KarperPassie 262

KarperPassie 262

Door Co Sielhorst

Niet bij mijn stek kunnen komen. Kan het erger? Ja hoor, dat kan best… Er dwarrelt een envelop op de mat. Van de hengelsportvereniging. Er zitten twee brieven in. De eerste gaat over de jaarvergadering. De gebruikelijke agendapunten. Ook de mogelijkheid om nieuwe zaken aan te kaarten. De tweede slaat in als een bom.
 
Er is wat geharrewar geweest over toegang naar het fort. De petten hebben bedacht dat het weggetje naar het fort ook voor sportvissers gesloten is. Er zijn zelfs prenten uitgedeeld. De club heeft al minstens een halve eeuw visrecht op het water. Daar hoort natuurlijk recht van overpad bij.

De zaak is ophoog niveau besproken. De uitkomst is dat we er gewoon weer kunnen komen. Er worden nog een paar bepalingen toegevoegd. Er mag van 1 maart tot 1 juli niet gevist worden in verband met het broedseizoen. Ik zit er dus al bijna twee maanden illegaal te vissen. Nou lig ik hier niet echt heel lang wakker van. Een karper kijkt tenslotte ook niet op een kalender.

Een volgende bepaling is wel heel bizar: Er mag niet gevist worden op plaatsen die bedekt zijn met drijfplanten. Dat is zo ongeveer de enige reden waarom ik op dat fort vis… Komt er nog een: Zonder visspullen mag ik niet naar het water met een auto. Even voeren? Formeel mag het niet. Met een spinhengeltje mag het dus wel. Bizar… De ijsballen blijven dus in de vriezer.

Ik ken natuurlijk nog wel een paar wateren waar uitbundige plantenvelden op gang aan het komen zijn. Ik ga eerst naar de plas waar mijn boot ligt. Schuifel langs de steile dijk tussen de omgevallen bomen door. Het is een plaatje om te zien. Kristalhelder water. Meer dood hout op de bodem dat ik verwacht. De plompen zijn nog niet zo ver. De bladeren bedekken al wel de bodem maar ze komen nog niet aan de oppervlakte. Als heldergroene frisse sla met hier en daar een blad dat de weg omhoog aan het zoeken is. Het is prachtig, maar nog niet wat ik zoek. Dat komt zeker wel, maar ik moet nog een paar weken wachten.

Op een volgende plas in de uiterwaarden van de Waal ligt een langgerekt water waarvan ik weet dat er een zwaar plompenveld hoort te liggen. Ik rij meteen naar de hoek waar ik de planten verwacht. Hier hetzelfde beeld. Komt schot in, maar het is me allemaal nog iets te mager.

Ik ben dicht bij de Waal dus kleine moeite om even te kijken naar de waterstand. Dat ziet er helemaal niet zo slecht uit. Ik vind alleen de overstap van een intiem fort naar de zandduinen van de grote rivier wat groot. Ik baal er nog steeds van. Fietsen, wandelen, honden uitlaten, paard en wagen zelfs crossmotoren komen voorbij, maar dat laatste zal ook wel niet mogen.

De polder in dan maar. Een tussenstap voor het grote rivierenwerk. Deegje gemaakt. Wat los, droog mengsel apart gezet. Het idee is deegbaal even in het water dippen en daarna door de droge mix rollen. Bij iedere keer dat ik een balletje te water laat gaat er een klein voerwolkje mee.  Het blijkt prima te werken. Dat wil zeggen dat het wolkje voer keurig los komt van de deegbal.

Door de afgelopen natte dagen loopt er een heel licht stroompje. De bladeren wiegen zacht heen en weer. Een verweekte tennisbal kan aan beide kanten wel honderd keer langs mijn pennetje, maar moet er precies tegenaan drijven en blijft heel irritant plakken. De karpers laten zich hier vrijwel nooit meer zien. Vroeger een woest springspektakel, nu geen teken van leven meer.


Irritant.

Een trosje bellen! Uiterst zeldzaam. Werveling aan de oppervlakte. Er staat een staart te roeien. Moet een karper zijn. Ik krijg er vertrouwen in. Het ziet er ook lekker uit hier. Het water is ingelijst in een brede haag van knalgele koolzaadplanten. Grote aantallen zweefvliegen en bijen passeren het kleine gaatje waarin ik tussen de bloemenzee ben gekropen.

Ik zie op het water dat het begint te regenen. Ik voel het nog niet, maar dat komt nog wel. Durf ik het aan om snel naar de auto heen en weer te lopen? Zet de slip wat losser en doe het maar gewoon. Het gaat nu even wat pittiger tekeer. Het insectenleven valt volkomen stil. Het duurt niet lang. Er vallen gaten in de wolken. De zon schettert er doorheen. Even later komt insectenwereldje weer tot leven.

Er fladderen ook wat koolwitjes langs de baan van koolzaad. Niet zo vreemd, want op deze planten leggen ze hun eitjes. Nog even dan vreten hun rupsen er stevig van. Een aantal weken later rijpen de zaadjes en vallen massaal in het water. Micropartikels. Met een instant aasje langs de planten is het goed zaken doen weet ik uit het verleden. Hazelnootjes doen het dan erg goed.

Nu alles na de bui weer staat te dampen, komt er een nare geur voorbij zweven. Ik herinner me weer dat dit de geur is die koolzaad verspreidt. Waar lijkt het nou het meest op? Pisbak, verschaald pishok? De gouden omlijsting maakt veel goed.


Gouden omlijsting.

De grote aantallen zeelten zitten hier ook. Ze zijn niet zo gretig als de zeelten van het fort. Ik heb ze hier ooit zien paaien. Tientallen grote gouden vissen in een wervelend ballet. Nu denk ik ook af en toe dat ik uit mijn ooghoeken wat uit de oever zie schichten. Paaiende brasem? Kan best. In de ondiepe luwte kan de watertemperatuur best al op veertien graden staan.

Mijn gekneusde ribben gaan opspelen door urenlang in een iets te rechte houding te zitten. Iets naar voor of naar links of rechts helpt niet meer. Iedere beweging doet nu pijn. Ik ga inpakken. Die karper komt er in de loop van de komende week wel.

Onderweg let ik op de smalle slootjes die haaks op het water de weilanden in lopen. Bij veel van die slootjes zie ik regelmatig schichtende brasems. Ze zijn aan het paaien. Lastige tijd om karpers te belagen. Het water ligt nu overvol brasemkaviaar. Dit is de tijd om over te stappen naar de rivier. Ik ken genoeg obstakelvrije stekken. Tijd voor de lange penhengel…

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -