Kribverlaging en… de gevolgen voor de hengelsport

Kribverlaging en… de gevolgen voor de hengelsport

Door Willem Stolk

Vanaf 1 januari 2009 worden de kribben van de Waal verlaagd. De kribben zullen naar schatting nog maar 100 dagen per jaar boven water staan en de vraag is of je er dan nog vanaf kunt vissen. Waarom zijn deze ingrijpende werkzaamheden eigenlijk nodig en wat zijn de mogelijke gevolgen voor ons vissers? We zullen beslist minder dagen per jaar vanaf een krib kunnen vissen en wanneer we willen feederen, barbelen of met een vaste hengel willen vissen, dan zal dit in de toekomst minder vaak vanaf een krib moeten gebeuren.

Hoe wij ons in ons Lage Landje in de toekomst teweer zullen moeten stellen tegen een stijgend waterniveau van zowel de rivieren die in onze delta afwateren als de Noordzee direct voor onze drempel, houdt momenteel iedereen bezig. Onlangs werd een ‘nieuw Deltaplan’ gepresenteerd en eerder pleitte staatssecretaris Huizinga al voor weerstand, veerkracht en aanpassingsvermogen in het beleid om Nederland klimaatbestendig in te richten.

Dat deed ze 31 juli j.l. tijdens de presentatie van het KNMI rapport ‘De toestand van het klimaat’. Uit dit rapport blijkt dat het klimaat in Nederland sneller opwarmt in vergelijking met de rest van de wereld! Deze opwarming leidt volgens het KNMI ook tot meer neerslag. Voor Huizinga onderstreept de inhoud van het rapport het belang van ingrepen als ‘Ruimte voor de Rivier’.


We zullen minder dagen per jaar vanaf de kribben kunnen vissen.

Voortvloeiend uit dat beleidsplan wil Rijkswaterstaat vóór 2016 alle kribben in de Waal tussen Pannerdensche Kop en Gorinchem aanpassen/verlagen. Het gaat hierbij om 750 kribben.

Het rivierengebied moet worden beschermd tegen overstromingen, dat is waar het om gaat. We moeten in de toekomst rekening houden met nattere winters. Een gevolg is dat rivieren meer water te verwerken krijgen, waardoor de kans op overstromingen toeneemt, met alle nare gevolgen van dien. 

Water heeft ruimte nodig en wanneer de kribben in de Waal worden verlaagd, zal dit naar schatting zo’n 15 cm waterhoogte in de rivier schelen. En dat betekent minder direct risico dat de rivier buiten haar beschermende oevers treedt.

Wat gebeurt er met de kribben?
De kribben worden uiteindelijk flink verlaagd. Omdat het niveauverschil bovenstrooms groter is, worden de kribben daar tot wel twee meter lager en stroomafwaarts bij Gorinchem zal de kribverlaging ongeveer 50 centimeter bedragen. Bij een lage rivierwaterstand zal een krib dan nog ruim een meter boven het wateroppervlak uitsteken.
Die kribverlaging zal waarschijnlijk als volgt worden uitgevoerd:

     
  • Eerst worden de stenen van de bovenkant van de krib verwijderd;
  •  
  • Dan wordt het geotextiel (een soort worteldoek) weggehaald;
  •  
  • Vervolgens wordt het zand in de kern van de krib gedeeltelijk weggehaald;
  •  
  • Uiteindelijk komt er nieuw doek op en worden de stenen terug geplaatst;
  •  
  • Overtollige stenen worden netjes ‘opgeruimd’ en dus niet zomaar ergens neergegooid.


Er zal weer een hoop werk verricht worden aan de rivier.

Alternatieven
Zowel VBC Waal als Sportvisserij Nederland hebben aan Rijkswaterstaat (RWS) diverse opties voorgelegd om in ieder geval een aantal kribben niet te verlagen en daarnaast diverse kribben zodanig aan te passen dat ze goed bevisbaar blijven. Kribben die wel verlaagd zijn kunnen bijvoorbeeld aan de kop worden voorzien van een soort plateau, of in ieder geval een vlak stuk waarop men goed kan zitten.

Ik heb zelf ook enige voorstellen voorgedragen, die men ter kennisgeving heeft aangenomen. Hoe en wat er precies gaat veranderen, is vooralsnog echter niet zeker. RWS heeft zich wél van de goede kant laten zien. Er is in ieder geval aan ons gedacht en er is nog steeds overleg. Wie weet kunnen we in ‘ruil’ voor de kribverlaging ‘iets’ terug krijgen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan plassen die nu zijn afgesloten van de Waal; het zou mooi zijn als deze weer in open verbinding met de rivier zouden komen te staan. Dat is beter voor de migratie en overwintering van vissen. Maar ook doorstromingsgebieden uitbreiden en toegankelijk maken voor sportvissers, is een goede optie. Dergelijke gebieden kunnen, mits goed en diep genoeg aangelegd, prachtig stekken opleveren om te vissen.

Misschien kunnen er ook kribben onveranderd blijven liggen. Er is bij RWS in ieder geval begrip voor de door de sportvisserij geuite zorgen en inmiddels is er een inventarisatie gemaakt van ‘goede viskribben’ en kribben waarop momenteel veel wordt gevist, veelal de kribben die makkelijk toegankelijk/bereikbaar zijn. Sportvisserij Nederland was hier van meet af aan bij betrokken en men heeft in Bilthoven ook mij gevraagd welke kribben interessant zijn en dus niet verlaagd zouden moeten worden.


Misschien kunnen er ook kribben onveranderd blijven liggen.


RWS komt hierop terug en zal laten weten of het aantal kribben, die voor de sportvissers belangrijk zijn, kunnen blijven zoals ze nu zijn.

Het zal echter zeker zo zijn dat het gros van alle kribben zal worden verlaagd. In de zomermaanden zal dat waarschijnlijk niet veel problemen opleveren, omdat de Waal dan doorgaans laag staat en ook het vissen vanaf een verlaagde krib dan mogelijk blijft. In de winter zullen echter de meeste kribben onder water verdwijnen, maar: dan wordt er ook veel minder vanaf kribben gevist en dus zal de ‘schade’ enigszins meevallen.

Voor de wedstrijden die onder andere in Tiel, Vuren en Zaltbommel worden gevist, zullen de kribverlagingen echter ongetwijfeld consequenties hebben. Hoe daarmee wordt omgegaan is op dit moment niet duidelijk.

Gevolgen beroepsvisserij
Ook voor de beroepsvissers zal er het een en ander gaan veranderen. Als de kribben grotendeels onder water komen te liggen, dan is ook elektrisch vissen moeilijk of zelfs onmogelijk. Op zich vind ik dat alleen maar een voordeel voor de sportvisserij, omdat ik vaak heb gezien dat deze elektrovisserij (op paling) leidt tot sterfte van jongbroed van allerlei riviervissoorten.

Ook het vissen met fuiken wordt moeilijker, vooral aangezien de luwe stukken verdwijnen en er dus veel drijfvuil in de netten terecht zal komen. Als de beroepsvisserij tengevolge van de kribverlaging niet meer mogelijk zou zijn, is dit per definitie beter voor de visstand. Er wordt nou eenmaal erg veel vis weggevangen en er treedt altijd sterfte op doordat ‘ongewenste’ vis in de netten verstrikt raakt. Denk o.a. aan de ‘beschermde’ zeeforel en zalm.

Maar ook beroepsvissers moeten hun brood kunnen verdienen en men zal dus ongetwijfeld op zoek gaan naar alternatieve vismethoden om inkomsten te genereren. Als we er maar op toezien dat er niet met sleepnetten of met staand want gevist gaat worden, want dan wordt de visstand in de rivier het grote slachtoffer. Staand want is een drama voor snoekbaars, brasem en ook barbeel. Alle reden voor de sportvisserij om alle ontwikkelingen in die richting uiterst kritisch te volgen en waar mogelijk een halt toe te roepen.


Ook de beroepsvisserij zal te maken krijgen met de gevolgen.

Creatief zijn

Ook al zullen er in het ergste geval dus beslist vismogelijkheden verloren gaan en dan met name in de winter en het voorjaar, er kan ook in de toekomst nog weldegelijk in de Waal worden gevist. Tussen de kribvakken kun je bijvoorbeeld prima driftend vissen met een matchhengel. Het is afwachten hoe de stroming zijn weg zal vinden, maar ik weet uit ervaring dat wanneer de kribben net niet onder water staan, het driften tussen de kribvakken erg goed gaat.

Wellicht komt er daar straks dan wat meer water te staan en als het water dan ook nog enige kleur heeft (dus niet kraanwater-helder) kan er tussen de kribvakken goed vis worden gevangen. Alles valt of staat echter met de stroming en het waterpeil. Staat er slechts 30 centimeter water, dan zal er nagenoeg geen vis tussen de kribvakken komen.


Het motto is creatief blijven.

Ook feederen tussen de kribben tegen de stroomnaad zal beslist prima mogelijk blijven, al zal de gerichte visserij op barbeel wellicht echter wat moeilijker worden. Deze vis houdt zich veelal in de hoofdstroom op en die is juist vanaf de kribben goed bereikbaar.

Voor de bootvissers voorzie ik nauwelijks of geen problemen. Zij zijn mobiel en moeten waarschijnlijk slechts hun vistechnieken enigszins aanpassen. Drop-shotten bijvoorbeeld kan dan echter nog effectiever zijn dan nu het geval is. Al met al moeten we eruit halen wat erin zit; de wensen goed uit onderhandelen met RWS, maar ook zelf creatief blijven. Bij de pakken neerzitten heeft geen zin. Het algemene belang gaat nou eenmaal voor.

Ik houd jullie op de hoogte van de voortgang van deze reconstructie van ‘onze’ Waal. Heb je op en/of aanmerkingen, mail deze dan naar
info@publishinghouse.nl onder vermelding van “kribverlaging Waal”.

Ik zal dan proberen te antwoorden en goede suggesties vervolgens ook doorspelen naar de bij deze werkzaamheden betrokken partijen.

Deze reportage en diverse andere opnieuw

weer zeer lezenswaardige artikelen
, kunt u

terugvinden in Witvis Totaal no. 40, dat

verschenen is op 15 oktober  2008.

 


Voor meer informatie over o.a. aantrekkelijke


abonnementsaanbiedingen:
Klik Hier
 



 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Witvisperikelen: Visser in de maak ( deel 1 )
Willem Moorman -
image description
Feederen op het Wantij
Willem Moorman -
image description
Witvisperikelen: Vooroordelen
Willem Moorman -