Meterplus forel in Canada, Nonacholake (incl. filmpje)

Synco Bandsma is een bevlogen sportvisser waarbij vooral de roofvis hem kan bekoren. Synco is tevens regelmatige inzender van fraaie vissen voor de vangstberichten op Total Fishing en won daarmee over het seizoen 2006/2007 ook de 1e prijs in de categorie Overige met een gigantische meerforel die hij in Canada wist te vangen

Voor de lezers van Total Fishing hierbij het achtergrondverhaal van de trip waarbij de “winnende vis” werd gevangen


Meterplus forel in Canada, Nonacholake

Niet alleen ik was onder indruk van het formaat forellen dat we vingen op Nonacholake, ook anderen die de foto’s zagen waren dat. Verschillende mensen dachten dat het hier om zalmen ging, maar het waren toch echt forellen .


Vissen onder zo’n zonsondergang, wat moet je hier nog van zeggen…...

2006, dat jaar ging de reis in plaats van richting Reindeerlake naar het in Northwest terrotories gelegen Nonacholake. In 2000 was ik hier al eens geweest, het was mijn eerste vistrip ooit en had daarom een fantastische indruk achter gelaten.

Nu, na 4 jaar Reindeerlake en bijna 2000 snoeken later kon ik met de opgedane ervaringen het hier nog eens proberen. Nu zou buiten de snoek ook de laketrout een serieuze kans van mij krijgen, vooral  omdat je hier zeer goede kans maakt om forellen te vangen van over de meter en een gewicht tot over de 20 kg.

Terugkijkend naar 2000 ving ik toen ongeveer 20 snoeken en 4 á 6 laketroutjes per dag.
Vol vertrouwen keek ik dan ook uit naar deze trip, waarvan ik nu al wist dat het aantal forellen niet bij die 5 vissen per dag zou blijven.

Na een lange vlucht van bijna 8 uur, met gelukkig een goede zitplek, (ik kon zowaar mijn benen bijna strekken) kwamen we aan in Toronto.Na een binnenlandse vlucht van nog eens 4 uur en een overnachting in Edmonton kwam de eindbestemming in zicht.

De laatste vlucht was met een watervliegtuig, aangezien er daar geen wegen meer zijn.
Na deze laatste maar wel enorm leuke vlucht (je moet het een keer gedaan hebben) eindelijk op de bestemming: Nonacholake! En dan wil je natuurlijk die laatste paar uurtjes na het eten nog maar 1 ding en dat is vissen. In de buurt van het kamp zijn we op snoek geweest en hoewel het hoofdzakelijk kleine snoeken waren, hadden we met zijn tweeën er toch nog 60 stuks.


Met 94 cm toch een mooie snoek, al was de rest veelal kleiner

Het klinkt bijna abnormaal, maar die aantallen kan je hier gewoon halen.
Omdat iedereen voornamelijk de eerste dagen kleine snoek bleef vangen, met af en toe een 80 of 90ger er tussen, besloten wij al snel om volledig op de laketrout over te schakelen.

Dit kan dan op een paar manieren.

1. Met de downrigger (alleen die hadden wij niet)
2. Met een driewegwartel systeem beaast met de lepel
3. Trollend met diepduikende pluggen
4. Verticalend, wat ik voor het eerst hier wou gaan uit proberen

En voor mensen die denken: En de vlieghengel dan?
Wil je echt alleen met de vlieghengel vissen, dan is de zomer niet de geschiktste tijd.
Vroeg ik het voorjaar als het ijs net is verdwenen is het mogelijk om ze zelfs gewoon vanaf de kant de vangen, en zwemmen de vissen ondiep. Dan zou ik zeker een vlieghengel meenemen, want ze zijn beresterk en wanneer je een vis van formaat haakt, heb je je handen er vol aan.
Zomers is de bovenste waterlaag te warm voor ze, en trekken ze weg naar de diepere gedeelten.

Dat wil niet zeggen dat ze alleen diep zijn te vangen, een enkele keer komen ze voor het jagen wel naar de oppervlakte toe en ook menig vis kwam doodleuk achter het aas aan zwemmen om vervolgens weer de diepte op te zoeken.

Omdat diep duikende pluggen gewoon niet diep genoeg gingen en je dus een stuk minder ving, de downrigger niet voorradig was en met die grillige bodem ook niet echt handig was, vielen deze al snel af.  Daarom werd er gekozen voor een driewegwartel systeem, beaast met een lepel, of wat ook kon, een grote shad.

Het systeem is als volgt opgebouwd.
Aan het onderste oogje komt de loodlijn van 30//00 gewoon nylon die ongeveer 1 meter lang is. Hieraan komt het lood met een gewicht tussen de 225 en 350 gram te hangen.
In het verlengde van de hoofdlijn, dat 15 kg trekkracht had, komt aan de wartel een 2 meter lange lijn, waarvan het einde een staaldraad van ongeveer 50 cm is.
Zelf koos ik voor een fluorcarbon lijn van 2 meter.
Dit voorkomt eventueel doorschuren over de rotsen tijdens het trollen of de dril.

Al de eerste volledige visdag wist Henk (mijn boot maat) een laketrout van 101 cm en 9,5 kg te vangen.


Al kijkt Henk niet blij, hij was het met deze 101 cm zeer zeker wel.
 
Even later die dag wist ook ik vervolgens een 84 en een 99 cm laketrout te landen.
Niet verkeerd dus, onze vakantie kon al niet meer stuk. Maar door die hoeveelheid lood die er aan hing was het soms wel erg pompen om die vis boven te krijgen.

Nou maakte dat voor een grote vis niet uit, maar als je zo de hele dag “kleine” vissen tussen de 60 en 70 cm omhoog moest werken werd het wel vermoeiend en gaf het drillen van zulke vissen ook geen sport meer. Daarom besloten we op plekken waar de laketrout dichtheid nogal groot was eens te experimenteren met het verticalen.

Een HS titan van 2.40 cm, 9 kg dyneema en een shadje op een jigkop van 50 gram moest het dan gaan doen. 9 kg lijn is misschien zwaar in vergelijking met het snoekbaarzen, maar vergeet niet dat laketrout een stuk sterker is.Zeker als je zo’n vis van over de meter haakt heb je die 9 kilo wel nodig.

Nog geen 15 meter uit de kant, en op bijna 20 meter diepte zag de dieptemeter ineens zwart van de vis. Met zijn tweeën lieten we de shads zakken tot op de bodem.
En in plaats het shadje enkele centimeters op de tillen en weer terug zetten, tilden wij de shads ruim 2 meter omhoog om vervolgens deze weer gecontroleerd te laten zakken.
Kreeg je na een paar keer geen beet, dan maakte je enkele slagen met de molen en begon je opnieuw met verticalen. Net zo lang totdat je door de school heen kwam.

Plots bij het zakken stopte de shad ineens met zakken. Hé, nu al bodem?
Ineens besefte ik wat er aan de hand was en sloeg aan, hangen!!
Links en rechts vloog de laketrout om zich van de plaaggeest te ontdoen, de toch al niet echt slappe  titan boog in zijn geheel door, wauw!


Zeg nou zelf, vissen in zo’n omgeving, met het dichts bijzijnde dorp op 300 km afstand, is toch niet echt vervelend?

Op deze voor ons geheel nieuwe manier van laketrouten werden zo dagen gemaakt waarbij wij soms wel 40, 50 en zelfs een keer 70 vissen in de boot kregen, per man dan.
Frappant was wel dat ik behoorlijk wat vissen wist te lossen vlak na de aanslag.
Net als bij het snoekbaarzen had ik de staartdreg door de shad heen gedaan.
Blijkbaar was dit voor de laketrout in combinatie met de zware kop een eitje om zich te ontdoen van de shad.

Waar de snoekbaars relatief rustig vecht, gaat de laketrout helemaal door het lint en vliegt van links naar rechts en weet daarbij ook nog super snel rondjes te zwemmen en om zijn as te draaien. Zo wisten ze zich, vele malen,  tot vervelens toe van de shad te lossen.

Maar ook had ik hier een oplossing voor bij me.
Ik had enkele pilkers mee genomen die ik normaal voor de roofblei gebruik.
Deze haakte veel beter als de shadjes  en er werden daarna nauwelijks nog vissen verspeeld
Vooral de fluoserende kleuren waren ze dol op En zelfs de asp jigging spinner van 28 gram deed voor Henk goede zaken, al kwam hij daar wat laat achter.


Geen roofblei dit keer, maar ook de laketrout was dol op fel gekleurde pilkers.

Enige punt was wel dat op deze manier hoofdzakelijk de kleinere vissen werden gevangen, zo tot 80 cm, met als uitzondering een vis voor Anna de Bree van 107 cm op de shad.

Na 2 weken gevist te hebben (1 dag niet kunnen vissen door de harde wind) was helaas al weer de laatste avond aangebroken. De middag hadden we wat rustig aan gedaan, met wat laketrouten in de morgen en snoeken in de middag, aangezien de laketrout met dat mooie weer niet echt vooruit te branden was.

Henk wou niet mee in de avond, hij had zat gevangen en was moe.
Wim en Frank zouden wel gaan. Die avond zouden we naar de burn gaan, een plekje op 25 minuten varen van het kamp vandaan. De naam is gekozen doordat er jaren geleden een bosbrand daar heeft gewoed. De burn is zo’n beetje DE plek als je trollend met de lepel een grote wil vangen, wat Wim, Frank en ik nog wel zagen zitten.
Ook hier had ik begin van de 2e week een vis van 107,5 cm gevangen.


Op de dieptemeter zag ik deze al zwemmen, slechts op 7 meter water waar het 20 meter was.

Het was de laatste kans, nadat ik de avond ervoor 2 grote vissen bij het omhoog pompen had gelost.  De eerste 2 aanbeten schoten los, waarbij ik de bui al weer zag hangen.
Zelf met een nieuwe dreg nog losschieters, @#$%#. (lees———> Hé wat zonde)
Toen volgde een vis van 30 cm, wat weer duidelijk maakte wat voor rovers het zijn.
Frank haakte niet veel later een mooie laketrout van 97 cm, wat zijn grootste van de vakantie zou zijn.

Geconcentreerd volgde ik het talud, wat de avond ervoor voor die 2 grote geloste vissen zorgde.Plots liep het talud op en ik voelde even later het lood over de bodem stuiteren.
Motor uit, hengel hoog en binnen draaien, maar hij liep al vast.
Alleen de lijn bleef van de spoel lopen?
Boot ligt stil toch?
Ja, vis dus!?!

5, 10, 15 meter 15 kg dyneema lijn verdwenen van de reel.
Als een dieseltrein zwom 20 meter onder me een grote vis met de boot mee, want intussen was ik met de boot achter de vis aan gaan varen. Lichtelijk onzeker riep ik naar de andere boot dat dit waarschijnlijk een vals gehaakte vis moest zijn, want zo sterk kon toch bijna niet?

En daar sta je dan, met een jerkbait hengel die dienst doet als sleep hengel, omdat elke hengel die ik had te slap voor dit werk was. Hengel krom, de lijn als een snaar de diepte in en aan de andere kant een vis (al had het ook het Loch Ness monster kunnen zijn) die je niet zoals de meeste andere vissen voelt vechten. Nee, dit was één brok beton die er geen moeite mee had om je reel effe leeg te trekken nadat je net de nodige meters weer had op kunnen draaien.

Toen kwamen daar de eerste bellen boven.
Laketrout leegt namelijk tijdens het omhoog drillen zijn zwemblaas.
Alleen deze bellen waren wel erg groot, met een diameter van wel 20 cm.
5 minuten later weer bellen, weer van die grote.

Na een dril van 15 minuten waarvan ik me niet meer veel kan herinneren was daar plotseling de vis in de oppervlakte. Eénmaal in de oppervlakte is het dan ook gebeurt met de vechtlust van laketrout, en kan de vis voorzichtig geschept worden.

Van blijdschap riep ik wat vreugdetermen die ik me ook niet meer kan herinneren.
Terwijl Wim aan het filmen was, kwam Frank aan boord om me te helpen en om de nodige foto’s te maken. De meetlint stopte bij 115 cm en een geschat gewicht van rond de 20 kg, want de unster lag op het kamp.
(filmpje laatste gedeelte van de dril)


Laketrout wordt niet veel langer dan dit, maar gaat dan meer in de hoogte groeien. Vandaar ook die enorme kop, alsof die niet bij het lichaam past. Met moeite kreeg ik deze vis omhoog, al lijkt het op de foto zo gemakkelijk

Wij zijn nog wel tot 22.00 door gegaan met vissen, maar voor mij maakte het niet meer uit.
In een roes vaarde ik naar het kamp terug, nog nagenietend van deze enorme bak.

Het was weer voorbij de vakantie.
Kijk je bij aanvang nog tegen een 2 weken aan die je zal verblijven op het viskamp, voor je het weet vink je de laatste dag af en ga je weer naar huis.


Allemaal laketrout, maar met een totaal andere tekening

We hadden een uitermate goede vakantie gehad, het weer zat mee, en de vangsten waren gewoon super. Had ik in het begin van dit artikel het nog over de eerste keer dat ik hier was?
Zo’n 5 forellen en 20 snoeken gemiddeld had ik toen. En nu?
Nu stopte de teller op 476 vissen, gevangen tijdens 13 dagen vissen.
Het grootste gedeelte bestond nu dan uit forellen, aangezien we hier voornamelijk op hadden gevist.


De benzine voor de boten word per vliegtuig op deze manier ingevlogen

Gemiddelde maat zat tussen de 60 á 70 cm.
De grootste van mijzelf was zoals gezegd 115 cm, gevolgd door 107,5 cm, 99 cm, 96,5 cm, 94 cm, 92 cm en verder aflopend. En hoewel dit vissen van formaat zijn, waren het toch de kleinere vissen die er qua schoonheid uitsprongen en ook duidelijk lieten zien dat er veel kleur verschillen zijn.


Fantastisch uitzicht rondom het watervliegtuig, en wat een water is hier zeg.

De volgende dag werd er weer met het watervliegtuig terug gevlogen naar de bewoonde wereld.Nog één groep zou na ons komen, die we net als de vertrekkende groep bij onze aankomst op het kamp hielpen met het uitladen van de bagage.

In Edmonton voor de vlucht richting ons kikkerlandje nog naar het grootste overdekte winkelcentrum ter wereld geweest, want ja, die laatste dollars moesten nog opgemaakt worden hé.

Klik hier voor het filmpje van het laatste gedeelte van de dril van de meterplus vis….

Synco Bandsma synco@hetnet.nl


 

ANDEREN LAZEN OOK