**KLAAR**                Karperpassie                   56

Karperpassie 56

door Co Sielhorst

                       

21 september 2002.
Op weg naar huis in het vliegtuig betrap ik me al op een plannetje. Nog helemaal verpletterd door prachtige Ierse landschappen. Schitterende klaterende beekjes. Enorme meren en dolfijnen in de oceaan. Veel gezien en een prachtige behuizing in een vallei in Clare county.


Toch zit het er niet zo in. Ik bedoel de gevaren waar veel mensen me op hebben gewezen. Ik wil nu graag weer naar huis. Ik kan best begrijpen dat er mensen zijn die zich nooit meer los kunnen maken van dit prachtige land. De laatste avond zit ik nog naar het Ierse journaal te kijken. Komen er plotseling karpertjes voorbij. De overheid wil de jeugd stimuleren om meer te gaan vissen. Wat dat betreft staat de hengelsport er in Ierland beter op dan in Nederland.

Zaterdagavond zijn we weer thuis. Als de koffers binnen zijn ga ik eerst wat aasjes uit de vriezer gooien. Uiteraard zit er een zak hazelnootjes bij. Het wordt tamelijk laat dus ik kom zeker niet vóór de middag weg. Tegen de middag ga ik op pad. Eerst maar eens bij de boot kijken. In de verte komt dreigend zwart opzetten. Met moeite hak ik de knoop door. Ik ga verder naar het fort. Daar kom ik een kwartier later het pad afhobbelen. Het loopt helemaal vol met snoekers. Een heel legertje loopt de gaatjes uit te kammen. Laat maar zitten. Wat teleurgesteld ga ik de polder in. Hier is het uitgestorven. Niet zo vreemd. Het waait hard en de bui kan ieder ogenblik losbarsten. Eerst even een plannetje. Stek één bij een stevig verankerde plu, zal echt wel nodig zijn straks. Stek twee vijftig meter verderop. Langs een grote pluk bijeengedreven gras en waterplanten.

Ik struin wat rond en geef mijn ogen goed de kost. Langs de planten hangt als een gordijn een donkere bruine wolk in het water. Die komt er niet vanzelf. Jammer, voor ik de oorzaak kan achterhalen begint het te stormen. Ik moet terug naar mijn basisstek onder de plu. Misschien dat die paar handjes voer al de aandacht hebben getrokken. Het begint te spetteren. Plotseling barst het los. Het stort. Wat een nare plek is dit eigenlijk. Geen enkele beschutting. Ik zit hier niet lekker. Het begint ook nog te onweren. Honderd meter verderop slaan ineens vier grillige helderwitte bliksemschichten tegelijk de grond in. Een krakende dreun lijkt niet meer op te houden. De plu vouwt zich bijna dicht om me heen. Ik voel me ineens heel klein in dit ontzettend platte land. Zodra het kan ben ik weg. De razernij is een kwartier later al weer over. De wind vaagt de narigheid heel snel weer weg. Toch ga ik nu weg. Ik vind het helemaal niks. Steeds weer iets anders bedenken is zo ontzettend fout. Hoeveel tijd heb ik nog? In de auto zie ik dat het drie uur geweest is. Zal ik dicht bij huis iets gaan zoeken? De grachten misschien. Ik moet toch een vis vangen. Hoe of wat of waar, het maakt me niet zoveel uit. Vakantie is een prima excuus maar na twee weken niet vissen, niets vangen, moet het nu gewoon gebeuren.

In de stad zit ik in ieder geval wat beschut. Ik hoef nergens voor weg. Het vissen is wat moeilijker misschien. Ze worden hier wat zwaarder belaagd maar ik heb veel vertrouwen in mijn nootjes. Onderweg dendert er nog een knetterende onweersbui voorbij. Ik kom Culemborg binnen. Het is bijna droog. Ik zoek de kant op met het roerigste water. Dat lijkt niet verkeerd. Al snel rolt er een donkere rug door de kabbel. Er gaan twee handjes tarwe in, ruim gespreid. Meer lijkt me niet nodig. Het doel is één vis. Binnen een paar uur komt er vast wel een langs die nieuwsgierig wordt. Ik ben bang dat veel voeren ze alleen maar de stuipen bezorgt. Onder de haak een hazelnootje. Met een stukje foam zorg ik voor een heel zweverig aasje. Er staat tachtig centimeter water. Pennetje gaat naar het dubbele. Loodjes gaan ook een stuk omhoog. Dat vertraagt het signaleren iets, maar ik reken toch op een vlotte wegloper. Een uur later heb ik nog steeds een rotsvast vertrouwen. Er komt weer een bui aan. Het wordt donker. Er waaien takken uit de bomen maar het is hier lang

                       

niet zo woest als in de polder. Een klap onweer. Het lijkt hier veel onschuldiger maar dat is natuurlijk onzin. Toch voel ik me hier helemaal op mijn gemak. De zon breekt weer door. Er zit vis op mijn stek. Kleine belletjes. Af en toe zwalkt mijn pennetje even. Het puntje zakt weg. De lijn strekt. De vis zwemt tegen de lichte tik aan. Prachtige reactie. Grote boeggolf. Precies de goeie kant op. Speelveld is klein. Rotte houten paaltjes links. Hij haalt het niet. Ketst van kant naar kant. Zoveel mogelijk tegengas nu. Een zelfde uitval naar rechts kan echt niet. Een prachtige brede staart door de oppervlakte. Hij roeit maar door. Steeds weer de veilige kant op. Geeft wel steeds meer meters prijs. Ik steek mijn hand uit naar het net. Hij voelt de beweging en stormt weer weg. Gewoon weer net zo ver. Weer in de veilige richting. Kan zeker niets verkeerd doen vandaag. Ik word toch nerveus. Hoop dat de haak goed zit. Losschieten mag nu niet meer. Ik wil hem gewoon heel graag hebben. Ik moet er nog even stevig tegenin. Hij ploegt nu hoog door het water. Ontwijkt nog eens het net. Ik hou hem nu kort en wals hem over het koord.Wat ben ik hier blij mee. Mooie strakke spiegel. Vierentwintig ongeveer. Even een plaatje. Lekker gevoel, ik ben weer helemaal thuis.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -