**KLAAR**          Zeebaars, krachtpatser van de Noordzee

Zeebaars, krachtpatser van de Noordzee

Door Joop Folkers

Rond vriend zeebaars bestaat nog altijd een soort mysterie. Ergens begrijpelijk want pakweg 15 jaar geleden was er nog nauwelijks iets bekend over deze machtige sportvis. Er was destijds aan en op zee maar een vissoort die telde en dat was de kabeljauw.

Logisch want deze vissoort sprak tot de verbeelding van iedere rechtgeaarde zeevisser. Het was tenslotte de enige vissoort die je van zowel de kant als vanaf de boot kon vangen. Tel daarbij op dat ze meer dan een meter lang konden worden en dat kabeljauw nog eens goed te eten was dan had je alle ingrediënten voor sportvis nummero uno! Kortom, van zeebaars had men als zeevisser nog nauwelijks iets gehoord. Ja, natuurlijk trokken er ook destijds al grote scholen van deze zilveren rovers door ons kustwater richting noorden. Vreemd, maar uit vangstberichten bleek dat ze eigenlijk nooit verder doortrokken dan de Waddeneilanden.

                       


“20 jaar geleden hadden we bijna nog nooit van dit soort vissen gehoord”

Ik hield het ook in die periode al nauwlettend in de gaten, maar ik ben destijds zowel langs het Duitse- als Deense kustgebied eigenlijk nooit geregistreerde vangsten van zeebaarzen tegen gekomen. Nu zoveel jaren later is dit allemaal sterk veranderd. Neem bijvoorbeeld de gemiddelde zeewatertemperatuur vergeleken met zo’n 20 jaar geleden is deze meer dan 2 graden toegenomen. Mede hierdoor, is het leefgebied van deze toch wel unieke sportvis langzaam maar zeker richting noorden opgeschoven. Zo werden er bijvoorbeeld het afgelopen jaar in een fjord net even onder Bergen (Noorwegen) zomaar ineens leuke zeebaarsvangsten gemeld. Oke, het ging dan niet direct om kanjers van vissen maar mede dankzij dit feit is het aantoonbaar dat hun verspreidingsgebied steeds groter wordt.

Steeds grotere scholen
Zo slecht als het gaat met onze kabeljauw in de Noorzee zo goed gaat het met de zeebaars. Zo rond eind april trekken ze in enorme scholen vanuit hun overwinteringstekken richting Hollandse en Duitse kust. Enkele jaren terug gingen we er nog vanuit dat de scholen zich groepeerden en bij een bepaalde zeewatertemperatuur (zo’n 10 graden) richting noorden begonnen te zwemmen. Nadat ik met enkele Engelse biologen had gesproken moest ik deze mening bijstellen. Volgens hen, reageren ze voornamelijk op licht. Naarmate het aantal lichturen toeneemt, komt de trek langzaam maar zeker op gang. Het is daarom ook logisch dat je tijdens een goed warm voorjaar(veel lichturen) vroeger kans maakt op zeebaars dan tijdens een donker en koud voorjaar. Op het moment dat ze rond ons kustwater arriveren, beginnen ze aan het oeroude paairitueel.

De aangewezen stekken zijn rivieren en kanalen die in open verbinding met de Noordzee staan. Meestal duurt dit hele ritueel zo’n 3 tot 4 weken waarna ze er werkelijk alles aan doen om zo snel mogelijk weer in topconditie te geraken! Daarom begint de “echte”” zeebaarsvisserij dan eigenlijk ook pas zo rond eind mei. Gretig als ze zijn pakken in die periode werkelijk alles wat ze wordt aangeboden. Het maakt dan ook nauwelijks uit of je shads, twisters of pluggen gebruikt. Meestal duurt dit baarzenbal zo’n krappe drie weken waarna het echte specialisme om de hoek komt kijken. Op dat moment is het aanpassen van het juiste kunstaas een echte must anders kun je het gewoon schudden. Kijk, dit soort elementen maakt deze tak van vissen nu juist zo interessant. Toch haken er juist in deze periode veel zeevissers af, omdat men vriend zeebaars gewoonweg veel minder makkelijk aan de schubben kan komen.

Materiaal
Laten we eerst even het materiaal doornemen. Zeebaars is een vis van snoeiharde vaak onverwachte aanbeten en lange snelle runs. Dit vraagt om goed aangepast materiaal. Zelf vissen we met stevige spinhengels met een werpgewicht van 50 tot 100 gram. Vanaf de kant kies ik voor een lengte die varieert tussen de 3.30 en 3.60 mtr terwijl ik vanuit de boot een hengel met een maximale lengte van 3.00 mtr gebruik. Het hart van de zeebaarsvisserij is onze werpmolen. Het moet er een zijn met een perfecte slipafstelling om de snelle, onnavolgbare runs goed op te kunnen vangen.

                       


Zeebaars is een echte rare snuiter, die evenals snoek/snoekbaars je kunstaas vaak tot vlak onder de kant/boot blijft volgen, om vervolgens pas tijdens de laatste meter(s) aan te vallen. Meestal juist op die momenten dat je verandert van de inhaalsnelheid of dat je je kunstaas van de diepte naar de oppervlakte draait wekt het op een neen of andere manier agressie op! Na de meestal keiharde aanbeet, is het meteen zwemmen geblazen. Vaak duiken ze daarbij direct de diepte in en je begrijpt dat een niet 100% werkende slip direct einde oefening betekent! Zeker als je gebruik maakt van een dyneema lijn. Deze rekloze, vaak dunne lijnen, heb ik dan ook al heel wat keren zien sneuvelen omdat de afstand van de vis en de hengeltop (te) kort was waardoor de slecht afgestelde slip niet of nauwelijks kon reageren en het hele spul afbrak.

Zelf vissen we met de Twinpower5000FA van Shimano een klasse molen die perfect voldoet voor dit werk. Ook de firma Spro heeft een goede, betaalbare molen op de markt gebracht in de vorm van de Blue Arc 750. De dikte van de dyneema hoofdlijn die ik gebruik kan variëren van 18 tot 22/00 mm. Belangrijk is wel dat je deze hoofdlijn voorziet van een kort circa 80 cm lange nylon voorslag met een dikte van 60/00 mm. Zelf gebruiken we hiervoor Amnesia (clear) met een trekkracht van 11,4 kilo.

Kunstaas
Over het te gebruiken kunstaas kan ik een boek volschrijven. Eigenlijk is dit net zo onvoorspelbaar als het te gebruiken kunstaas voor snoekbaars. Het is dan ook een kwestie van iedere keer weer uitproberen en aanpassen. De meest gebruikte kunstaassoorten zijn shads, lepels, pilkertjes, gebonden jigkoppen voorzien van een twister, pluggen en poppers. Je zal begrijpen dat je een behoorlijk arsenaal kunstaas mee moet slepen wil je een optimale kans maken. Maar er zijn altijd geijkte soorten kunstaas waaraan altijd wel een visje te vangen is. Laten we ze even op een rijtje zetten.

Allereerst is het van groot belang hoe en waar de zeebaars jaagt. Vaak zie je aan de oppervlakte jagen, maar ere zijn ook genoeg dagen bij dat ze vanaf een schuilplaats toeslaan. Maar goed, op het moment dat we de baars aan de oppervlakte zien is het zaaks je kunstaas zo hoog mogelijk aan te bieden. Aangewezen kunstaassoorten zijn dan een plug of lepel. Ook lichte kopjes ( tot 7 gram) voorzien van een Turbo shad (Salt Water Assassin/Bass Assassin Lures) kunnen vaak voor verrassende resultaten zorgen. Wel is het belangrijk dat deze evenals een plug snel worden binnen gevist. Het gebeurt regelmatig, dat je je kunstaas temidden van een school jagende zeebaarzen aanbiedt maar dat ze dit totaal negeren. Je kunt er dan gewoon vanuit gaan dat je kunstaas op dat moment niet overeenkomt met het natuurlijke aasaanbod waardoor ze het gewoon links laten liggen! Ook kan het wisselen van kleuren soms heel belangrijk zijn.

Enkele kunstaassoorten die vrijwel altijd vangen zijn o.a. de Culpritt Shads in de kleur Salt &Pepper en White. Ook de eerder genoemde Turbo Shads van Bass Assassin vangen bijna altijd wel. Ook hier is wit meestal de favoriete kleur. Zien we geen leven rond de oppervlakte dan moeten we de zeebaars rond de bodem zoeken. Pieren, steenstortingen, paalhoofden en niet te vergeten strekdammen zijn juist dan de aangewezen stekken. De zeebaarzen kunnen zich hier makkelijk verbergen en vanuit hun schuilplaats tot actie overgaan! Gebonden jigkoppen en shads zijn hier de aangewezen kunstaassoorten.

Er zijn vele soorten lepels in de handel. Toch zijn er eigenlijk maar twee die goed voldoen de “good old” Toby lepel en de nieuwe Moresilda’s van Fox. Deze serie lepels is verkrijgbaar in maar liefst 6 kleuren en 9 gewichten. Zelf gebruiken hebben we verreweg de beste resultaten geboekt met de gewichten 18 en 22 gram in de kleuren SBLA en SBLU. Tot slot nog even de pluggen. Voor mij de manier van vissen omdat de aanbeten zo snoeihard doorkomen. Er zijn vele soorten pluggen die aan de eisen voldoen. Zelf zweer ik al jaar en dag bij de Magnum serie van Rapala. Zowel de diep- als ondiepduikende series zijn ware killers. De nieuwe X-Rap (zouwateruitvoering met roestvrijstalen haken)heeft ook al bewezen een klasse plug te zijn. Voordeel van deze ratelende verwerpplug is, dat je ook tegen wind in een lekker eind kan werpen. Beste kleuren zijn en blijven de SM-GM-RH en de SRD. Zelf bevestigen we de pluggen middels een Spinlink-clip of een Crosslock Snap (nr. 4)

Waar en wanneer
Zoals ik net al even aanhaalde is zeebaars een vaak moeilijk te verleiden vissoort. Mede daarom geeft het juist zo’n voldoening als je succes hebt. Zeebaars voelt zich het best in zijn element als er een felle getijdestroom loopt. Kleinere vissoorten waaronder zeebliek en zandaal raken hierdoor in paniek en vormen zo een makkelijke prooi op voor onze vrienden. Dus moeten we op zoek naar stekken die onder invloed staan van eb en vloed. Denk hierbij aan de havenhoofden waar het vrijwel altijd stroomt.

Strekdammen vind je op veel plaatsen langs de kust. Helaas zijn deze stekken alleen te bevissen tijdens het afgaande en lage water. De beste vangkansen maken we op het moment dat we ons kunstaas over de kop aan kunnen bieden. Vis altijd stroomopwaarts en laat de getijdestroom je kunstaas over de hotspots voeren. Op deze manier creëer je de meest natuurlijke aasaanbieding.
Heb je geen succes met een witte shad zet dan gerust een andere kleur op. Je zal versteld staan dat hele kleine veranderingen soms unieke vangstresultaten op kunnen leveren! Op stekken zoals havenhoofden en wandelpieren zijn we minder afhankelijk van het tij. Omdat ze tijdens hoog water gewoon goed bevisbaar blijven.

                       


De beste vangkansen maken we ook hier op het moment dat er een pittige getijdestroom loopt. De beste tijden zijn vanaf 4 uur voor het hoge tot 3 uur na het hoge water. Dit komt mede door het feit dat het opkomende (verse) zeewater altijd weer nieuwe jonge vis, krabbetjes en garnaaltjes meevoert. Dan zijn er natuurlijk de stranden. Hier kunnen we onze zeebaars het beste verleiden als er een lekkere stevige branding staat. Vis hierbij je kunstaas door de brandingsgolven heen. Soms sta je werkelijk versteld hoe ze je plug boven op de top van zo’n golf te pakken nemen en daarbij direct gebruik makend van de stroom weer naar open zee duiken! Spannende momenten waarbij je adrenaline gehalte behoorlijk wordt opgevoerd. Ook vanaf het strand maken we de beste kans op dat moment dat het stroomt.

Manier van vissen
Eigenlijk is de manier van vissen simpel. Moeten we zeebaars rond de bodem zoeken dan maken we dus de meeste kans als het stroomt. Werp je aas uptide in en laat het voor je eigen gevoel tot net boven de bodem zakken. Spin daarna langzaam binnen terwijl je je kunstaas rond de bodem aanbiedt. Belangrijkste punt is dat je het loodgewicht van je jig/shadkop aanpast aan de sterkte van de stroom. Vis je te zwaar dan is de kans op vastlopen erg groot en verspeel je onnodig veel kunstaas. De gewichten van de loodkoppen die wij gebruiken variëren van 5 tot 28 (soms 35) gram. Op het moment dat er een sterke getijdestroom loopt vis ik met 28 gram. Op het moment dat de stroom afneemt ga ik steeds lichter vissen om mijn kunstaas netjes boven de bodem aan te kunnen bieden. Vis je met de plug dan moet je juist weer op zoek naar stekken waar je nauwelijks te maken hebt met getijdestroom. Je kunt dit natuurlijk ook mooi combineren want op die momenten dat de stroom wegvalt kun je overgaan tot het vissen met de plug. Stekel ze!