**KLAAR**  Megasnoek 34

Op zoek naar Megasnoek - (deel 34)

door Co Sielhorst

23 februari 2002

Er is heel slecht weer voorspeld. Daarom heb ik voor een plas van vorig jaar gekozen.
De provinciale weg is vandaag niet te horen. De wind veegt al het verkeersgeluid weg.




                       

Ik hoor alleen pieuw, pieuw, een buizerd. Snel die hengels opzetten. Ik zit hier redelijk beschut, dicht bij de auto. Wind in de rug. Als het te gek wordt is hier een snelle aftocht mogelijk. De zon komt even kijken. Ik heb nog niet alle kleding aan. De plu zet ik goed vast aan een stevige boom.

Alles staat. De eerste bak koffie is op. De dobber knalt weg. Dat is snel! Ik tik vast. Ruige dril maar er zit geen gewicht achter. Mooie stevige tachtiger. Ik zet de vis achter de landtong terug. Wil hem vandaag niet meer terug zien. Het begint te spetteren als ik terugloop naar mijn stek. Ik trek snel alle kleding aan die ik bij me heb. Ben nog steeds wat koortsig. Koude rillingen kruipen langs mijn rug. Links van me, laag over de weilanden raast een witte hagelwolk voorbij. Even later barst het in volle hevigheid los.

Die boom houdt het wel. Mijn scheerlijn lijkt nu ineens een heel lullig touwtje. Takken vliegen horizontaal in een zware hagelstorm langs mijn schuilplaats. Meters verderop slaan ze in het water. Blij dat mijn hengels goed op de windrichting staan. Daar heb ik nu even geen omkijken naar. Hoop alleen dat er even geen aanbeet komt. De lucht is nu egaal grijs. Door hagel en sneeuw is de overkant van de plas niet meer te zien. De temperatuut klettert omlaag.

Ik zoek mijn handschoenen op. Er ligt al een dikke witte laag op het gras. Een daverende donderklap maakt het feest compleet. Het is nu toch ontzettend februari. Spannend kwartier. Zelden zoveel oorverdovend geweld meegemaakt aan het water. Als de bui even minder wordt zie ik aan de overkant de golven op de steile afgebrokkelde kanten beuken. De plas zal vandaag zeker een paar meter groter worden. Het grove geweld gaat weer over in een gewone storm. Omdat ik het eerste snoekje ving op zes meter zet ik er nu een op negen meter. Ik ruim meteen wat takken op die over de hengels gevallen zijn.

Er komt iemand aanlopen. Gebeurt niet zo vaak hier. Het is Peter. Hij vist alleen op karper. Ik zie hem soms een heel jaar niet. Hij lijkt wel onzichtbaar die gast. Vangt grote vissen en geniet daar helemaal alleen van in alle stilte. Gaat voor kwaliteit en niet voor kwantiteit.
Er komt een grote vis door de oppervlakte. Hij ziet het ook. Mijn dobber staat ver weg. De diepe kolk wordt weer verfrommeld door de harde wind. Ik draai mijn sardien een eind naar de kant. Waar de snoek sprong laat ik hem weer naar beneden dwarrelen. Ik heb mijn aasvis bewust zo hoog mogelijk in het water getrokken om de vrije val zo lang mogelijk te maken. Prachtige zet, zegt Peter. Hij ziet ook dat de snoek direct reageert. De dobber loopt langzaam weg. Ik zet de haak. Het is die grote vis. Onmiskenbaar. Traag schuift ze de rechterhoek in. Dan ineens is ze los. De sardien hangt nog puntgaaf onder de dreg. Er is geen tandje te vinden op het kwetsbare zilveren huidje.

Peter laat me alleen om mijn teleurstelling te verwerken. Bij het oppakken misschien aan de buitenkant van de bek geprikt? Dit heb ik nog nooit meegemaakt. Het contact is heel kort geweest. Kan zomaar gebeuren dat ze gewoon doorgaat met visjes zoeken. Ik hoop het en neem me nu al voor om zolang mogelijk te blijven.

Ik voel me nog steeds niet helemaal fit. Knoop nu alles dicht en kruip zo diep mogelijk weg. De wind buldert weer op orkaankracht. Er vallen takken in de lijn. De dobber is weg. Ik kijk of er dood hout in de lijn hangt. Staat erg strak. Geen tak te bekennen. Het is een aanbeet. Het is de aanbeet. De vis waar ik op zit te wachten heeft de sardien opgepakt. Ze doet precies hetzelfde als de eerste keer. Heel traag naar rechts de hoek in. Alsof er geen hengel is en geen tegendruk gaat ze gewoon door tot de overhangende wilgen. Daar moet ze omhoog komen. Er staat maar drie meter water. Ze valt stil. Heeft tientallen meters lijn genomen. Met een grote golf beukt ze de diepte weer in. Ik kan vanaf deze afstand niets controleren. Niets sturen. Alleen maar kruisjes slaan. Hopen dat alles goed gaat. Ik ben al een heel poosje bezig. Dit beest lijkt onvermoeibaar. Ze koerst nu naar het midden van de plas. Dan ga ik meters terugwinnen. In het volle geweld van de storm zet ik het net in het water. De hagel klettert op mijn rug. Nu komt er schot in. Ze komt steeds dichterbij. Ze beukt nog één keer onhoudbaar weg. Dit is de laatste uithaal. Voor het eerst doorbreekt haar brede rug de oppervlakte. Ik laat haar niet meer gaan. Onwillig laat ze zich boven het net brengen.

Ik ken haar. Het is de eenzeventien van vorig jaar. Die tweeëndertig pond haalt ze vast ook nog wel. Plaatjes begin ik nu niet aan. Ze staat er al een keer leuk op. Het is me veel te slecht om dat allemaal overhoop te halen. Ik ben ook al behoorlijk nat en koud tot op mijn botten. Ze staat tussen de biezen. Grote ogen nemen de omgeving op. Ik ondersteun haar tot ze weg wil. Voel dat ze haar evenwicht vindt. Statig en kalm zwemt ze naar dieper water en verdwijnt in de mist.

Koud, nat, rillerig, dankbaar en zeer tevreden kruip in weer in de beschutting. Het wordt droog. Tot aan de horizon zie ik nu geen dreiging meer. Een ruige dag wordt afgesloten met een bleek zonnetje. Zal een uur of vijf zijn schat ik. Zet de boel nog maar even fatsoenlijk neer. Op de plek waar ik meervalletjes gevoerd heb leg ik een vers visje neer. Ondanks alle actie op sardien geef ik ook dit aas nog een kans.

Als het begint te schemeren ben ik redelijk droog gewaaid. Mooie tijd om op te ruimen.
Heel bewust, ook heel traag haal ik de sardien binnen. Na iedere meter stop ik even. Als de dobber vlak voor de kant staat hef ik de hengel hoog en draai de sardien over de steile afgrond. Het zilver komt in beeld. Een wijd geopende muil hapt een gat in de oppervlakte. Hij is een fractie te langzaam of ik ben iets te snel. Ik doe dit zo verzorgd maar maak het niet helemaal goed af. Ik ga nog een poosje staan zeuren om een herkansing. Beide hengels vlak voor de kant tot het stikdonker is. Regelmatig ophalen en weer neerleggen. Die vis heeft me natuurlijk gezien. Dat valrepen moet ik volgende keer iets beter verzorgen. Het brengt vaak nog een bonusvis binnen.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -