Onderhoud van uw zeemolen

Onderhoud van uw zeemolen  

Door Ron Smits   
 
Een goede zeemolen aanschaffen is niet zo moeilijk, maar uw zeemolen in topconditie houden is nog wat anders. Vaak zie ik aan het strand dat de zeemolen het op een bepaald moment laat afweten en net op een moment dat………… Zeker als u regelmatig op of aan zout water vist is goed onderhoud een absolute noodzaak.  
 
Op dit moment is de gul voor het nageslacht aan het zorgen en ze komen in maart, april nog even terug om aan te sterken. Het is dus bij uitstek een goede periode om de molens aan een goede onderhoudsbeurt te onderwerpen.
 
Zout en zand zijn funest voor een zeemolen van welk merk dan ook. Direct na het vissen aan of op zee, moet u de molen met lauw water goed afspoelen en afdrogen. Zeker de draaiende delen zoals lijngeleider, beugel en slinger controleren of ze vrij zijn van zout en zand. Het water mag ook niet te warm zijn, want uw nylon kan niet zo goed tegen warm water. 
 
Lijngeleider, bewegende delen van de beugel, slinger voorzien van een beetje olie. Gaat u heel vaak vissen op het zoute dan moet u echt minimaal één keer per jaar de molen geheel uit elkaar halen en opnieuw in het vet en olie zetten. Ik haalde de molen helemaal uit elkaar tot het allerkleinste onderdeel en spoelde elk onderdeeltje af met wasbenzine. 
 
Vet en olie lossen heel goed op in dit oplosmiddel en bovendien laat wasbenzine geen reststoffen achter. Let wel op uw huid. Wasbenzine ontvet de huid, waardoor uw beschermingslaag van de huid gedeactiveerd wordt. Een paar neopreen handschoenen zijn geen overbodige luxe.
 
RVS kogellagers altijd voorzien van kogellager vet.
 
De RVS molenas krijgt het tijdens pompbewegingen zwaar te verduren. Anders dan bij een reel is de belasting van de as loodrecht op deze as. Hierdoor kan deze krom worden. Ook de as regelmatig een druppeltje olie geven.
 
Daarna elk onderdeeltje weer invetten of in oliën. Gebruik geen dik vet maar liever een hele dunne, zeker als u in de winter gaat vissen. Vet wordt in koude perioden nog dikker en dan draait de molen zwaarder. Een beetje olie in het vet mengen doet wonderen. Ikzelf ben afgestapt van vet als smeermiddel te gebruiken. Ik gebruik uitsluitend olie, maar hierdoor wordt het onderhoud ook veel kritischer. 
 
Ik heb dan ook altijd een beetje olie bij me tijdens het vissen en na het afspoelen en afdrogen van de molen, werd er weer wat olie op de bewegende delen en in het carter gedaan. Kogellagers wel invetten s.v.p. met kogellager vet. De producenten van molens voorzien alle tandwielen en bewegende delen in het carter van vet, maar eigenlijk moeten deze alleen gesmeerd worden door olie. Denk maar aan het carter van de auto. 
 

De punten die in de olie moeten blijven.
 
De Penn Atlantis molens zijn voor het regelmatig smeren met olie in plaats met vet uitgerust met een speciaal daarvoor eenvoudig te openen kapje op het carter. Hierdoor is het smeren een kwestie van nog geen tien minuten. Elk onderdeeltje goed controleren op de werking voorkomt veel problemen aan de waterkant. Zeker de lijn geleider, de kogellagers, slinger, tand en wormwielen kritisch bekijken.
 
Schroefjes voorzien van een beetje vet, vóór het indraaien, voorkomt dat u de volgende keer de schroef niet meer loskrijgt. Vaak krijg ik molens ter reparatie aangeboden, die zeer zwaar of zelfs in het geheel niet meer ronddraaien. Bij het uit elkaar halen springen de tranen in mijn ogen als ik zie hoe sommige sportvissers met hun vaak dure zeemolens omspringen. 
 
