**KLAAR**              Megasnoek               65

Megasnoek 65

door Co Sielhorst

20 december 2003.
Een geweldig mooie dag woensdag. Ik moet eruit. Ga weer langs de bosrand zitten, net als de laatste keer. Wat een verademing. Na een hele dag regen nu een droge zonnige dag. De temperatuur loopt zelfs ook nog wat op. Het wordt heel aangenaam in de zon.
De wind draait langzaam maar zeker een betere hoek in. Het gaat niet hard. Het zeiltje is na verloop van een halve dag nog niet verder opgeschoten dan een tiental meters. Nu valt de wind wat meer op het water. De bosrand geeft beschutting bij noodweer. Bij rustig weer is het moeilijk om weg te komen uit de luwte. Nu is het dan zover. De voorn gaat op vier meter diepte de plas over. De structuur die ik vorige keer ontdekte kom ik nu niet tegen. Dat betekent dus dat er zeker vier meter water boven staat.

                       

Ik moet hier eens met de kano rond gaan zoeken om een beter beeld de krijgen van de bodem. Een maatje van me heeft zijn elctromotor bij me neer gelegd om eens uit te proberen. Daar ga ik nog leuke avonturen mee beleven komend jaar. Ik weet dat dit een lastig water is geworden. Met die gedachte in mijn achterhoofd moet ik er iets van zien te maken vandaag. Aan de omgeving ligt het niet. Er is van alles te zien. In de luwte scharrelen diverse soorten eenden rond. Honderden meerkoeten stuiven regelmatig in blinde paniek het water op. Een buizerd scheert steeds vanuit de dekking laag over de grasstrook. De statige rover zoekt naar muizen maar dat schijnen de meerkoeten niet te begrijpen. Ik hou vol tot in de schemer. Er is vandaag helemaal niets gebeurd.

Voor zaterdag heb ik met Max afgesproken. Ik weet niet of ik hem een kans op weer een visloze dag voor moet schotelen. Ik leg hem het dilemma voor. We besluiten voor een kansrijker water te kiezen. Het is acht uur als ik de auto langs de waterkant parkeer. Nog geen minuut later zie ik koplampen. Hij heeft het moeiteloos gevonden. We kijken eerst even hoe de wind over het water blaast. Er is weer volop narigheid voorspeld. Alleen daarom al kiezen we voor een stek met de wind in de rug.

De meeste aanbeten komen hier gewoon op de bodem is de ervaring. Een dobber en een loodhengel voor Max dus. Sardien doet het hier nog steeds goed dus dat is ook niet moeilijk. Ik ga zelf weer op avontuur met de zeildobber. Een grote horsmakreel mag vandaag over de plas gaan koersen. De wind blaast hard naar het midden dus dat gaat lukken. Mijn tweede hengel, met een dobber, gaat naar tien meter water, gewoon op de bodem. In de loop van de dag ga ik hier nog wel wat mee spelen.

De wind krijgt al snel vat op het zeiltje. Ik ben nog geen dertig meter uit de kant als ik plotseling het zeiltje mis. Ik schrik er even van. Heb de aanbeet niet gezien. Jammer, want het mooiste van zeilen is de aanbeet. Ik krijg altijd kippenvel op het moment dat het vrij forse zeil door de golven zakt. Ik pak meteen de hengel op, draai strak, en geef een haal. Er pruttelt iets in de diepte. Geen massieve weerstand. Moet een kleintje zijn. Ik verwacht nog even dat het visje er af gaat rollen. Dan komt er een snoekje naar de oppervlakte. Spartelt hier nog even rond en komt naar de kant. De grote horsmakreel hing aan twee even lange onderlijnen. Een dreg net achter de kop en de tweede dreg achter de rugvin. De achterste dreg zit nu in de punt van het bekkie van het snoekje. De voorste dreg zit nog in de horsmakreel. Koddig gezicht. Het snoekje zwemt nu naast de horsmakreel. Kom eens hier kleine rakker. Snel die dreg eruit en wegwezen.

Het is nog vroeg dus grote kans dat er vandaag nog meer gaat gebeuren. De wind trekt flink aan. De beloofde regen laat ook niet lang op zich wachten. De zeil staat nu wel heel ver weg. Het metaal van het spoeltje begint al door de lijn te schemeren. Het ruige weer beperkt het zicht. Ik haal de vis langzaam honderd meter terug. Nu heb ik er beter zicht op.

Aan de andere hengels nog geen teken van leven. Af en toe ligt de wakerhengel te zwiepen op de steunen. Op het geluid van de piepers reageren we allang niet meer zo nerveus. De regen klettert onafgebroken op de plu. Het is compleet uitgestorven langs het water. Zelfs voor honden is het nu te slecht geworden. Ik probeer Max en vooral ook mezelf moed in te praten. Heel veel aanbeten komen hier aan het eind van de middag, er is geen woord van gelogen. We houden natuurlijk dapper vol. Een paar bakken hete soep krikken de moraal behoorlijk op. De zeilvis gaat een stuk ondieper. De andere dobber gaat naar een afstand die ik hier nog nooit gehaald heb. De wind geeft de vis vleugels. Met zoveel lijn onder de dobber moet ik nog even zien of die dobber wel genoeg drijfvermogen heeft om boven water te blijven. Bij harde wind, op grote diepte neemt de druk op de lijn behoorlijk toe. Het is op het randje zie ik even later. De dobber blijft ondanks het ruige water redelijk zichtbaar. Pas als het licht aan het eind van de middag afneemt moet ik beide vissen dichterbij halen om er zicht op te houden. Jammer, de verwachte opleving blijft uit. . Als gastheer mag ik natuurlijk nooit de eerste vis vangen. De meeste is ook schandalig. Dat ik ook nog de grootste gevangen heb is helemaal ongehoord. En dat allemaal met een snoekje van zestig centimeter. Dit doen we nog een keer over.

                       


“Ik begin me een beetje schuldig te voelen”

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -