig jaar bovenmaats scoorde, ik ben zijn copiloot. De anderen kiezen ook op soortgelijke ervaringen, dus zijn de verwachtingen hoog gespannen. Bij ons lagen die blijkbaar te hoog. Het meer ligt wel prachtig windstil als we aankomen, maar de vis ligt even stil.


Het meer ligt wel prachtig windstil.

De topstekken van vroeger lossen wel een visje, maar er zijn veel worpen voor nodig. We vinden ook geen lijn in de visserij. Wat opvalt is dat telkens één van ons van kunstaas wisselt er in de eerste of tweede worp een vis op knalt. Vol goede moed ga je dan verder, maar een tweede aanbeet hierop blijft uit. Enkel de Salmo Whacky slaagt er in 2 vissen kort na elkaar te verleiden.


Enkel de Salmo Whacky slaagt er in 2 vissen te verleiden.

Een stuk over de helft ontploft iets achter me. Een beer van een snoek sloeg een ferm raam. Onmiddellijk vliegen 2 stukken kunstaas richting kolk. Kurt jubelt als eerste als zijn hengel krom gaat, maar mijn korte ontgoocheling slaat rap om als direct erna de dieptecurve van mijn stok en de werking van mijn slipschijven wordt getest.

De ontgoocheling wisselt van belly op het moment dat Kurts vis springt. Nee dit is zeker geen grootmoeder. Mijn hengel laat me vermoeden dat dit wel eens de ‘mother of all’ zou kunnen zijn.


Een gratis kermisatractie.

Mijn belly wordt regelmatig met een zwaai een andere richting op getrokken en ik geniet met volle teugen. De Piko lepel zit prima gehaakt en de vis brengt 104cm op de meter. Een prima start van de vistrip al besef ik goed dat dit best wel de grootste van de reis kan zijn.


Misschien de grootste van de trip…

Ik behoor zeker niet tot de specimenhunters, aan elk visformaat beleef ik plezier. Ik heb wel graag veel actie, al is nu en dan een grote helemaal geen straf. Na vijf uren gaan we van het water, Kurt met 10 ik met 7 snoeken op de teller. Beide misten we geen enkele vis, dus qua aantal aanbeten leverde het meer niet als gewoonlijk.

Wat verder ligt de nieuwe uitdaging, een wispelturig water waarvan de vangsten van zeer flauw tot top variëren. We hebben nog vier uur te gaan en geven het een kans. Kurt’s eerste worp is vis, iets waarin hij de volgende dagen bijna op ieder meer in slaagt. Hij brengt hem binnen, maar net voor de boot schiet hij eraf. Een korte vloek, met een smile op zijn gezicht,weerklinkt. Wij houden ons namelijk zeer strikt aan de regel dat je enkel de vissen ‘die je zou kunnen opeten’ mag tellen.

Tien worpen later staat zijn teller echter al op 4. Hij koos blijkbaar een goede stek om te water te gaan. De vissen komen daarna overal regelmatig, bijna allemaal vijftigers en zestigers, maar we kunnen onze lol niet op. Bij mij draait de Bandit-lepel overuren, bij Kurt wordt de klus door shads geklaard.


Bij Kurt wordt de klus door shads geklaard.

We moeten wel véél trager vissen dan andere jaren of de beet blijft gewoon helemaal uit. Het wordt op de terugkeer over dezelfde stukken weinig minder. In een kleine inham plukten we op de heenweg een drietal snoeken, maar op de terugweg vertoont hier heel wat aasvis zijn aanwezigheid. Kurt ligt ver voor en haakt 8 snoeken op deze 10 vierkante meter, waarvan er één af gaat in de dril.

Hij roept me toe op het moment dat hij de stek verlaat dat dit voor mij wel onmogelijk zal worden om er daar nog één te plukken. “Dit hier is perfect gekuist,” is zijn commentaar. Dit is natuurlijk een uitdaging waar ik zeker op in wil gaan. Een kwartier later kom ik tot bij de stek gepeddeld.

Die eerste hoek ziet er al verleidelijk uit en zowaar levert hij al direct de eerste aanbeet. Een jubelkreet schalt over het water en in mijn buikboot bevindt zich een heel trotse visser. Deze jubelkreten worden nog 3 maal -met steeds meer enthousiasme- herhaald, want ik slaag er in om in het totaal nog vier snoeken uit dit gat te halen.

De vissen zelf hielden me op de stek door zich regelmatig te vertonen in een vlucht van wegspringende visjes. Ik doop mezelf als de ‘ultieme opkuiser’, maar ben blijkbaar de titel toch niet helemaal waard. Als ik tien minuten later een tachtig meter verder ben, jagen opnieuw twee snoeken op diezelfde stek.


Met zicht op de snoekensnackbar…

Die stek moet wel een gekende ‘snoekensnackbar’ zijn waar de hongerige jagers naartoe trekken voor een snelle hap. Helaas moeten we het water uit, het avondmaal wacht. Kurt sluit het meer af met 33 vissen, ik met zeven minder. We weten nu nog niet dat dit onze beste dagcijfers van de trip zullen zijn, maar hebben van die gezamenlijke 76 snoeken heel erg genoten.

Ik weet wel dat vanwege mijn metervis de drankbon in de pub in mijn richting zal worden geschoven. Een straf die ik elke dag wel wil ondergaan. Aan tafel komen natuurlijk de zware verhalen naar boven en wordt de dagelijkse stand bijgehouden.

Peter, Felix en Freddy moesten het, op een normaal uitstekend water, stellen met een respectievelijke vangst van 10, 8 en 10 snoeken, waarvan de grootste 85cm was. Tom en Wim deden twee meren aan en plukten 42 en 36 stuks. Hun grootste was 96cm. Dit maakte een gezamenlijk dagtotaal van 180 snoeken. Het leek zowat onwezenlijk.


Tom’s grootste was 96.

Naar deel 3 >

Klik hier voor dag 1

ANDEREN LAZEN OOK