De kogellagers zitten muurvast en draaien rond in het onderdeel waarin ze bevestigd zitten. Hierdoor past het kogellager na vervanging niet meer omdat de ruimte in het onderdeel geforceerd groter is geworden. Verder zit er veel zout en zand aan de binnenzijde, vet en/of olie is niet meer aanwezig. Ik heb een aantal jaren geleden mijn drie Mitchels 498 pro verkocht, na ongeveer 25 jaar trouwe dienst.
 
Standaard onderhoud set. In plaats van vet kan ook een wat dikkere motorolie gebruikt worden.
 
De nieuwe eigenaar was blij verrast hoe goed deze molens er na vijfentwintig jaar uit zagen en hoe perfect ze hun werk deden: het resultaat van goed onderhoud. Bovendien ook een molen die zich goed leent voor dit onderhoud: eenvoudig in elkaar te zetten en uit elkaar te halen. De laatste 20 jaar heb ik gevist met de Penn 7500 SS. Ook deze molen is eenvoudig te onderhouden. 
 
Vooral het gulvissen is passief en de molens krijgen veel rust. Anders is het bij het actief vissen op bijvoorbeeld geep, zeeforel, zeebaars, makreel en tarbot. Bij deze visserij wordt er constant ingeworpen en gedraaid. Hier zult u de molens wat vaker in en uit elkaar moeten halen om ze te onderhouden. U kunt de molens natuurlijk ook wegbrengen naar uw hengelsport winkel.
 
Heel belangrijk is het om een molen te kiezen, die ook geschikt is voor uw zeevisserij. Aluminium en zout gaat vaak niet hand in hand. Ook de overbrenging is heel belangrijk. Met een molen met een lage overbrenging zoals bijvoorbeeld 4,2:1, kunt u meer kracht uitoefenen dan met een molen met een overbrenging van 5,6:1.
 
Deze laatste is weer een snelle molen (lees: per slinger draait deze meer lijn op de spoel), maar zodra er veel kracht gevraagd wordt, krijgt u de slinger minder soepel rond. De molen kan bij een grote vis zelfs geheel blokkeren. Vooral de jeugd heeft het moeilijk met deze snelle molens, omdat zij niet genoeg kracht bezitten om deze rond krijgen.
 
Tandwiel heeft 36 tanden en het wormwiel heeft er 7, de overbrenging is 5,1:1 (vrij snel).
 
Voor degenen, die niet helemaal thuis zijn in bovengenoemde overbrengingen zal ik het aan de hand van een voorbeeld uit leggen. Een fiets heeft een groot blad (tandwiel van bijvoorbeeld vijftig tanden) voor en een klein blad (tandwiel van bijvoorbeeld tien tanden) achter. Men spreekt hier van een overbrenging van 5:1. 
 
Hoe kleiner het tandwiel achter, hoe minder het aantal tanden en hoe zwaarder men moet trappen, maar des te harder draait het achterwiel per trap circulatie. Maar probeer eens met het kleinste tandwiel achter vanuit stilstand weg te komen…Dit kost heel veel kracht. 
 
Een klein tandwiel achter ten opzichte van een groot tandwiel voor is een grote overbrenging en een niet zo klein tandwiel  achter ten op zichte van een groot tandwiel voor is een kleinere overbrenging. Een overbrenging van 1:1 wil zeggen dat beide tandwielen evenveel tanden bezitten.
 
Voor het vissen vanaf het strand voldoet een molen met een overbrenging van 4,6:1 goed. Ik weet dat er gezegd wordt bij een molen met een grote overbrenging, dat je de vis moet binnenpompen en de vrijgekomen draad op de molen draaien. Hierdoor wordt er teveel zijwaartse kracht uitgeoefend op de as van de molen. Bovendien gaat het binnenpompen ten koste van het plezier van drillen van een mooie vis. 
 
Voor de zwaardere bootvisserij zou ik een molen adviseren met een overbrenging van maximaal 4,2:1. Voor het spinvissen, waarbij vaak heel langzaam gedraaid moet worden is een kleine overbrenging het meest geschikt, daar men door deze kleinere overbrenging een betere controle heeft tijdens het vissen. Het binnendraaien gaat dan heel soepel en gelijkmatig.
 
Ron Smits