Legaal wildkamperen (Deel 2)

Legaal wildkamperen (Deel 2)

Tekst, foto’s en film: Simon Torenbeek en Stef Jansens
 
In het tweede deel gaat de voorn aan de doodaashengel en wordt ons doorzetten beloond. Maar eerst is het de vraag of we eigenlijk wel vanaf ons comfortabele kampeervlot richting Volkerak kunnen vertrekken…
 
We schrikken we van een stel fazanten die precies achter ons vlot zijn neergestreken. Als we het terrasje oplopen om ze van dichterbij te bekijken vliegen ze luid kakelend weg. Gisteren hebben we voor het slapengaan de weersvoorspelling voor vandaag gecheckt en die zag er prima uit. Windkracht drie, graadje of 15 bewolkt met af en toe een vleugje zon, heerlijk dus.
 
Helaas is de realiteit iets anders. Ik rek me nog eens goed uit en wrijf de slaap uit mijn ogen, het maakt geen donder uit. Het zicht blijft slechts een meter of 50. Wat een mist! Wederom twijfelen Simon en ik of we vandaag het Volkerak op kunnen: met zo’n dicht pak mist ben je – zeker op een plas als het Volkerak- snel verdwaald!  
 
Fazanten in de achtertuin.
 
Na een heerlijk ontbijtje wordt de boot gewoon ingeladen met jerkbaithengels en één dobberhengel. We gaan namelijk eerst de monding eens grondig uitkammen en hopen dat wanneer we hier mee klaar zijn de mist is opgetrokken. Nogmaals pakt Simon zijn telefoon erbij om te bekijken hoe hoopvol we mogen zijn over het optrekken van de mist. Buienradar geeft aan dat aan het einde van de ochtend de mist grotendeels weg moet zijn. De wind is ideaal vandaag, toch is het vertrouwen bij mij ver te zoeken. Mist en vissen is voor mijn gevoel geen ideale combi, waarom weet ik niet, maar gevoelsmatig klopt het gewoon niet.
 
Inmiddels is het al elf uur en de monding van het Volkerak hebben we ondertussen helemaal afgevist, zonder enig teken van leven. Wel lijken de flarden grijs om ons heen iets dunner te worden. We zetten de drift langs de kant gewoon door, we kunnen zo onmogelijk verdwalen en wie weet waar we tegenaan lopen? Eerst driften we een hele poos boven vier meter water, langzaam verandert de koers van de drift en de dieptemeter geeft aan dat we inmiddels boven zes meter water liggen.
 
Ze heten niet voor niks lepels!
 
Voor het eerst vandaag zien we tekenen van leven op de dieptemeter. De voorn die al een hele tijd achter de boot wordt gesleept vertoont een teken van leven… Eindelijk! Met een felle schok verdwijnt de dobber onder water en de reel begint te ratelen. Snel neem ik de dobberhengel en zet de ratel uit, met de hand geef ik wat lijn zodat de vis geen enkele weerstand voelt. Lijn verlaat de reel in een razend tempo, ik besluit de thumbbar dicht te draaien en voorzichtig de losse lijn op te draaien. Wanneer de lijn min of meer strak staat haal ik uit, met een ferme haal zet ik de haak… In het luchtledige, zo denk ik. Nul weerstand voel ik, stevig balend draai ik als een gek de dobber binnen. 
 
Uit het niets vliegt de hengel alsnog krom! De vis was naar me toe komen zwemmen waardoor ik niets gevoeld heb. Gelukkig hangt hij wel en kan de dril nu echt beginnen. Ik voel redelijk wat gewicht, af en toe een kopstoot maar de lange uithalen blijven voorlopig uit. Onder de boot kan ik de vis redelijk makkelijk omhoog pompen. De dobber is al in zicht. Nu pas gaat de vis echt strijd leveren. Een aantal felle korte runs moet ik pareren. 
 
 
Ondertussen maakt Simon het net gereed. Na vier runs is de koek op en moet de snoek zich overgeven. Al snel wordt hij omsloten door de mazen van het net. In het net worden de haken losgetikt waarna ik de vis even voor de lens omhooghoud. Wat een voldoening zeg, zelden heb ik zo hard voor één vis gevist. Wanneer deze snoek teruggezet is valt ons op dat de mist nu eigenlijk wel meevalt. Al Simon zijn hotspots worden aangedaan en tot in den treure uitgekamd met jerk- en grote softbaits maar het mag niet baten. Vandaag blijft het bij één vis.
 
Zelden zo hard voor één vis gevist.
 
Wanneer we in de avondschemer terugkomen bij ons vlot zien we dat we buren gekregen hebben. Twee vlotten naast hebben een vader en zoon plaatsgenomen, maar tijd voor een praatje is er nu niet. We moeten aasvis hebben voor morgen. Snel wordt het witvisspul gereed gemaakt en gelukkig vangen we nu al snel enkele mooie voorns. Wanneer de koek op is duiken we de slaapzakken in.
 
Meer informatie over de kampeervlotten bij www.camping-raft.com

ANDEREN LAZEN OOK