**KLAAR**              Megasnoek               64

Megasnoek 64

door Co Sielhorst

13 december 2003.
Na een lekkere vakantie glijden de Pyreneeën onder ons door. Zonovergoten met besneeuwde toppen, prachtig. Daarna dommel ik weg. Twee uur later is alles grijs onder ons. Pas als de landing ingezet wordt is er weer iets te zien daar beneden. De Maasvlakte glijdt onder ons door. Even later, een stuk lager, herken ik de wateren rond Amsterdam. Het vakantiegevoel is ineens over. Ik wil eruit. Laarzen aan. Modder voelen. Gras ruiken.

De volgende ochtend sta ik te popelen. Er is weer voorspeld om rekening mee te houden. Ik moet voor rugdekking zorgen en niet te ver gaan lopen. Hier past maar één water bij. Een goed toegankelijk water. Op de zuidwestkant een flink bos. Weliswaar kaal maar het geeft toch wat beschutting. Er zit geen geweldig snoekbestand op dit water. De kans op een knappe vis is wel redelijk groot. Het kan alleen wel even duren. Daarom wordt er ook heel weinig gevist.

De wind huilt door de kale takken. De regen stuift gewoon onder de plu door. De temperatuur is aan de hoge kant. Het is zaak om vandaag zo droog mogelijk te blijven. Dat gaat niet helemaal lukken, dat weet ik nu al. Ik ga proberen om met de zeildobber zoveel mogelijk water af te vissen. Een flinke voorn wordt bijna levend in dit geweld. Ik denk dat ik deze plas redelijk ken. Toch kom ik al vrij snel een verrassing tegen. Tachtig meter uit de kant valt het zeil plat. Heel even denk ik dat er iets anders aan de hand is. Even een meter of tien terug. Het zeil gaat weer staan. Dat is fraai, een ondiepe plek zo ver uit de kant. Het is me jaren geleden al opgevallen. Langs een denkbeeldige lijn vanaf een ondiepte links van me naar een punt aan de overkant. Op rustige dagen is er vaak vis te zien. Meestal springende witvis, soms ook jagende baars. Leuk om zeilend dit soort ontdekkingen te doen. Vooral omdat het andere observaties bevestigt. Ik laat de voorn de hele dag langs de nieuw ontdekte structuur heen en weer varen. De harde wind stuurt de boel heel strak aan.

Het regent de hele dag al. De grauwe somberte en de harde wind beginnen door te dringen. Mijn benen worden als eerste nat. Het is niet koud dus ik zit er niet mee. De zeilhengel krijgt veel aandacht vandaag. Toch verlies ik de andere dobber niet uit het oog. Hij staat de hele dag al op dertig meter uit de kant. Een korte hobbel! Nog een tik. Een aanbeet! Spannend. De dobber zakt nu weg. Een paar seconden later is er contact. Blijft stug beneden maar doet eigenlijk niet veel. Ik blijf rustig aan meters winnen. Het water staat laag. Nog steeds het gevolg van de extreme zomer. Daardoor kan ik nu mooi met de hengel boven de vis blijven. Pas onder de kant komt er iets op gang. Ik heb even getwijfeld maar ik geloof nu toch dat er een nette vis langs de bodem koerst. Stuitje en dobber zakken weer door de oppervlakte. Het blijft een trage vertoning. Geeft niet, ik heb alle tijd. Dan dobbert er ineens een klein dik metertje aan de oppervlakte. Klein koppie heeft dat beest.

Mijn dag kan niet meer stuk. Ik ben hier heel lang niet meer geweest. Door omstandigheden min of meer gedwongen om hier heen te gaan en dan toch nog een leuke vis. Misschien dat ik het jaar hier maar eens vol moest maken. Ik krijg het steeds beter naar mijn zin. Hoe harder het stormt en regent, hoe mooier het hier is. De ontbering hoort er ook bij. Het moet niet ongezond worden maar dit beestenweer heeft ook zijn mooie kanten. De regen slaat een roffel de wind huilt een melodie. De plu heb ik naast het slootje vastgebonden aan een stoere boom. Alles houdt stand. Toch ga ik even kijken of de knopen goed blijven zitten. Paalsteek, mastworp en meer van dat soort padvinderwerk komen nu goed van pas. Iets vast zetten is handig maar ook weer loskrijgen met doorweekte koude handen is ook prettig. Daarom heb ik ook wat dikker koord genomen. Niet zozeer voor de sterkte maar knopen losmaken wordt er een stuk makkelijker door.

Het wordt vroeg donker vandaag. Door de dikke laag grijs geeft de stand van de zon vandaag de tijd niet door. De dag duurt veel te kort maar ik moet toch wel een keer weg. Mijn kleding houdt de stuifregen niet meer tegen. Het is nog steeds niet koud. Met de zeildobber probeer ik de ondiepte die kennelijk de hele plas over loopt nog wat beter in kaart te brengen. Ik begin nu overal natte plekken te voelen. Vóór het echt donker wordt ga ik de boel bij elkaar zoeken. Zoveel mogelijk van de modder ontdoen. De stoel in helemaal verzadigd en loodzwaar geworden. Tas is ook nog nooit zo zwaar geweest. Alleen de camera’s heb ik al vrij snel in veiligheid gebracht. Voor de rest is alles nu door en door nat. Het interesseert me geen reet, ik heb een prachtige dag gehad.

                       

 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -