**KLAAR**  Megasnoek 50

Op zoek naar Megasnoek - (deel 50)

door Co Sielhorst

25 januari 2003.

Steppie belt. Nog vissen deze week? Tuurlijk, hoe, waar, met de kano, van de kant, kan allemaal. Voor een kunstaasvisser is mijn manier van vissen misschien niet de meest avontuurlijke. Langs de kant zitten en wachten tot er een snoek langs komt? Ik zie wel weer wat in een dag met de boot, op de plas. Kan er misschien ook een kunstaashengel mee. Donderdag gaan we op pad. Hij laat het verder aan mij over.

                       

Woensdag wil ik nog even polshoogte nemen. Ik spring in de auto. Niet ver van mijn huis liggen de stadsgrachten. Altijd even een blik over het water als ik er langs kom. Schuimplaten op het midden! Dat is wel erg actief. Ik hou even in. Langs de kant nog een! Hoe kan dat nou, zo kort na een ijstijd. Heeft Patrick toch gelijk. Hij had nerveuze berichten gehoord over een ander deel van de grachten. Een dooie vis is niet zo vreemd in de winter. Na een vorstperiode komt het wel vaker voor dat er een paar vissen dood liggen. Ieder jaar gaan er vissen dood. Dat is gewoon de natuur. Nu ben ik toch blij dat Patrick gebeld heeft. Ik ga even goed rond kijken. In de hoek waar de wind heen blaast liggen rijen dik karpers aan de oppervlakte. Tientallen, er zijn er maar weinig bij onder de twintig pond.

Als een speer aan het werk. Gemeente bellen. Binnen een paar minuten zijn er mensen op de been. Waterschap neemt heel snel monsters. Even overleg met Gerwin Gerlach van de OVB. Brandweer bellen als het inderdaad een zuurstofprobleem is. Let op het vervolgtraject als er een zuurstofloze prop water zich kan verplaatsen. Oppassen met bodemslib als er water verneveld wordt. Goed advies.

Maar wat moet ik met die karpers. Die zijn over een uur allemaal dood. Ander water is dichtbij. Zuurstofmonsters, en snel. Metselkuipen moeten er ook komen. Ik haal snel mijn grootste net op en hak de knoop door. Die vissen moeten naar dat andere water toe. Ze zijn al helemaal versuft. Laten zich met drie tegelijk scheppen. Tachtig pond in één haal. Leuk is anders. Er lopen een paar mensen van de Gemeente te sjouwen. Na verloop van tijd komt er meer aanloop. Allemaal helpende handen. Twee uur later is er geen karper meer te bekennen. De actie begint nu echt de aandacht te trekken. Scholen gaan uit. Tientallen mensen lopen nu vissen te verhuizen. Helaas hebben een paar snoekbaarzen het loodje gelegd. Hier en daar kruipen enorme palingen bijna de kant op. Ze gaan over op ademhaling uit de lucht. Met een net zijn de gladde slangen niet te vangen. Ze lijken zich met hun staart vast te houden. Met de hand pakken blijkt de beste manier. Ik word er zelfs handig in. Polsdikke meters zijn erbij, imposante beesten.

De monsternemer heeft zo precies mogelijk de slechte plek gelokaliseerd. Stroming en wind hebben de vissen in deze hoek gedreven, voor de onleefbare prop water uit. Ze hebben er geen besef van dat verderop in het zelfde water de toestand al weer helemaal leefbaar is. De polder waar de gracht op afwatert ligt er goed bij. Uit meerdere stadswateren komt hier water binnen. Vermengd met zuurstofrijk water wordt de dodelijke, zuurstofloze prop onschadelijk gemaakt. De bittere pil is bijna geslikt. Na een slopende dag ga ik later op de avond nog een keer kijken. Alleen nog grote alen tussen het gras. Ze zijn een stuk fitter. Bij de geringste aanraking zijn de weg. Zelfs het zoeklicht is al genoeg om ze te laten vluchten.
Er liggen dode brasems. Een paar snoekbaarzen hebben de narigheid ook niet overleefd. Het komt verder wel goed. Jammer dat er vissen doodgaan maar het is geen onherstelbare schade. Het is natuurlijk wel een symptoom. Hier moet wel heel goed naar gekeken worden, maar dat is iets voor nader onderzoek.

De volgende dag staat Steppie al vroeg voor de deur. Hij heeft er zin in. Ik natuurlijk ook. Het vertrouwen is na de twee aanbeten van vorige week torenhoog. We gaan meteen naar de bomenhoek. De nieuwe roeispanen zijn aan de korte kant. Dat roeit belazerd. Gelukkig helpt de wind een handje. De afstand is ook niet al te groot.

Ik denk dat ik precies weet waar het vandaag gaat gebeuren. Een brasempje en een sardien, niet te ver voor de bomen. Wat stukken vis er omheen. Ze kunnen aan tafel. Halverwege de dag zijn we nog steeds vol goede moed. Het wordt alleen een stuk kouder als de wind aanwakkert. We proberen om de boot op een gunstigere plek te krijgen. Dat valt nog niet mee. Dan realiseer ik me ineens dat we gewoon op onze eerste stek hadden moeten blijven. Simpelweg de andere kant op gaan vissen en de plu in de rug. Heel omslachtig allemaal. Het resultaat is echter de moeite waard. Stukken aangenamer. We kunnen er weer uren tegen. De aalscholvers komen aanvliegen. Kleine koppeltjes. Ze komen hier altijd met enkele tientallen overnachten in de hoge bomen. Zo laat alweer? Het gaat niet lukken vandaag. Alweer niet.

Zaterdag wordt een veel koudere dag. Het vriest zelfs tot de zon op komt. Even niet in de boot dus. Ik heb nog een heel nieuw water op mijn lijstje staan. Een rivierplas die bij laag water afgesloten is van de rivier. Ik heb het water op een verkenningstrip gevonden en het heeft me eigenlijk nooit meer los gelaten. Vrijdagavond zet ik alles nog eens op een rijtje. Ja, ik weet het zeker. Ik ga er morgen naartoe.

In het donker weet ik het ook vlot te vinden. Het is wel een uithoek hier. Oppassen niet te ver in de berm. Het is wat modderig allemaal. Een dun laagje rivierslib, achtergebleven bij de laatste hoge waterstand, maakt het griezelig glad. De bewolking begint te kleuren door de zon die nog achter de horizon is. Duizenden ganzen gaan op de wieken. Kleine en grote formaties gaan op pad. Als ze opstijgen maken ze veel kabaal.

                       

De zon kruipt langzaam boven het zomerdijkje uit. Het lijkt wel of er een laagje goud over de kale stronken gestrooid wordt. Er staat een meter of vier water langs de kant. Mooie diepte. Het is maar een uurtje aardig weer. Ik kruip dieper onder de plu. Het wordt grijs en het gaat harder waaien. Motregen stuift overal doorheen. Geen weer dus om rond te gaan met een peilhengel. Ik weet nog helemaal niets van dit water. Meestal doe ik dat anders. Nu moet ik gaandeweg meer over dit water aan de weet zien te komen. Het is in ieder geval een prettige plas om bij slecht weer weg te kruipen. Alle oevers zijn begaanbaar. Bij iedere windrichting is er dus beschutting te vinden. Het is weer een hele taaie dag. Toch blijft deze plas voorlopig op mijn lijstje staan.

 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -