Met vier man tegen een heilbot (deel 3)

Met vier man tegen een heilbot (deel 3)

Door Geert Luinge
 
In eerdere delen van dit verslag hebben we al een paar knappe visjes zien langskomen en we waren geëindigd met de klapperende kanjerheilbot van 127 centimeter van Peter. Aan die laatste foto zou ik nog de tekst willen toevoegen: weer gevangen aan kunstaas. Dat lijkt misschien een overbodige opmerking, maar in het verloop van deze week ontstond er aan boord een lekker pittige discussie over de vele voordelen van kunstaas ten opzichte van de talloze nadelen van natuurlijk aas. 
 
Voor de zekerheid had ik uit Nederland namelijk niet alleen een paar ons zagers, maar ook een pak diepvriesmakrelen en een doos inktvis meegenomen en ik moet toegeven dat er in mijn hoek van de boot vaak een gore putlucht hing. Het begon soms wel een beetje te lijken op de vreselijke stinkzooi die ik een paar weken geleden met een andere vismaat in het zuiden van Noorwegen had (mee)gemaakt toen we een zak met rubby dubby aan de ankerlijn hadden vastgebonden om de platvissen te lokken. 
 
De hele boot stonk toen naar die zooi en alles glibberde van de ranzige pilchardolie. Het meurde bovendien naar inktvis (diepvries calamares meegenomen uit Holland) en dat is een geweldig aas, maar na een paar uur in de zon gelegen te hebben verspreidt het een walm om van te kotsen, plus de penetrante geur van slijmerige zagers die helaas al aan 't bederven waren, plus het geur van Noorse garnalen die een paar dagen ongezien in de boot of in je vistrommel hebben liggen wegrotten.
 
Je zou inderdaad kunnen zeggen dat natuurlijk aas 'alleen maar smeerboel geeft' en absoluut 'niet beter is dan kunstaas'. Maar daarover verschillen dus de meningen. Ik geef toe dat natuurlijk aas vaak een smerige smurrie-bende geeft in de boot en dat het niet te vergelijken is met de steriele reinheid van een schone trommel met kunstaas van plastic en metaal.
 
Maar ... op een gegeven moment draait Peter zijn shad omhoog ... en we zien langs de boot een grote bruine schim meezwemmen. Een heilbot die .... het kunstaas weigert te pakken !  Op het laatste moment duikt hij weg de diepte in. Zou dat met een echte aasvis aan de lijn ook gebeurd zijn ?? Onze discussies over kunstaas versus natuurlijk aas laaien weer op.
 
Aasvis aan kunstaas.
 
Even later wordt de shad van Peet gepakt door een klein gulletje en terwijl hij dat zaakje achteloos binnendraait zien we aan het oppervlak in het kraakheldere water een dikke bruine vliegervormige deurmat opdoemen... een heilbot die twijfelt of hij de spartelende gul zal grijpen! In een flits hang ik mijn hengel met kunstaas voor zijn neus en ... verdomd, hij pakt de siliconen nepharing met overtuiging en even later sta ik met een krakende hengel en een huilende slip in mijn handen. 
 
Alleen wel verdomd jammer dat 'ie daarna losschoot, waarschijnlijk doordat ik niet krachtig genoeg had aangeslagen. Dat was dus een heilbot die achter een èchte gul aanzwom, maar uiteindelijk toch besloot om een plastic nepvis te grijpen.
 
Ik heb op deze trip wat minder met de echte fotocamera rondgelopen omdat de mannen natuurlijk hun supercoole digitale iphone-speeltjes bij zich hadden waarmee ze alle interessante (en trouwens ook niet-interessante) activiteiten filmden. Dus we hebben wel spectaculaire beelden op video, maar die passen niet in dit fotoverslag, dus zullen we het doen met bijvoorbeeld een plaatje van een mooie 'bijvangst op kunstaas' in de vorm van een knappe koolvis, die er zomaar even tussendoor kwam.
 
Koolvis tussendoortje.
 
Ook hebben we het vage- en onscherpe-, maar daarom misschien wel extra mystieke beeld van een zware brede heilbotstaart die met een enorme kracht en snelheid de diepte in klappert. We hebben deze week minstens vijf gevallen meegemaakt waarbij we de heilbot aan het oppervlak zagen zwemmen, en hem daarna het kunst- of natuurlijke aas zagen grijpen...een beeld dat daarna nóóit meer van je netvlies verdwijnt.  
 
Dan de paar honderdste seconden waarin je hart dan stilstaat...de vertwijfelde aanslag, de keiharde dreun op je hengel, de jankende slip, het exploderende water ... en de wegklapperende staart van de heilige megabot. Mijn mooiste vissersdromen zijn gevuld met zulke beelden. 
 
Heilbot-droombeeld.
 
De heilbot is eigenlijk een knap arrogante baas die bovenaan de voedselketen staat, en dat weet 'ie zelf ook. Hij komt rustig even kijken, komt op zijn dooie akkertje als een geheimzinnige platte schim naar het oppervlak toe om dan in laatste instantie de prooi alsnog te pakken... of het zaakje af te keuren en weigerend weg te zwemmen. Hij is absoluut niet bang, hij is de baas. 
 
Bij ons zwom er eentje eigenwijs vlak onder de boot door, een grote heilbot die ons met zijn waterige ogen aankeek met een blik van: noem je dát een aasvis?! en een houding van : Dát zullen we nog wel eens zien ..., dat maak ik zelf wel uit! ... Daarom moeten we het misschien nog even hebben over de materialen die je minstens nodig hebt om zo'n arrogante krachtpatser tijdelijk in de boot te krijgen, want ze kunnen levensgevaarlijk sterk zijn.
 
Hoewel ik er niet van houd om reklame te maken voor bepaalde merken, wil ik toch een uitzondering maken voor de Cutbait Herring en de Sandeel-imitaties van Savagegear. Die natuurgetrouwe siliconen kunstvisjes hebben zo'n aantrekkingskracht op heilbotten dat je ze eigenlijk altijd bij je moet hebben als je hier in de buurt bent. En dan ook in verschillende gewichten. Wij visten deze week vooral met een techniek die we nog niet zo vaak hadden gedaan, namelijk langzaam varend trollen met shads vlak boven de bodem. Dat werkt geweldig, maar je moet wel twee dingen goed doen om te kunnen scoren. 
 
Ten eerste moet de schipper de boot uiterst langzaam in een perfect rechte lijn over de stek laten varen, want als hij een bocht zou maken met vier shads in het water dan gaan de lijnen door elkaar en zit je hopeloos in de war. Ten tweede gaat het hier om het vinden van het juiste subtiele evenwicht tussen het gewicht van de loodkop, de weerstand van het shadlijfje plus schoepstaart, de dikte en gladheid van de gebruikte lijn, de stroming van het water en de snelheid van de boot. 
 
Dat is een precisiewerkje, maar als je ervoor zorgt dat de shad regelmatig de bodem raakt en er ongeveer een halve meter boven zwemt met uithalen naar boven, dan kun je af en toe eens tergend langzaam opdraaien tot aan het oppervlak, en let dan goed op ...of je geen bruin vloerkleed in de achtervolging ziet gaan, want heilbotten zijn echte nazwemmers en ze beslissen vaak pas op het laatste moment.
 
Zodra ze de shad met hun gapende muil naar binnen hebben gezogen breekt de hel los! Vanaf dat moment krijg je te maken met bijna ontembare oerkrachten en als dan je met gebrekkige materialen staat te klungelen, dan ga jij die megabot nooit in de boot krijgen.
 
Heavy duty drill.
 
Dingetjes om op te blijven letten zijn bijvoorbeeld een zwakke plek in je lijn (je hebt misschien eventjes per ongeluk met de hengeltop tegen de kademuur geschuurd) of een verkeerd gelegde knoop. Veel gevlochten lijnen zijn superglad, dus de knopen die je erin legt moeten véél wikkelingen hebben en dubbel worden doorgehaald, anders glijdt die knoop zó weer los. 
 
