**KLAAR**                Karperpassie 148

Karperpassie 148

Door Co Sielhorst

8 oktober 2005.
Ik durf niet meer. Dit gaat een keer fout. De molen met gevlochten lijn gaat eraf. Ik pak een grotere molen met dertig honderdste nylon. Twee honderd vijftig meter rekbare lijn met een gevlochten stukje onderlijn voor de souplesse.

Nog even een zakje wartels halen. Thuis ga ik bij goed licht zitten knopen. Zet wat druk op de wartel die tot mijn verbijstering gewoon uit elkaar valt. Hier kan ik geen vertrouwen meer in hebben. Weg met de wartels. Ik knoop de onderlijn gewoon aan de nylon hoofdlijn. Even goed testen. Met nylon kan ik een veel subtielere lichtpen gebruiken. Ik zie wel een paar voordelen. Wat ik vooral hoop is dat een gehaakte vis rustiger blijft.

                       


Ik heb om de dag gevoerd sinds de vorige keer. Net voor het donker kom ik aan hobbelen. Het is stil na een rustige zonnige dag. Met kleine handjes tegelijk werk ik ongeveer een pond klein grut te water. Wat tijgernoten er overheen en dan alles een plaats geven voor de komende nacht. Het eerste uur zal er niet veel gebeuren. Vóór ligt de hengel op een steuntje met een pieper. De achterkant ligt op mijn tas. Tussen de molen en het startoog hangt een wakertje.

Na een uur golft er een vis langs de oppervlakte. Lijkt me een brasem. Kort erop nóg twee vissen. Dan staat de lichtpen te wankelen. Handen boven de hengel. Spannend! Pennetje zakt weg. Geen pieper, ook geen waker. Lichtje komt weer terug op zijn plaats. Er komt een heel spannend uur voorbij. Ieder kwartier actie. Goed om bij wakker te blijven. Steeds is er beweging in het water.

Vlak voor de kant zie ik ook iets. Wat is dat? Daar staat nog geen twintig centimeter water. Het is net als vorige week niet erg donker. Er komt iets naar me toe vanuit het water. Een grote krab loopt het water uit. Ik begrijp het al. Die zoekt gemorste korreltjes. Het beest scharrelt even rond en loopt weer terug het water in. De regelmatige aanbeten die niet doorzetten zijn hiermee wel verklaard. De mee-eters zijn geen brasems maar krabben.

Het is ineens een stuk stiller. De brasems springen niet meer. In de verte vervagen contouren. Er rolt een mistbank over het water. Prachtig gezicht. De kille duisternis rolt zo’n dertig meter voor me langs. De wolk gaat een gigantisch aantal ganzen opslokken. Ze lijken er nerveus door te worden. Beginnen met zijn allen zo veel mogelijk kabaal te maken. De mist drijft langzaam weer weg. De ganzen kalmeren wat. Ik kan aan hun geluid nu weer soorten herkennen. Het melodieus gemekker en gesnater is van nijlganzen. De grootste herrieschoppers zijn grauwe ganzen. Er zitten ook blafganzen. Vlak over mijn hoofd zet een koppel brandganzen de daling in. Ik herken ze aan hun witte masker. Hé,blaffende geluidjes. Dat zijn dus de blaffende ganzen.

Daar, een grote vis. Twintig meter uit de kant. Ze zijn dus al in de buurt. Springen is meestal een goed teken. Vaak kondigt het een aasperiode aan. Ik ben veel geconcentreerder dan vorige nacht. Wakker blijven is al helemaal geen probleem. Ik ben heel benieuwd hoe een vis op de veel zachtere lijn gaat reageren.

Het pennetje staat al een heel poosje roerloos. Doet me denken aan een plaatje dat iemand ooit schetste. Hij zag een voerplek als een drinkplas in donker Afrika. De grote dieren verjagen uiteindelijk de kleineren. Ik geloof hier wel in. Kleine visjes en kreeften moeten zelfs oppassen dat ze niet door karpers worden opgevreten. Of een grote karper ook een krab te lijf gaat weet ik niet maar het zou me niets verbazen. Ik zie in ieder geval wél dat het onophoudelijk gewauwel afgelopen is. Dáár komen de olifanten.

Ik voel de spanning oplopen. Er zit een vis op mijn radar. Snel nog een bak koffie. Daar komt weer een mistbank aandrijven. Gedragen door een heel licht briesje sluit de nevel zich om me heen. De lichtpen staat als een eenzame ster aan het eind van mijn gezichtsveld. De wereld wordt héél klein. Ik rits mijn jas verder dicht. Ik ben er helemaal klaar voor. Dan gebeurt het gewoon. Pen zakt weg. Pieper staat heel zacht. Groen blinkt op. Waker klimt traag richting startoog. Ik heb dit al heel vaak geoefend. Heel gedecideerd en precies op tijd gaat de hengel omhoog. De vis schrikt zich helemaal wild. Beult woest door de oppervlakte. Slaat lomp om zich heen. Dan komt de gevreesde uithaal. Het is volledig onhoudbaar maar niet in een krankzinnig hoog tempo. De koers, scherp naar links bevalt me helemaal niet. Wat me wel bevalt is de kalmte.

De razernij van de vorige vissen heb ik nog geen moment gevoeld. Ik probeer de druk wat op te voeren. Er is zeker nog geen honderd meter lijn weg. Ik kan hem zelfs nog wat vertragen. Ik voel dat de vis naar rechts afbuigt. Nu heb ik er alle vertrouwen in dat dit goed af gaat lopen. Na een paar minuten is de vaart eruit. Meter voor meter win ik lijn terug. Het duurt even maar dan zie ik ineens de lichtpen boven het water bungelen. Héél handig bij een dril in het donker. Toch kan ik de vis nergens ontdekken. Hij moet dichterbij komen.

Ik hoor hem door het water rossen. Zaklamp erbij. Het licht weerkaatst op een witte muur van mist. Kan de lichtpen nu bijna aanraken. Ja, nu zie ik hem ploegen. Een breed geschouderde meterbak. Lijkt dit nou op de vis in die kuil? Nee, die is echt nog iets groter. Twee keer zie ik de grote schim voor het net langs komen. Nu kan ik hem afstoppen. Het beest is nu zo mak als een lammetje. Ik wals de vis het net in. Nu heb ik even een parkeerprobleem. Dit brok moet in het net onder water blijven. Lukt dat zonder volgelopen laarzen? Het gaat maar net goed.

Snel een lamp en het statief ophalen. Wat een bizar licht. Mijn eigen bewegingen worden tegen een witte wand geprojecteerd. De mist werkt als een diascherm. Een sterk vergrote kopie van mezelf beweegt synchroon met me mee. Wat een griezel! Ik kan van hier af zien waar de vis ligt. De lichtpen is alweer een handig baken. Door het water zeulen gaat nog wel maar nu moet er gebeurd worden. Mijn trilarm geeft al ruim dertig pond aan. Dit is de zak cement die iemand in de bouw niet meer mag tillen. Dit weegt twee emmers water!

Nu eerst dat gezeik met die plaatjes. Digitaal wordt een zootje. Een dia lukt helemaal niet ondanks de lamp. Mist. Mist. Mist. Die vis mag hier niet de dupe van worden. Ik ben diep onder de indruk van deze puntgave schoonheid. Het zweet stroomt met straaltjes mijn net in. Mijn klassieke koperen salter gaat tot twintig kilo. Klak, verder kan ie niet. Ik heb een veertig plus vis te pakken.

                       


Gaat de koorts nu een beetje zakken? Ik haal met zoete dromen een paar uurtjes slaap in. Al na een paar uur begint er iets met tandjes aan me te trekken. Ik geef er aan toe en sta een uur later een vliegende snoek te drillen. Wát een dag.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -