**KLAAR**          De schol

De schol

door Arthur van Tienen

De schol is de meest bekende onder de platvissen en een leek in de zeehengelsport praat al gauw van een schol, of het nu een bot, schar of tong is.

De schol is als consumptievis een zeer aantrekkelijke en veel gevraagde vis. Persoonlijk vindt ik een schar vele malen lekkerder en ik ben niet de enige die deze mening heeft. Er wordt intensief jacht gemaakt door de beroepsvissers en er is dan ook al sprake van een beperkte vangcapaciteit, door de Europese unie opgelegd.
Voor de sportvisserij komt de schol niet op de eerste plaats en dat komt omdat de schol maar op een paar plaatsen aan en op de Nederlandse kust in aantallen kan worden gevangen. Dit omdat de schol een uitgesproken voorkeur heeft voor helder zout water en een zandbodem.

                       



De stranden aan de kop van Walcheren ( Vlissingen, Dishoek, Westkapelle en Domburg) alsmede de stranden rond de monding van de Oosterschelde , Vrouwenpolder en Westenschouwen/ Haamstede)
Omdat daar de aflopende zandstranden steil zijn die een ideaal leefgebied voor de schol vormen. Ook de Waddenzee is een bekende plek voor de schol. Mondingen van grote rivieren waar een grote hoeveelheid zoet water wordt afgevoerd zijn de plekken waar de schol haast niet voorkomt. Op zee zijn vooral de ondiepe zandbanken en rondom wrakken de geliefde plaatsen van de schol en daar worden ze dan ook het meest gevangen. De schol is een typische voorjaars vis en de vangst op deze vis begint dan ook zo’n beetje eind april begin mei.

Kenmerken
De schol heeft net als de bot een bruine bovenkant, maar waar de bot in een richting ruw aanvoelt is de schol naar alle richtingen glad. De schol heeft in tegenstelling tot de bot een bijna doorzichtig witte onderzijde en de staart is kleiner dan die van de bot. De schol is ook ronder dan de bot een heeft een kleinere kop dan zijn neef/ nicht. De bekendste eigenschap van de schol zijn de oranje stippen die helder zijn en in ruime mate voorkomen op zowel zijn lijf alsmede zijn rug en buikvinnen. De schol die hier aan de kust voorkomt zal een maximale lengte hebben van rond de 35/ 40 cm, terwijl in de Oosterschelde en op zee schollen van 50 cm. en groter geen zeldzaamheid zijn.

Strandstekken
Omdat de schol een nieuwsgierige én zichtjager is, moet het water zout en helder zijn en de bodem van zand. Dus stekken waar je een lange branding hebt en de golven het zand omwoelen en er ( dik) water ontstaat zal je minder schol vangen. Kies een strand uit met een matig tot steil aflopend karakter. De beste vangsten worden overdag gemaakt tijdens zonnig weer en zowel opkomend als afgaand water is goed. Dit hangt echter wel af van de locatie.

Boot
De van ondiep naar diep aflopende glooiingen en muien tussen de zandplaten in zijn ideale scholstekken. Ook de ondiepe platen ( 5/6 meter) die vanuit de diepere delen omhoog komen zijn voor de bootvisser de goede stekken.
Verder de omgeving rondom de wrakken op de Noordzee op een beetje afstand van deze wrakken ( de kabeljauw ligt daar op de loer) maar nog wel op zo’n afstand dat de invloed van het wrak op de stroming nog aanwezig is. Deze plekken zullen ook regelmatig schol opleveren.

Aaskeuze
Als aas scoort behalve de zachte krab ( waar moeilijk aan te komen is) de zager in al zijn facetten het hoogst. Van steekzager, kweekzager, slikzager tot “witje"maakt niet uit , de schol is er dol op. De zeepier scoort beduidend minder, persoonlijk denk ik omdat de zeepier vaak op modderige bodem voorkomt.

