**KLAAR**              Megasnoek               121

Megasnoek 121

Door Co Sielhorst

11 maart 2006.
Het water heeft een dag vrij hoog gestaan in de rivier. Nog steeds glashelder. Er is en meter bijgekomen. Het lange gras deint nu in de stroom. Gisteren stond het nog te wuiven in de wind.

Daar zijn de sierlijke snoekjes weer. Twintig centimeter lang. Groen gevlekt. Perfecte camouflage. Iemand die er niet op let zal ze nooit zien. De vele reigers zullen ze wel opmerken. Kleine zilverreigers. Grijze reigertjes die pas op het laatste moment wegvliegen.
Witte reigers met chocolade kleurige vleugels. Veel vijanden dus. Enorme ijsvogels, net zo woest van kleur als onze vaderlandse juwelen.

                       


“”

Ik zie nu ook veel andere soorten vissen. Daar gaan de barbelen die ik al gevangen heb. In kleine groepen belagen ze scholen kleine visjes. Hoog water betekent waarschijnlijk een overvloed aan voedsel. Pas in de avond krijg ik de eerste ram. Weer een barbelig beest. Geen baarddraden, wel een ruwe bek. Knokt lekker.

Op de slangenkopstek zijn een paar kerels met warnetten aan de gang geweest. Ze zijn overal in de wereld in staat voor de opbrengst van een pond vis een avontuur uit te roeien waarvan de waarde niet in geld uit te drukken is. Ik loop er tegen de avond nog even naartoe. De zon is al onder. Wat golft daar in de kant? Even kijken. Er komt een rotkop boven water met een duikbril op. Links gelukkig nog een leeg netje in de hand. Rechts een harpoengeweer. Ik ga weg en hoop vurig dat hij zich in zijn voet schiet. Misschien iets om morgen nog wat voor te offeren bij de tempel.

Mijn oog is ook gevallen op de vele prachtige vlinders die hier de hele dag rondfladderen. Beesten zo groot als een grote hand cirkelen op de warme lucht tussen de boomtoppen. Slechts zelden komen die op ooghoogte. Met geen mogelijkheid zou ik die kleuren zelf bij elkaar kunnen fantaseren. Ze zitten nooit stil. Geen moment. Om gek van te worden. Achter vlinders aan lopen kan heel verslavend werken. Door de bonte betovering vergeet ik de moordende tropische zon. Pas als de blaren op mijn schouder staan ga ik er op letten.

Een andere tactiek. Achter iets aanlopen brengt hier zelden het gewenste resultaat. Ik ga op zoek naar strategische plekken om dingen die de moeite waard zijn op te wachten. Langs het water staat een brede haag stevige planten. Ze bieden een mooie strook schaduw. Lekker voor mij maar er is ook een aantal fladderaars met belangstelling voor wat verkoeling.
Met de camera in de aanslag wacht ik hier mijn prooi op.

Er springt een spinnetje op mijn hand. Zonder moeite kan ik de neiging om het beest van me af te slaan onderdrukken. Wat een kleurenpracht. Kop en poten metallic groen. Achterlijf zilver als de bumper van een klassieke auto. Helaas te snel voor een plaatje. Dan komt er een grote fladderaar binnen mijn bereik. Onder het vliegen zie ik dat de binnenkant van de vleugels helderblauw is. Minstens vijftien centimeter spanwijdte. Jammer dat die vleugels meteen samen vouwen na de landing. Er blijft niet veel meer over dan een sombere zwarte vlek.

Vlak boven de grond komt iets roods aanzoeven. Libellen, juffers en wezentjes die er tussenin zweven, komen hier in eenvoudige maar ook in heel wilde kleuren voorbij. Ik laat me zakken. Daal af tot een niveau waar het minstens zo mooi is. Vergeet de grote uitslovers in de boomtoppen maar. Hier krijg ik geen spijt van.

Al dagen probeer ik een plaatje te maken van een kleinere versie van ons Nederlandse citroentje. De kleur is wat dieper en ik heb het al opgegeven. Zit ook nooit stil. Zenuwslopend beweeglijk. Nu sta ik ineens oog in oog met een parend stel van deze prachtige gele wezentjes. Voorzichtig druk ik een stengel opzei. Op het schermpje zie ik het al. Een perfecte plaat. De vlindertjes gaan gewoon door met hetgeen waar ze voor op deze wereld zijn.

                       


“Gaan gewoon door…”

Langs het water kom ik later op de dag alles tegen wat er vroeger in een aquariumwinkel te koop was. Halfsnavelbeksnoekjes, diverse barbussen. Sombere meervallen met schubben als een harnas. Ik zie een kwastvinaal voorzichtig de oever afknabbelen. Precies zoals ik er vroeger ook een in mijn aquarium had zwemmen. Zelfs een kleine slangenkopvis, die voor zijn ademhaling van atmosferische lucht afhankelijk is, laat zich even zien.

Weer is er een dag voorbij. Nee, dat is niet helemaal waar. In plaats van vlinders en vogels zie ik nu vleermuizen. Er stijgt een muur van geluid opuit diverse lagen van de begroeiing. Toos pakt binnen even een biertje. In de drassige oever, tegenover me, begint een kikker zich voor te bereiden op een solo. Een krakerige start. Drie keer de keel schrapen en dan heel helder een kreet de sterk lijkt op “Fuck You”. Ik kan er niets aan doen. Zit hier moederziel alleen op een terras en zit te schateren om dat gekke beest.

Dan komt Toos weer terug met twee ijskoude biertjes. Zet het kostbare vocht op het tafeltje. Dan klinkt weer het schorre intro voor de hilarische kreet. Precies op tijd zeg ik luid en duidelijk “Fuck You”. Naadloos volgt de echo van de overkant. “Fuck You”. Daar ging het koude biertje bijna.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -