Motor/vistrip door Schotland-Noord-Ierland en Ierland (deel 2)

Eerder verschenen: deel 1

Motor/vistrip door Schotland-Noord-Ierland en Ierland (deel 2)

Tekst en foto’s Henk Simonsz en Berend Masselink

Vlak voor het invallen van de duisternis bereikten we Cushendall. De motoren konden overdekt en veilig geparkeerd worden. In het gezellige hotel –waar ook veel Nederlandse vissers komen om op haai te vissen- konden we een douche nemen, aan de bar wat drinken om daarna met de kaart op tafel de plannen te smeden voor de volgende dag.

In een Ierse pub of bar ben je al snel in contact met de vriendelijke Ierse locals. We legden hen uit dat we via het noorden de kustlijn wilden volgen en zo uiteindelijk richting de Ierse republiek naar county Donegal aan de Ierse westkust te rijden. Vol enthousiasme werden we gewezen op een nauwelijks gebruikte oude kustweg die ons langs de mooiste route zou voeren. Enige nadeel was dat de weg niet in al te beste staat verkeerde én hier en daar zeer steil zou zijn met stijgingspercentages van meer dan 20%.


De verhalen over steile hellingen bleken later niet overdreven.

Even leek het erop dat de locals twijfelden om ons daarlangs te sturen. Het rijden met veel bagage en een topzware motor is bepaald niet de ideale combinatie bij het bedwingen van steil omhooglopende haarspeldbochten. Maar ja, kwamen we ook niet een beetje voor het avontuur? We besloten ter plekke dat we die route maar moesten uitproberen. Met dank aan de locals voor hun goede tips gingen we op tijd naar bed. De slaap konden we goed gebruiken voor de volgende dag.


Een stevig Iers ontbijt. In het begin even wennen maar na een paar dagen weet je niet beter.

Een stevig Iers ontbijt compleet met bonen, bloedworst en gebakken tomaten stond de volgende morgen binnen de kortste keren op tafel, even nadat we de ontbijtzaal van het hotel gevonden hadden. Relaxed werden de kaarten nog eens bestudeerd. We wilden deze dag veel kilometers maken en plaatsen aandoen. Uiteindelijk wilden we die dag onder (Londen)Derry bij Strabane uitkomen om de grens naar de Ierse republiek over te steken. Daar zouden we telefonisch contact zoeken met onze contactpersoon Michael wiens naam we doorgekregen hadden van Joris van Visreis.nl. Joris had goede ervaringen met die man. Michael kon ons ook op visgebied helpen als we ergens om verlegen zaten.

De motoren liepen na één druk op de startknop. We  zochten de door de locals aangeduide zijweg op die gelijk al een stijgingspercentage van 22% had. Dat was even slikken na het zware ontbijt. Maar het avontuur lonkte en de roffel uit het Ducati-blok en het grommen van de Yamaha werkten zo aanstekelijk dat we er gewoon voor gingen.


Een prachtige omgeving met indrukwekkend vergezichten…

Er ging een werkelijk adembenemende wereld voor ons open. We reden in een prachtige omgeving, puur natuur met indrukwekkende vergezichten en het weer was on-Iers mooi voor het najaar. We voelden ons nietig op die steile bergpassen maar de motoren gaven geen krimp en volgden exact de lijnen die we in ons hoofd hadden, ook al moest je ervoor zorgen de gang erin te houden en niet stil te vallen op de steile delen, want dan viel je geheid om. Het enige oponthoud op de smalle bergweg was een boer die zijn kudde schapen naar een andere wei overbracht. Vee gaat nu eenmaal vóór in dergelijke afgelegen streken en dat vonden we prima, we hadden geen haast.

Op een aantal stukken met geweldige vergezichten lasten we een aantal pauzes in en genoten van de oorverdovende stiltes. Alleen het ruisen van de wind en de zee waren hoorbaar, en af en toe een verongelijkte meeuw en dat was het. Met uitsluitend ongerepte natuur om je heen was het puur genieten, zeker langs de kust bij het wereldwonder de Giant’s Causeway met de vulkanische zeskante basaltblokken. Maar mooi was het ook op het platteland bij Ballymoney, waar we het monument van de racelegende Joey Dunlop bezochten en op de route daarna een stuk stratencircuit van de jaarlijkse NorthWest 200 race meepikten.


Een merkwaardig natuurverschijnsel dat je gezien moet hebben als je in Noord-Ierland bent…

Die bekende Giant’s Causeway is een merkwaardig natuurverschijnsel dat jaarlijks duizenden bezoekers trekt vanuit de hele wereld. Een ongelofelijk mooie speling van de natuur wat een bijzonder park van steen opleverde. Alsof het door bovennatuurlijke krachten is gemaakt, zo mooi en precies in elkaar gezet. Er zal ongetwijfeld een natuurkundige verklaring voor dit fenomeen zijn, maar zoals altijd hebben de Ieren er gelijk een aantal fabels aan vastgekoppeld, alsof iedere Japanner meteen gelooft dat hier reuzen met stenen naar elkaar gegooid hebben tussen Schotland en de Noord-Ierse kust. Maar los van die verhalen, waren we blij dat we deze unieke plek eindelijk eens bezocht hadden.


Er zal ongetwijfeld een natuurkundige verklaring voor zijn…

Na een uurtje of wat rijden bereikten we Strabane waar we de grens overstaken en in Ierland terecht kwamen. Op zich met weinig verschillen, alleen werden de bergen glooiender en werd de maximum snelheid nu in kilometers in plaats van mijlen aangegeven. Het viel ons de dagen erna op dat de mensen wat opener en relaxter werden, naarmate je de westkust van Ierland naderde. Misschien ook geen wonder, gezien de geschiedenis van Noord-Ierland, waar de mensen lange tijd onder de schrik van terreur hebben geleefd. Op zich dezelfde gastvrije en aardige mensen, maar wat afstandelijker en minder zorgeloos.