Materiaal ( strand )
Aangezien je voor schol meestal op een relatief schoon zandstrand vist zul je aan een hengel van 4 tot 4 ½ meter met een werpgewicht van 100 tot 175 gram voldoende hebben. Daarbij een werpmolen met een hoofdlijn van maximaal 30 / 100 ste en een voorslag van 50 honderdste. Gebruik als het enigszins mogelijk is geen ankerlood en vis met maximaal 2 haken . De schol is een zichtjager dus kralen in diverse kleuren alsmede sequins ( een soort lovertjes, platte ronde glimmende kunststof plaatjes) voor de haak maatje 4 tot 2 ( Nordic Bend van Mustad no: 4446b) Maak lange onderlijnen (dikte voorslag) met lange zijlijnen van minimaal 50cm. van 12 ponds ( 4.5 kg) Amnesia. Als het te hard stroomt zul je over moeten gaan op ankerlood, maar hou je bij de lange zijlijnen versierd met de kralen en sequins. Steek op elke haak een hele kweekzager of een deel van een steekzager ( steekzagers worden op oester en mosselbanken gestoken en zijn in de regel groter dan de in bassins gekweekte kweekzagers)

                       


Een prachtige schol voor Arie…

Materiaal ( boot)
Gebruik vanuit een kleine boot een hengel van maximaal 2,40 meter plus een langzame molen of reel en stem de sterkte van je hengel en het lood af op de locatie waar je vist. In de regel heb je op de Oosterschelde en de Wadden een minder sterke hengel nodig dan op de Noordzee. Vis met een zo dun mogelijke hoofdlijn, ik zou zeggen op de Oosterschelde en Wadden maximaal 30 honderdste, met een voorslag van 45 honderdste. Wanneer de zeewier populaties in juli en augustus hun hoogtepunt bereiken liever geen voorslag gebruiken en 40 honderdste door en door gebruiken, omdat anders het wier zich verzameld op je voorslagknoop en je niet verder dan de voorslagknoop kunt binnendraaien .Loodgewichten op de Oosterschelde en Wadden van 50 tot 200 gram

Vanaf een kotter zal een stevige uptide hengel van zo rond de 3 meter lengte en een loodgewicht van 200 tot 300 gram ( afhankelijk van de stroming) in de regel wel voldoen. Geen kortere hengel gebruiken als je met de langere onderlijnen vist, dit geeft onhandige verwikkelingen. Wat lijndikte aangaat geldt eigenlijk hetzelfde verhaal als bij de kleine boot, maar omdat je met zwaarder lood vist zal je voorslag wel wat dikker moeten zijn tot maximaal 50/100 . Ook zal hier minder zeewier aanwezig zijn dan op de Oosterschelde en de Wadden.

Als je gericht op schol wilt vissen vanaf je eigen kleine boot dan is het meest ideale om over de zandplaten heen te driften. Daarbij een onderlijn gemaakt van een hoekafhouder, running boom of zipslider ( een rood pijpje waardoor je lijn gaat en voorzien van een speld waar je lood aangaat) . Een onderlijn van 12 of 15 ponds Amnesia van 1 meter lengte en één enkele haak voorzien van sequins, kralen of spinnerblaadje ( van die kleine) en haakje 2 of 4 ( Nordic Bend no: 4446b , Mustad) werkt uitstekend.

Het loodgewicht moet net voldoende zijn om de onderlijn op de bodem te houden, kogellood is perfect.
Steek hierop een hele kweekzager en laat dit langzaam met de drift over de zeebodem slepen. Een grote schol kan deze verleiding nauwelijks weerstaan! Vis actief en geef na de aanbeet even wat lijn alvorens de haak te zetten. Ook wanneer het niet of nauwelijks stroomt is het leuk om een lepel van 15 tot 30 gram van zijn drietandshaak te ontdoen, aan de ring waar de drietandhaak afkwam een wartel met een heel kort nylon lijntje plus een haak voorzien van een zagertje over de bodem te slepen. De aanbeten die hierop volgen zijn gewoon te gek !

Vanaf de grote huurboot zul je geankerd uptide moeten gooien als je aan de zijkant of voorop het schip staat. Dan gewoon maar afwachten totdat je beet krijgt. Gebruik hier ook weer de opvallende onderlijnen met kralen en sequins. De rode bezemafhouders onderlijnen doen hier ook goede zaken. Als je het geluk hebt achterop te staan kun je de bij de kleine boten beschreven onderlijnen gebruiken. Veel visplezier op de schol toegewenst!