**KLAAR**          Het parcours           aan de Strandweg (Koudekerke, Zeeland)

Het parcours aan de Strandweg (Koudekerke, Zeeland)

Door Corné Marijnissen

In het specialistische “zoute”, maandelijks verschijnende magazine Zeehengelsport, zijn de afgelopen jaren de belangrijkste
strandvisstekken van de Nederlandse en Belgische kust al eens belicht.

Ook aan de bekende stranden van het Zeeuwse Walcheren hebben we
toen ruim aandacht besteed. Vanzelfsprekend kwam daarbij het befaamde
parcours aan de Strandweg (tussen Vlissingen en Zoutelande, ter hoogte van Koudekerke) al kort aan de orde, maar aangezien er op dit stuk
strand met enige regelmaat grote wedstrijden en zelfs Nederlandse Kampioenschappen worden georganiseerd, kregen we vaak het verzoek
nog eens specifiek op dit parcours in te gaan. De Strandweg is ook een
van de favoriete stekken van Corné Marijnissen en wie maakt u dus
beter wegwijs op dit strand, dan juist onze Zeeuwse correspondent.

                       


“Diep water kort aan het strand”

Met name in het zuidwesten van Nederland geldt het parcours aan de Strandweg als een van de beste strandvisstekken. Dat is natuurlijk niet voor niets en een van de belangrijkste voordelen van dit stukje kust is dat onder gunstige omstandigheden diep water onder werpbereik ligt. Vooral voor de visserij op rondvis als wijting, steenbolk en gul is dat vanzelfsprekend een groot voordeel. Toch zijn niet alle stekken op dit parcours even goed en kun je op een korte afstand heel verschillende omstandigheden treffen. Maar daarover later meer.

Strandonderhoud
Het strand op zich wordt actief onderhouden door Rijkswaterstaat, en zeker eens in de twee-drie jaar opgespoten. Door zogenoemde zandsuppletie wordt het strand kunstmatig in stand gehouden en dit menselijk ingrijpen heeft voor ons als visser zo zijn voordelen, maar beslist ook nadelen. Zo is het strand tijdens het opspuiten ‘verboden gebied’ en is vissen dan dus uitgesloten. Een nadeel is ook dat er bij die werkzaamheden allerlei obstakels vrij komen, waar je later met je onderlijn aan vast kunt komen te zitten

De vakken rechts
Ga je eenmaal op het strand rechtsaf, dan is het water daar vrij ondiep en moet

               
je wel heel ver kunnen werpen om wat dieper water te bereiken. Tot een goede 100 meter uit de kant loopt het strand zeer geleidelijk af en is het water ook bij laag water te ondiep om rondvis en schar te mogen verwachten. In deze vakken vang je tot een afstand van zo’n 100 meter dan ook hoofdzakelijk bot. Vaak zijn dat overigens wel botten van een behoorlijk formaat. Ben je echter in staat het diepere water wél te bereiken (en zonder je aas van de haken te werpen), dan kun je ook hier eigenlijk van alles vangen. Zo tussen oktober en april maak je kans op steenbolk, wijting, gul en schar en in de zomermaanden is het ook in deze rechter vakken goed toeven, met een gerede kans op bot, schol, tong en natuurlijk zeebaars. En als je geluk hebt, wat makreel en geep als toegift. Nog één advies, als u ervoor kiest om de rechtervakken te kiezen. Vermijd de eerste twee vakken rechts van de strandopgang. Ga je ‘vrij vissen’ dan kun je immers kiezen en deze twee vakken staan er bij ons wedstrijdvisser slecht op vanwege de vele obstakels. Je komt daar voortdurend vast te zitten. Even wat verder doorlopen dus en op z’n vroegst pas in het derde vak aan het vissen gaan!

 

De vakken links
Hoewel er dus ook in de vakken rechts van de strandopgang een visje kan worden gevangen, zijn vooral in het voor- en najaar de vakken aan de linkerkant aanzienlijk beter. Hier komt het diepe water dichter onder de kant en kan ook de minder geoefende werper zijn aas in wat dieper water aanbieden, met vooral wijting als beloning. Natuurlijk heb je ook altijd kans om een verdwaalde gul te vangen en ook schar komt er hier regelmatig uit. Uitzonderingen daar gelaten, hoef je hier echter niet op bot te rekenen.

In de zomermaanden vang je hier goed zeebaars en ‘s nachts tong. Soms vang je die tong daar echter gewoon ook overdag en natuurlijk zijn ook geep en makreel van de partij. Met name in alle aan diep water grenzende vakken moet je echter voortdurend goed uitkijken niet vast te komen zitten. Door het regelmatig opspuiten van het strand komen de kleiranden bloot en die vormen dan als het ware drempels waar achter je maar al te vaak vast raakt met je lood. Bovendien bevinden zich daar ook grote velden scheermessen. En als er een stevige storm heeft gestaan, zijn die grote schelpen losgeslagen uit het zand en schuur je je nylon daar op kapot. Toch hebben deze schelpenvelden ook zo hun voordelen, maar daarover later meer.

                                                                       

       
“Ook een geliefkoosde plek voor grote wedstrijden”

Niet te licht.
Door de bijzondere omstandigheden op dit stuk strand -een vrij steil talud, kleibanken en schelpenvelden- moet je hier wat zwaarder vissen dan elders vanaf het strand gebruikelijk is. Vissen met een tegenwoordig populaire dunne hoofdlijn van 28/00 of zelfs 20/00 nylon is hier domweg vragen om problemen.
Wél geldt dat hoe verder je kunt werpen, des te meer kans dat je de vis ook daadwerkelijk kunt bereiken. Gebruik dus een goede, zo lang mogelijke strandhengel, met daarop een snelle, maar ook sterke molen. Ik heb op dit parcours al menig molen zien sneuvelen, omdat je stevig moet sleuren om je onderlijn binnen te draaien. Maak je namelijk geen gebruik van de factoren snelheid & geweld, dan mag je je er op rekenen dat je geheid vast loopt.Voor een keertje is dat natuurlijk niet zo erg, maar verspeel je vijf onderlijnen achter elkaar, dan is de lol er snel vanaf.

Het volledige verhaal van Corné, alsmede nog vele andere uiterst lezenswaardige artikelen staan in ZHS 2, dat vanaf 6 februari 2004 voor € 3,50 te koop ligt in de hengelsportspeciaalzaak of de boekwinkel/kiosk. U kunt natuurlijk ook abonnee worden zodat u ieder nummer automatisch in de bus krijgt.