Less is more (Deel 6)

Less is more (Deel 6) 

Door Berthil Bos

In mijn artikelen probeer ik altijd iets op papier te zetten waar je wat van kan opsteken of minimaal over gaat nadenken. In deze reeks is dat niet anders, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat er over dit onderwerp geen andere meningen bestaan. Mijn artikelen zijn wel altijd getoetst aan de praktijk en door mijn jarenlange ervaring ga ik niet over één nacht ijs.

In deze serie over Less is More is het niet anders, want op mijn viskamer hangen de wanden vol met allerlei kunstaas. Buiten de omzet van de hengelsportwinkel heeft dit natuurlijk heeft dit wel een nut gehad, omdat ik mij nu wel een allround kunstaasvisser mag noemen.

Toch had ik deze weg sneller kunnen afleggen, indien ik in het begin wat meer over deze materie had nagedacht en de tijd had genomen om eerst een aantal kunstaasjes goed te leren kennen. Ik heb er ontzettend veel uitgeprobeerd, om na een tijdje er achter te komen dat het beestje toch niet 'je van het' was of en dat is ook belangrijk, niet bij mij paste.

Hierdoor heeft mijn zelfvertrouwen vooral in die tijd af en toe een behoorlijk deuk opgelopen, waardoor de motivatie minder werd en dus natuurlijk ook de vangsten.


Het belangrijkste is en blijft, geniet en heb plezier, zelfs als Esox even van zich afbijt.


Ik begrijp als geen ander dat er roofvissers zijn die juist het uitproberen van diverse kunstaasje erg leuk vinden en als je daar je bevrediging in vindt, moet je daar zeker mee doorgaan, maar een beetje nadenken kan nooit kwaad. Voor degene die het o zo belangrijke vertrouwen wel nodig hebben, om zich te ontwikkelen in deze schitterende hobby, is Less is More een goede leidraad.

Om het één en ander te verduidelijken en te laten zien dat er ook andere zijn die binnen hun discipline goed nadenken over de keuze van het kunstaas, heb ik in deze reeks artikel andere roofvissers aan het woord gelaten omtrent de stelling Less is More. Ook zijn er reacties binnen gekomen bij Totalfishing en één daarvan wil ik als eind van deze serie met jullie delen.

John v/d Heuvel uit Volendam:
Al jaren bevis ik in de polder de tinca tinca oftewel de zeelt. De zeelt is onberekenbaar, heeft enorme kracht en is vooral erg mooi. Dit zijn de factoren voor mij om deze groenbruine polderkanjer achter zijn (vis)huid aan te zitten.

Echter, het kwam veelvuldig voor dat de snoek op mijn voerstek aanwezig was en soms genadeloos toesloeg naar de aldaar aanwezige prooi.

Ook gebeurde het regelmatig dat de snoek mijn worm nam en er een heerlijk gevecht werd gevoerd op mijn licht materiaal, een niet veel dikkere lijn dan 12/100 tot uiterst 16/100 op een penhengel. Natuurlijk verspeelde ik het grootste aantal, omdat het voor deze vissoort zo belangrijke stalen onderlijntje ontbrak.

In 'mijn' polder zie ik regelmatig snoekvissers langskomen met het modernste materiaal en kunstaas en soms lieten ze mij even kijken in hun meegebrachte kunstaasassortiment. In vergelijking met het wormpje dat ik gebruik, was dit voor mij een ver van het bed show en de moed zonk mij in de schoenen.

Echter om op jou artikel terug te komen, die snoeken bleven toch in mijn gedachte en na een tijdje ben ik toch met een spinhengel achter deze rover aan gegaan.

Bij de lokale hengelsportwinkel stond ook ik te kijken naar een keur van kunstaas, groen, geel, blauw, rubber, plastic met of zonder schoep, diep of ondiep, ik wist het even niet meer.

Toen viel mijn oog op het merk Ondex, die kon ik nog van heel lang geleden kende. Het ging om een eenvoudige spinner die ik in de jeugd regelmatig had gebruikt. Ik kocht er drie in verschillende maten met zo’n rood pluimpje.

Bij de polder aangekomen, waar het niet dieper is dan 80 centimeter, knoopte ik de spinner aan de stalen onderlijn en ging op pad. Het was een stralende dag met een licht windje over het water en ik dacht terug aan mijn jeugd toen ik regelmatig op deze manier op jacht ging.

Ik hoefde geen keuze te maken qua kunstaas en met een licht spinhengeltje in de hand kon ik dat wel dagenlang volhouden.

Resultaat op de eerste dag zeven stuks, met als grootste 78 centimeter. De Ondex nr. 4 had zijn werk meer dan voortreffelijk gedaan.


John hield het simpel en heeft nu genoeg vertrouwen voor de volgende stap.


Resultaat tweede dag, acht stuks in dezelfde grootte. Mijn interesse in snoek is weer helemaal aangewakkerd, mede door het feit dat ik het simpel heb gehouden, met een makkelijk te vissen en bewezen kunstaasje, de spinner.

Tot zover het artikel over Less is More en ik hoop dat jullie er wat aan hebben.

Berthil.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Zicht op zeebaars: Wat een drama voorjaar!
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Weerzien
Willem Moorman -