Motor/vistrip door Schotland-Noord-Ierland en Ierland (deel 3 slot)

Eerder verschenen: deel 1 en deel 2

Motor/vistrip door Schotland-Noord-Ierland en Ierland (deel 3 slot)

Tekst en foto’s Henk Simonsz en Berend Masselink

Het zeevissen en lipvissen vangen was natuurlijk leuke sport om te doen maar we wilden ook graag nog een keer achter de zoetwaterrovers aan. Dat zijn de vissen die ons het meeste bekoren en dat zal ook niet veranderen. Het overzicht, de schoonheid van de omgeving en de rust op de mooie stekken zijn met niets te vergelijken, zeker als daar,  altijd weer onverwacht, het water tot schuim wordt geslagen door de aanval van onze geliefde snoek.


We genoten van de kust maar begonnen onze zoetwaterrovers wel al te missen…
 
En zoals bekend zijn de Ierse snoeken écht beresterk. Dat zijn geen fabels want deze vissen laten je hengel echt kreunen als zij dat willen. Een 90 cm plus snoek in Ierland weet van geen ophouden en blijft maar gaan. Die tussen de 90 en 100 cm lengte zijn meestal de sterkste vissen en zeer wild, alhoewel een grotere soms sterker lijkt, maar dat is vaak meer het gevolg van de massa die achter de vis zit.


Dat ziet er mooi uit op de achtergrond en eens een keer geroeid worden is ook geen straf.

Er waren mooie meertjes in de omgeving waar ze in ieder geval zouden moeten zitten. Michael had voor ons 2 boten geregeld. We dachten eigenlijk een beetje dat dat compleet uitgeruste visboten zouden zijn, want ja, hoe verwend zijn we eigenlijk in Nederland. Maar het waren wel prachtboten, niks mis mee, je kon er zelfs mee roeien, alleen zonder elektronica aan boord. Normaal is dat niet zo’n punt in het voorjaar en de zomer maar het liep inmiddels  naar eind oktober en de meeste grotere vissen waren al aan het afzakken naar dieper water.

Op zich ook geen probleem maar in dat geval is een dieptemeter toch eigenlijk onontbeerlijk, zeker gezien het feit dat we niet veel tijd hadden om het water te leren kennen. Het moest allemaal direct raak zijn. We hebben eerst wat lange driften gemaakt en werpend de steilste kant van het talud afgevist met shads maar we konden de grotere vissen op het meer niet snel lokaliseren .


De rieten brengen altijd wel vis in de boot.

Wetende dat ze daar in die tijd graag bij elkaar kruipen op bepaalde stekken was de kans op een verdwaalde snoekdame niet groot. We besloten dan maar voor klein maar fijn te gaan en bestookten vervolgens de vele randen van rietvelden met allerlei licht kunstaas dat we bij ons hadden. Langs de randen maar ook midden uit de rieten kwamen uiteindelijk wel de nodige vissen die ons veel plezier verschaften met hun doldrieste aanbeten. Ook al ontbraken de grote vissen; deze dag was ook meer dan geslaagd en we konden weer terugkijken op een fantastische dag op het Ierse zoete water.

Al met al hadden de Ierse snoeken ons weer weten te raken. Komend seizoen (2012) ga ik dan ook terug met Yvo Bindels om de grotere dames gericht achter de broek aan te zitten. Ik kijk er nu al naar uit, zeker omdat we een goed uitgeruste en veilige boot voor het grote water hebben weten te regelen…


Coney Island, het beroemde nummer van Van Morrison.

Na deze visdag moest de terugweg weer aanvaard worden. De motoren werden weer voor de dag gehaald en de bagage weer compact ingeladen. De tocht ging vanaf  Donegal langs de boorden van de Lower Lough Erne via Enniskillen en Armagh naar de oostkust van Noord-Ierland waar we nog een deel van de zondagse route reden die Van Morrison bezingt in zijn nummer ‘Coney Island’ langs plaatsen als Downpatrick, Ardglass en het veerpontje van Strangford (Lough) naar Portaferry, wanneer hij eindigt met de verzuchting: ‘Wouldn’t it be great if it was like this all the time’.


Naar de oostkust van Noord Ierland.
 
Waarna we langs de oostelijke boorden van Strangford Lough de route naar Belfast volgden, naar een laatste B&B voor de oversteek naar Engeland. Maar niet voordat we nog even de motor parkeerden op Cyprus Avenue om 5 minuten de sfeer van de legendarische plaat Astral Weeks van Van the Man in te ademen. In het B&B gezeten, op 10 minuten van de ferry Belfast-Stranraer, keken we nog even terug op de kaart en verbaasden ons er weer over zoveel gezien en meegemaakt te hebben die dag.


Nog eenmaal een blik over het altijd mooie Ierse heuvellandschap.

Je doet elke kilometer nieuwe indrukken op in het fraaie, altijd groene  Ierse  heuvellandschap en we waren blij met het resultaat van deze geweldige motor- en vistrip. Niet op pad gegaan voor een paar grote vissen, maar een perfecte combinatie van reizen en vissen gekozen waarbij een goed reishengeltje en een gevarieerd doosje met kunstaas genoeg blijkt te zijn om hengelsport in zijn zuiverste vorm te beleven.

Die conclusie deelden we in een inmiddels donkere buitenwijk van een fascinerend Belfast waar we de laatste nacht op (Noord)Ierse bodem zouden doorbrengen. Er wachtten nog ruim 350 km Zuid-Schotse berglanden waar we onder een heerlijk zonnetje met een big smile op ons gezicht doorheen reden. De Missie Ierland was meer dan geslaagd…. 


Missie geslaagd…

Eerder verschenen: deel 1 en deel 2.

ANDEREN LAZEN OOK