**KLAAR**          Zo licht het maar kan..!

Zo licht het maar kan..!

Door René Sehr

Jaren geleden schreef ik al eens een artikel over het zeer licht vissen vanuit de kleine boot. Wij behoorden destijds in IJmuiden tot een handjevol bootvissers dat superlicht materiaal gebruikte, maar gelukkig zie ik dat er anno 2006 steeds meer vissers hun (te) zware boothengels hebben ingeruild voor een wat lichtere versie.

Helaas is daarvoor ook een reden aan te wijzen die uit nood is geboren. Het is nu eenmaal zo dat er steeds minder écht grote vis wordt gevangen en waarom een gulletje van 50 cm binnentakelen aan een 30 lb boothengel, terwijl het ook op een zeer leuke manier kan? Ik heb gullen van 70 cm gevangen op een verticaalhengeltje, dat normaal wordt gebruikt voor (snoek)baars!

                       


“”

Dat de zeebaars aan een enorme opmars bezig is, hoef ik geen lezer van Zeehengelsport nog te vertellen. Hoewel het beroep nog steeds veel te veel kleine zeebaars weet weg te vangen, vangen we ook als sportvissers toch in nog steeds toenemende mate kleine baars. In oktober vorig jaar werden wij in IJmuiden verrast met de komst een enorme school zeebaars, allemaal vissen van tussen de 30 en 40 cm.

Gedurende enkele dagen waren ze goed te vangen vanaf de kant, maar daarna lieten ze zich zakken naar de bodem en waren alleen nog maar door de bootvissers buit te maken. Daar op de bodem liepen er bovendien met de regelmaat van de klok leuke gullen, pollakken en zeer grote (hors)makrelen tussendoor. Gelet op het formaat van de vissen zou je verwachten dat men in de bootjes zou overschakelen op lekker licht materiaal, maar kennelijk beseften veel vissers eigenlijk niet wat ‘licht’ inhoudt. Sterker nog, ik zag mede-vissers overschakelen op een verenpaternoster om vooral meer “sport” te beleven! Ik heb daar ook een aantal dagen gevist en zag diverse rare combinaties aan de start verschijnen. Een paar voorbeelden:

Een 20 lb boothengel met een lepeltje van 40 gram; Een karperhengel met daaraan 150 gram lood en een verenpaternoster; Een boothengel met een spinmolen; Een spinhengel met een bootreel.

Als je lekker wil voetballen gebruik je geen volleybal en als je gaat squashen gebruik je geen badmintonracket, maar bij het vissen worden er wél de gekste combinaties gebruikt!
Mijn definitie van licht vissen is het gebruik van op elkaar afgestemd materiaal tijdens de juiste omstandigheden om zo veel mogelijk plezier te hebben van de aanwezige vissen. En dus zijn er meteen al enkele zaken waarmee we rekening moeten houden, want de manier waarop de baarsjes in bovenstaand praktijkvoorbeeld het water uit werden ‘gerost’ is helemaal niet nodig. Een aantal “inkoppertjes”, want de volgende zaken moeten bij elke bootvisser bekend zijn bij de keuze van het materiaal.

De te verwachten vissoort en het formaat van de vis. Stroomsnelheid Waterdiepte Type boot

Korte toelichting
Hoewel ik hierboven diverse factoren even apart opnoem, kunt u zich wel voorstellen hoezeer dat alles in elkaar grijpt. Het bevissen van een meterkabeljauw op 35 meter water in combinatie met springtij, schept nu eenmaal niet de meest ideale omstandigheden om eens lekker licht te gaan vissen. Maar diezelfde kabeljauw kan op een plek waar maar enkele meters water staat boven een schoon wrakje tijdens oostenwind en doodtij, heel anders worden bevist!
Wanneer je specifiek vist op gul en wijting, ga je in de regel met ander materiaal aan de slag dan wanneer je het op makreel, zeebaars of geep hebt voorzien. De eerste twee soorten moeten tegen de bodem bevist worden en de andere (pelagische) soorten mag je hoger in het water verwachten. En ook met dergelijke zaken dien je rekening te houden. Want het vangen van een zeebaars aan een plugje is a priori veel leuker dan aan een paternoster met 300 gram lood, toch?

Hoewel ik lange tijd een grote voorstander ben geweest van alleen een reel voor de bootvisserij, gebruik ik nu ook geregeld een (spin)molen. Met een lichte hengel en de daarmee gepaard gaande lichte loodgewichten, vis je toch iets directer met een molen en kun je ook sneller reageren op een aanbeet. Een reelhengel klem je toch sneller onder je arm en dat kost je toch snelheid en dus soms vis. Het nadeel van een molen vind ik dan weer wel dat als je lijn wilt geven, je elke keer de beugel moet openen en dat gaat met een reeltje weer eenvoudiger, zeker als je een reeltje gebruikt met een zgn. “thumb-bar” of lever-drag. Een reel is over het algemeen directer met binnendraaien en sterker dan een molen. Maar goed, voor beide keuzes is iets te zeggen. Kies wel een molen met een grote slingerknop, dat is wel zo prettig. Het merk Quantum voert tegenwoordig in de Cabo serie heel mooie reeltjes en molens, speciaal voor de lichte zoute bootvisserij .

                       


“”

Voor de lichte visserij is er natuurlijk nog maar één lijntje dat we gebruiken, namelijk een gevlochten Dyneemalijn. Toch doen veel bootvissers de voordelen van deze lijn teniet door te kiezen voor een veel te dikke versie. Want wanneer je vist met een lichte boothengel of een spinhengel met een pilkertje van 80 gram, waarom dat dan in combinatie met een lijn met een trekkracht van 20 kilo? Je hebt dan wel een goed contact en voelt je wellicht ook ‘safe’, maar veel vissers beseffen kennelijk nog steeds niet dat een dikkere lijn ook meer stroming pakt en daarom ook weer zwaardere loodgewichten vereist! Dit kan soms enkele tientallen grammen uitmaken en wanneer je op grotere dieptes vist zoals bijvoorbeeld in Noorwegen, heb je het al gauw over ‘onsjes’ meer!

En dan het onderwerp waar het allemaal om draait: het aas. Ik vis zo simpel als maar kan en heb eigenlijk nooit problemen als er eens geen aas te verkrijgen is. Ik vis namelijk vrijwel altijd met een pilkertje, al dan niet in combinatie met een stripje inktvis of twister o.i.d. Als het doel gul, wijting, pollak of zeebaars of makreel is, dan is dit een prima combinatie. (Het passief vissen op tong en paling laat ik in het kader van dit verhaal even buiten beschouwing). Mijn pilkertjes hebben gewichten tussen de 50 en 120 gram en daar kan ik 75 % van de vistijd volledig mee uit de voeten.

Wanneer het water wat troebeler is, of de vissen zijn niet zo fanatiek, dan kunnen we wederom met dezelfde pilkertjes aan de slag, maar we maken ze nu aantrekkelijker met behulp van natuurlijk aas in de vorm van een zeepier, zager of inktvis of het recentelijk op de markt verschenen Gulp Kunstaas. Toch blijft voor mij een strip inktvis de meest effectieve en goedkope manier om veel vis te vangen, want er gaat niets boven vers natuurlijk aas. Op deze manier hebben we ook een veel grotere kans om soorten als pollak, koolvis en zeebaars met enige regelmaat aan de schubben te komen.

Het volledige verhaal van René kunt u lezen in nummer 5 van Zeehengelsport, dat vanaf 5 mei 2006 voor € 3,50 te koop is in de hengelsportspeciaalzaak of de boekwinkel/kiosk. U kunt natuurlijk ook abonnee worden waardoor u iedere maand het blad automatisch in de bus krijgt voor een scherpe prijs.