De wartel krijgt niet alleen trek-kracht maar ook wrik-kracht te verduren. Ik heb al meerdere keren gezien hoe een 50-ponds wartel werd stukgetrokken met een 30-ponds lijn. Je zou denken dat dat niet mogelijk is, maar de praktijk heeft het al vaak genoeg bewezen. Ik heb ook uitgebogen splitringen gezien om de tranen van in je ogen te krijgen, dus kies vooral voor sterk spul. Heilbotten zijn meedogenloos.
 
... en nu niet losschieten, please ...
 
Die sandeels van Savagear hebben relatief weinig weerstand in het water waardoor ze prettig snel op diepte komen, maar de haken zijn vrij dun en het weerhaakje nogal klein, waardoor wij een paar losschieters hadden waar we nu nog ziek van zijn. Als een grote heilbot wordt verspeeld doordat tijdens de dril de haak losschiet, dan zijn wij niet blij!
 
Op zulke momenten komt dan weer de vroegere dooie-aasvis-visser in mij naar boven die met een getakelde aasvis aan de gang wil, want wees nou eerlijk: een dikke taaie nylon onderlijn met twee grote 7.0 meervalhaken eraan heeft toch een véél grotere inhakings-kans. Dan komen miskleunende losschieters-door-te-kleine-haakjes echt niet meer voor! 
 
Lofoten aan de horizon.
 
Inmiddels was de laatste dag van onze trip aangebroken en het record van Peter (127centimeter) smeekte om verbetering.
Dus ik zat (zoals wel vaker) te dubben en te twijfelen of ik mijn hengel zou omtuigen tot een doodaas montage of dat ik (net als de anderen) stug zou blijven doorvissen met pilkers en shads. Ik zat fanatiek te bladeren in mijn asociaal dikke onderlijnenmap, toen Rein naast me een ukkie gulletje omhoog draaide en schamper vroeg of ik dat dingetje misschien wilde hebben en ik zei : "Jadoemaar ... We gaan het nog één keer proberen."
 
Ik hing de dode gul in een grote meervalhakentakel en liet het zaakje met een hoekafhouder en een sleeploodje aan een breeklijn langzaam zakken. Aangezien het hier maar acht meter diep was, kon je de bodem zien en zag je het visje boven de bodem dwarrelen. De jongens gingen ondertussen stug door met gullen tikken op kunstaas, en we verbaasden ons erover dat we die gullen vingen op kraakhelder water van amper acht meter diep. 
 
Dit komt waarschijnlijk doordat het voedselaanbod langs de Noorse kust in het voorjaar erg langzaam op gang komt. De ondiepe zandbanken zullen het eerst zijn opgewarmd, waardoor daar eerder algenbloei plaatsvindt, waar vervolgens de haringachtigen op af zullen komen, die uiteindelijk weer gevolgd worden door de grote rovers.
 
Ik had een uurtje geleden voorgesteld om nóg ondieper te gaan vissen, en nu driftten we over een luipaard-bodem (zand afgewisseld met plantenbedden) waar ik met mijn polaroidbril makkelijk de bodem kon zien. Je zag zelfs dikke vette krabben over de bodem schuifelen...en ik twijfelde of we nu niet weer té ondiep bezig waren...
 
De klok tikte onverbiddelijk door en de zoveelste kunstaas-gul kwam binnenboord. Het einde van de trip was helaas in zicht en de mannen waren alweer druk bezig met het plannen van de terugreis. Die hadden het over hengelzooi opruimen, huisje schoonmaken, koffers inpakken, op tijd op het vliegveld enzovoorts.
 
Ik bleef gefocust tot de laatste minuut, draaide de aasvis omhoog en liet hem aantrekkelijk rondtollen in de stroming onder de boot. Ik was van plan om mijn beugel te openen om het zaakje weer rustig te laten zakken, toen ik plotseling een reusachtige bruine schim omhoog zag komen en voordat ik het besefte lag er een enorme heilbot aan het oppervlak die trek had in mijn aasvis.
 
