**KLAAR**                Karperpassie                   67

 Karperpassie 67

door Co Sielhorst

19 april 2003.
Hard gewerkt deze week. Vrijdag komt Max Wigt mijn kant op, we gaan proberen iets leuks te vangen. Specimen zeelt, brasem en karper liggen dicht bij elkaar. Ze hebben een overlappend menu. Er gaat dus licht en zwaarder materiaal mee.

Max is rond twee uur bij me. Zware rit geweest zo te zien. Goede vrijdag is traditioneel een dag vol dichtgeslibde verkeersaderen. Het is deze keer niet anders. Snel naar het water dan maar. We duiken de plas op. Lekker in de boot. We gaan in de luwte liggen. Genieten van het zonnetje. Ik heb mijn emmer met aas boven aan de dijk laten staan. Kijken wat Max bij zich heeft. Dik in orde. Geweekt en gekookt mengsel van tarwe, hennep, maïs en taugé boontjes. We hebben niet veel nodig. Een handje bij iedere pen moet genoeg zijn.

                       


“Er is veel moois te zien”

Het strooigoed begint te werken. Max krijgt een paar tikken. Ik geloof dat ze vooral de tamelijk harde korrels maïs lekker vinden. Wat zal het zijn? Er zitten ook grote ruizers. Gaat ie weer! Beng. Raak! Flits. Los… Dit is zeker geen voorn geweest Max! Jammer. Na de misser blijft het lang stil. We gaan de laatste uurtjes van de dag in de polder zitten. Even op de wind letten. We gaan ook nu in de luwte zitten. Achter het bos is het bladstil. Nu heb ik de emmer wel bij me. Ik kan met mijn Tarley en nootjes niets extra’s brengen. Er gebeurt niet veel hier. We gaan door tot ver in de donkere uurtjes. Er springt af en toe een brasempje. De twee lichtpennetjes zijn niet in beweging te krijgen. We geven het op. Op de terugweg komen we in de volle wind terecht. Het is snerpend koud geworden.

Zaterdag ga ik terug naar de zelfde stek. Wat een rust. Geen tentjes, geen andere vissers. Vroeg in de middag laat ik mijn pennetje zakken. Wat gare Tarley er omheen. Ik heb het gemengd met een paar handen vlierbessen. Wat maïs er doorheen neemt de rode kleur prachtig op. Gele korrels met vuurrode blosjes. Ik leg twee stekken aan. Plan is om kleine vis ergens in het midden te landen. Zo verstoor ik de stekken niet te veel als er een brasem aan hangt. Alles staat op zijn plaats nu. Ik geniet van de rust. Er is iets veranderd in het water. De populieren bloeien. Grote plakkaten afgevallen sliertjes liggen opgestuwd tegen de boomstronken aan de overkant. Gelukkig houdt de wind het lastige spul op zijn plaats. Ik weet nog waar de takken op de bodem liggen. Dat heb ik gisteren al ontdekt. Er begint iets te rommelen op mijn stek. De andere stek kan ik van hier uit niet overzien. Het komt niet eens onverwacht. Pennetje zakt weg. Een veeg, laag over het water. Hangt! Wat een consternatie. Wat een zeelt ook. Ik vang er veel de laatste tijd. Paar kilo brons. Robijnen oog kijkt me hoogmoedig aan. Het water spat in mijn gezicht als ik het beest weer laat zwemmen. Ik voer wat bij en sluip naar stek twee. Hier herhaalt zich het feest. Ik voel me een beetje schuldig, een slechte gastheer eigenlijk. Dit is wat ik Max graag had laten vangen.Door de wind staat het water geen moment stil. Toch is het niet alleen de wind. Ja hoor, aan de overkant zwaait een brede oranje staart door de oppervlakte.

Tweede Paasdag ga ik er nog even hard voor werken. De zon staat hoog aan de hemel. Er zitten wel een paar mensen te vissen maar als ik tussen de struiken kruip ben ik toch weer alleen op de wereld. Naast de Tarley en de nootjes heb ik ook nog een zak knikkertjes van Henry gevonden. Steenharde tien millimeters. Mijn eerste naald breekt erop. Ik voer een paar handjes, strooi er ook wat knikkers overheen en zet mijn pennetje een meter uit de kant.
Vorige week liep ik nog door een boomgaard vol ijspegels rond. Nu staan hier de noestige oude perenbomen in volle bloei. Er fladderen vlinders rond. Koolwitjes en een heel opvallende oranjetip, een witte vlinder met oranje vleugelpunten. Behoeft eigenlijk helemaal geen uitleg. Met al dat moois om me heen let ik even niet op. Pen is weg!! In een reflex haal ik uit. Een brasem. Wat een deurmat. Ik kan hem niet uit het water pakken, hij is te breed. Het tienmillimeterknikkertje hangt naast zijn bek. Twintig zou er ook moeiteloos in gaan. Ik onthaak de vis in het water. Ik mis nog wat geruk en gepluk. De rest van de dag is goed voor een aardig vakantiekleurtje maar ze zijn nog niet van me af hier. Ik ga een bak babi-pangang halen, ben zo weer terug.

                       


“Een deurmat van een brasem…”

Rond zeven uur ben ik er weer. Ik wil een poosje door in het donker. Het wordt sneller donker dan ik verwacht. De wind draait. De bloeiende populieren worden nog eens flink uitgeschud. Al het dode hout wordt er ook uitgeranseld. Al die troep komt steeds sneller voorbij racen. Ik kan mijn pen geen minuut meer laten staan. Een flits in de verte. Razendsnel komt het onheil dichterbij. Een imposante, rollende donderslag. Voelbare dreunen bij de volgende, verblindende flits. De bomen buigen diep door. Vissen wordt onmogelijk. Voor het begint te storten ben ik weg.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -