Kunstaas perfectioneren deel 1

Kunstaas perfectioneren  (deel 1)

door Eddy te Mebel

Het jaar 2007 was voor mij weer een topjaar wat het roofvissen betreft. Mede dankzij de natte en koele zomer waren er weer zeer goede vangsten te boeken.  Hierdoor ga je nog meer vissen en uiteraard ook weer meer experimenteren met kunstaas. Want zeg nou zelf; het kan toch altijd wel anders of misschien nog iets beter? In dit eerste deel van het artikel een aantal praktische tips die nog wel eens handig kunnen  zijn.

Diverse loodkopmontages.
Degene die in het verleden mijn artikelen gelezen heeft weet dat ik veel met bestaande loodkoppen experimenteer. Ik verander deze door de jighaak er vanaf te knippen en er wat gaas op te solderen. Dit gegalvaniseerde gaas buig ik schuin naar voren. (dus richting loodkop). Het voordeel van dit gegalvaniseerde gaas is dat het niet roest.  

RVS gaas is natuurlijk ook een goede mogelijkheid, maar is moeilijker aan te komen en uiteraard duurder.  Ik vis nu inmiddels al diverse jaren met deze montage en bevalt mij prima. Ik gebruik de zware montages (b.v. bulldawgs, twinnlers of toads) voor het vissen vanuit de boot en de lichte modellen voor het vissen vanaf de oever in beken en slootjes.     

 

Zeker als er veel waterplanten aanwezig zijn in de beken, is deze montage handig. Een shad of grote twister kun je door tussen de waterplanten door vissen of in een gat tussen de planten laten zakken. De waterplanten kan ik dan makkelijk van de haak af slaan door het kunstaas een keer op het wateroppervlak te laten kletsen. De shad of twister zal er dan echt nimmer of nooit afvliegen.

Ook bij het vangen van een snoek zit de shad niet meer dubbelgevouwen in de haakbocht. Van dat probleem ben ik nu gelukkig ook af.  Wie een beetje creatief is kan zelf ook diverse montages bedenken. Het hoeft echt niet altijd te bestaan uit een loodkop. Het mag ook alleen een stevige bevestiging zijn tussen onderlijn en shad.  De verzwaring van een kogelloodje of moertje kan ook aan de onderkant van het rubber bevestigd worden.

Pluggen dieper laten lopen.
In voorgaande jaren boorde ik 1 of meerder gaatjes in de onderkant van de plug als ik vond dat deze dieper moest lopen.  Wat lood erin drukken en dichtlijmen. Ging prima, alleen als deze aanpassing was aangebracht was er geen weg meer terug. Als de actie van het kunstaas hierdoor wat minder was geworden, moest ik alles er weer uitboren, met alle gevolgen van dien. 

Beter is het om wat lood los aan de onderkant te monteren door middel van een stukje RVS draad van het bevestigingsoog  naar het oog van de voorste haakbevestiging. Nu kun je snel kogellood verwisselen van gewicht zonder de plug te veranderen. Het enige wat je soms moet doen is een heel klein gaatje door de schoep heen boren om het RVS draad zo dicht mogelijk langs de onderkant van de plug te laten lopen. Als het moet kun je van een drijvende plug zelfs een zinkende plug maken.

Alleen moet je soms wel even testen of het lood vooraan- of midden onder de plug moet komen te hangen. Dit is afhankelijk van het model plug.  Sommige pluggen zijn gevoelig voor te veel lood, maar andere modellen trekken er zich niks van aan en blijven gewoon doorzwemmen. Kwestie van proberen.  Als het je niet bevalt haal je alles er gewoon weer vanaf.

Aluminium plaatjes plakken.
Het extra attractief maken van een shad is mogelijk door hem te kleuren d.m.v. watervaste stiften. Ook is het mogelijk om de shad te beplakken met bijvoorbeeld een stukje aluminium folie. Lijkt mooi op de achterkant van het staartje. Zelf heb ik het nog interessanter gemaakt voor de roofvis door op het staartje een aluminium plaatje te plakken met secondenlijm. Het staartje eerst wel even ontvetten met bijvoorbeeld een beetje thinner.

 Ook de buik of zijkant is goed te beplakken met aluminium. Zelf heb ik wat afvalmateriaal kunnen bemachtigen uit een productiebedrijf. Kleine dunne schijfjes ter grootte van een euro. Als de zon schijnt reflecteren de zonnestralen door het water, die volgens mij ook extra aandacht trekt door de roofvis.


Fluorcarbon;  betrouwbaar of niet?
De ene kunstaasvisser zweert erbij en de andere niet. Ik zelf hoor bij die laatste. Met regelmaat heb ik het fluorcarbon getest en vroegtijdig moest ik het al weer vervangen of vernieuwen. Soms zelfs al na een enkele vangst.  Ik kan me dan ook niet voorstellen dat er roofvissers zijn die durven te beweren dat fluorcarbon 100% betrouwbaar is. Ik weet dat er grote snoeken verspeeld zijn omdat ze met hun scherpe tanden de lijn doorsneden. Snoeken bijten de lijn niet door, maar snijden de lijn door omdat deze onder hoge spanning staat.  Het overkwam mij ook meerdere malen dat ik net geluk had dat ik de vis nog binnen kreeg.

Afgelopen zomer had ik net een nieuwe onderlijn gemonteerd en ving hiermee op het nippertje een tachtiger snoek. Na deze eerste vis was de hagelnieuwe onderlijn van 1mm. dikte bijna door midden. Dit gaf voor mij de doorslag om er niet meer mee door te vissen. Ook een nadeel vind ik de dikte. Als ik b.v. geplastificeerd staaldraad met een trekkracht van 40 kilo neem, kom ik nog maar aan een dikte van 0,7 mm. En hierna gaat nog steeds mijn voorkeur uit.



In kunstaas perfectioneren  (deel 2) zal ik met behulp van foto´s laten zien hoe ik mijn onderlijn van staaldraad maak zonder sleeves……….

Klik hier voor deel 2