Ik brulde het uit: "Jajaja! Kijk daar! Daar komt 'ie ....een hele grote !!!" De drie vismaten keken met opengevallen mond toe. We zagen het massieve bruine vloerkleed naar de aasvis toe schuiven en met een harde slurpende kolk werd de gul naar binnen gezogen. Ik wachtte twee tellen...de spanning was om te snijden... met een beheersde haal zette ik de haak...en daarna nog twee maal voor de zekerheid. 
 
Toen begon de slip te janken en te huilen en te gieren en te krijsen ... en... maar ... wat er daarna allemaal gebeurd is kan ik niet op een normale manier vertellen. Zulke spectaculaire beelden zijn met geen pen te beschrijven. Ik heb ze inmiddels vele malen in mijn dromen in de herhaling zien langskomen.
 
Wat ik nog wel weet is dat we vier man nodig hadden om dat ding te temmen. Zelf had ik mijn handen vol aan het krampachtig vasthouden van een bonkende stompende hoepelrok. Alle andere hengels waren inmiddels binnengehaald om voorrang te verlenen aan dit bakbeest. 
 
Chiel was druk doende om de boot, die ondertussen door de wind en de stroming en vooral ook door de enorme sleurkracht van de gehaakte heilbot uit koers raakte zo te manoeuvreren dat mijn lijn vrij van obstakels bleef en de boot geen averij zou oplopen tegen de rotsen. 
 
Bovendien probeerde hij, toen de machtige heilbot eindelijk uitgedrild aan het oppervlak stillag, met de stok van een veel te klein schepnet de staart van de loodzware heilbot boven water te houden, zodat we hem zouden kunnen 'lussen' in plaats van gaffen, omdat we hem absoluut weer levend wilden vrijlaten!  
 
Peter speelde dus voor lusmatroos. Dat wil zeggen: hij hing overboord en was ontzettend druk bezig met een geimproviseerde touw-lus-Lasso die 'gewoon even' om de staart van de vechtende kanjerbot moest worden gelegd, waarna Rein met volle kracht aan het touw zou gaan sleuren om de loodzware platvis binnenboord te takelen. 
 
Maar dit was absoluut geen gevalletje van 'zo gezegd zo gedaan'! Na een slopende vierpersoons worstelpartij met één vis stonden we uiteindelijk alle vier met het zweet op de rug te hijgen van vermoeidheid, maar ook als kleine jongetjes te juichen en te dansen van plezier, en gaven we elkaar kletsende highfives en dikke knuffelpakkerds, want toen lag die heilbot van (geschat) 60 kilo en (gemeten) 147 centimeter eindelijk binnenboord. 
 
Heilige bot op schoot.
 
Wat kan ik hier nog aan toevoegen?  Weinig tot niets. Droomvis gevangen. Grootste wens vervuld. Mission completed. Job done.
 
Decor van een droomscenario.
 
Ik heb daarna nog minstens een half uur stil en verdwaasd voor me uit zitten kijken en voelde me een zeer gelukkig man. Ik heb de hengels maar even aan de kant gelegd en ben wat gaan spelen met de fotocamera, om nog wat beelden vast te leggen van de omgeving waarin wij dit droomscenario-visavontuur mochten beleven. 
 
Tijd om afscheid te nemen.
 
Tenslotte heb ik een héél diepe zucht geslaakt en heb Petrus visvriendelijk bedankt voor deze onvergetelijk mooie droomvis. Een vis die ons als afscheid nog één keer zijn machtige klapperende staart liet zien, en die nu weer veilig ergens rondschuifelt over de bodem van de zee. We zullen hem nooit vergeten. A fish of a lifetime.
 
Een dag met een gouden randje.
 
Tenslotte wens ik je toe dat ook jouw dromen zullen worden verwezenlijkt, hoe raar ze ook mogen zijn. Mocht je vragen hebben of willen reageren naar aanleiding van dit verslag, stuur een mailtje naar info@totalfishing.nl.
 
Gelukkige groeten van Geert Luinge