We troffen Michael Patton bij een benzinepomp in het reeds donkere Ballyshannon. Michael werkt bij de Northern Regional Fisheries Board. Hij wist een goed hotel en rijdt ons met zijn 4WD voor door het duistere platteland tot aan een weggetje bij de zee. Hoewel het donker is, beseffen we dat we op een bijzondere plek zijn aanbeland met onze hotelkamer op 30 meter van de oceaan in Donegal Bay (www.creevy.ie). Hier vandaan  konden we uitstekend vistripjes in de omgeving maken.


Een hotel direct aan de |Oceaan, echt gaaf.

Snel omkleden om in het restaurant een goede maaltijd te nemen want we rammelden van de honger. We werden echt in de watten gelegd door de eigenaar van het hotel, hij verraste ons op een heerlijke maaltijd. Door de drukke reisdag werden de oogjes al snel kleiner en zochten we bijtijds ons bed op. We gingen de komende dagen fijn vissen en waren reuze benieuwd hoe het vissen met onze eenvoudige uitrusting zou uitpakken. Dromend over mooie pollakken en zware gullen waren we al snel in diepe rust…De volgende morgen worden we wakker en zien het adembenemende uitzicht over de Atlantische Oceaan bij daglicht, in de omlijsting van het raamkozijn. What a view!

Na een uitgebreid ontbijt de volgende ochtend verscheen Michael precies op de afgesproken tijd bij het hotel. Hij zou ons wat bereikbare stekken langs de rotsige kust aanwijzen. Ook had hij wat natuurlijk aas meegenomen voor het geval we met ons kunstaas moeilijk aan de vis zouden kunnen komen. Er zat veel lipvis en die vang je goed met een pier of een krabbetje. Kortom,  gezien de omstandigheden gingen we goed voorbereid op pad en kwamen we in een soort niemandsland terecht waar je geen mens tegenkomt. Maar waar je immense uitzichten hebt tot aan de Ben Bulben bij Sligo en waar je als visser gezegend wordt met wereldstekken, gewoon vanaf de kant.


We kwamen in een soort niemansland terecht…

Gelukkig hadden we het weer en de wind nog steeds mee, want ik had daar niet graag gestaan met een bulderende wind op de kant en dan praat ik nog niet eens over regen. Onder dat soort omstandigheden maak je niet veel klaar vanaf de kant op zee, althans niet op dat gedeelte van Donegal. Dan zou je je snel een hulpeloze visser voelen met je reishengeltje. Op papier lijkt het misschien heel wat, maar zo gauw je aan ruiger water staat blijft er weinig imponerends van over.


Vanaf de rotsen bestookten we de stekken met diverse aassoorten.

Maar we hadden geluk. Vanaf de rotsen bestookten we de stekken met diverse aassoorten. Michael gooide ver in met zijn strandhengels. Al gauw verschenen de eerste lipvissen. Op deze stek kon je volgens hem drie soorten lipvis vangen. De ballan wrasse, de cuckoo wrasse en de corkwing. De lipvissen beten zeer fel op de pieren en krabbetjes die Michael had meegenomen. De vissen gaven supersport op onze hengels.

Lipvissen zijn niet groot, maar wel geblokt, zeg maar type rugbyspeler. Ze tonen de prachtigste kleuren en geen enkele vis lijkt hetzelfde.  Het lijken door hun wonderschone kleuren wel tropische vissen met een piranabekkie. Echte gemene tandjes hebben ze, waar ze de schelpen mee openknagen of handig het aas van je haak snoepen. Zodra je deze vissen aanslaat, moet je ze direct van de bodem weghouden, anders ben je ze kwijt. Een kwestie van pressie uitoefenen.


Een stel hondshaaitjes werden aan de pier gevangen.

Er zwommen ook andere soorten rond. Een troep harders zat voor de kant en ook de pollak liet zich zien. Ik begon met een Asp spinner en werd met gefronste wenkbrauwen gevolgd door Michael’s blikken. En het werkte. De eerste 5 worpen; 5 aanbeten en 3 vissen! Vanuit het niets zag je ze op de Asp spinners knallen, geen grote polakken maar daarom niet minder leuk. Daar kwamen we voor, actie op onze reishengeltjes, voor de echt grote vissen gingen we  wel een andere keer, maar dan gericht.

We genoten met volle teugen van de aanbeten en de  vissen die dit opleverden. Berend en Michael pakten nog een paar kleine ‘doggies’ (hondshaaitjes) aan de pier, maar ook steenbolkjes, makreel en kleine pollak. Voor ons in zee zagen we nog een groep makrelen jagen wat een machtig mooi schouwspel opleverde.


De lipvissen die we vingen leken wel tropische vissen en gaven  stevige sport aan licht materiaal.

Al met al werd het een superdag zo aan de rand van de immense Atlantische oceaan en dat met wat licht materiaal en één doosje kunstaas.  Het natuurlijke aas van Michael leverde nog wel extra vis op maar was niet echt noodzakelijk geweest. Wel belangrijk waren de tips over de stekken die we bevisten,  daarvoor blijft locale informatie van groot belang als je maar weinig tijd hebt.

Met rode konen keerden we terug naar ons hotel en genoten die avond van een heerlijke maaltijd die met zorg werd klaargemaakt. De sfeervolle inrichting met het uitzicht op de oceaan betekende dubbelop genieten. (wordt vervolgd).


De sfeervolle inrichting met het uitzicht op de Oceaan betekende dubbelop genieten.

Klik hier voor deel 1. Klik hier voor deel 3!


ANDEREN LAZEN OOK