Kampioenen van weleer aan het woord (deel 3)

Kampioenen van weleer aan het woord (deel 3)

Door Ron Smits
 
Afgelopen woensdag was ik te gast bij de man van de duizend wedstrijden. Waarschijnlijk doe ik hem hiermee nog te kort. Ik was in Bergen op Zoom bij Wil Rijsdijk. Gezellig even bijkletsen over vroeger. 
 
Burgh Sluis kwam al heel snel ter sprake en samen haalden we nog wat gouwe ouwe herinneringen op uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Hij had nog een paar prachtige foto’s waar heel veel grote kabeljauwen, zeg maar gerust kabelUwen, op stonden. 
 
Veel van de huidige generatie sportvissers zouden ons niet geloven, maar de foto’s bevestigen toch aantallen van dertien tot een uitschieter van zesendertig kabeljauwen op één avond, door slechts één visser en dat was toen niet echt bijzonders, dergelijke uitschieters kwamen meer voor. Zijn grootste kabeljauw woog tien kilo. Dat we dat toch nog meegemaakt hebben, waar blijft de tijd…
 
Onder het genot van een kopje koffie bladerde ik door de vele mappen met allerlei uitslagen van de viswedstrijden waar hij aan deel nam. Steeds weer kwamen dezelfde namen in de top van de diverse uitslagen naar boven. Veelal namen van HSV De Edelkarper uit Bergen op Zoom, waar Wil nog steeds lid van is. 
 
De Edelkarper was in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw en de eerste tien jaren van deze eeuw absoluut de toonaangevende vereniging op het gebied van nationale en internationale viswedstrijden. Wil was eerst lid van HSV De Schar uit Stampersgat, maar Wil wilde ook meedoen aan de officiële wedstrijden van de Algemene Hengelaars Bond en werd daarom lid van de HSV De Zeester. Hij kwam uiteindelijk bij de Edelkarper terecht omdat hij ook wilde deelnemen aan allerlei officiële zoetwaterwedstrijden.
 
Het was 1964 toen Wil voor het eerst aan wedstrijden meedeed. Hij weet het nog als de dag van gisteren toen hij tweede werd op een internationale viswedstrijd van De Makreel in St. Philipsland. 
 
Een jaar later won hij deze zelfde wedstrijd en tevens de Opa Massartrofee. Dat hij geen eendagsvlieg was bewees Wil door in 1965 individueel en met het korps van HSV De Schar Kampioen van de Westbrabantse Zeehengel Federatie te worden. 
 
Hij deed zeer verdienstelijk mee aan allerlei nationale en internationale wedstrijden op zout en zoet water, maar het is teveel om hier weer te geven. Een paar wil ik er nog weergeven. Hij werd tweede bij het NK kust vissen te Dishoek en een jaar later werd hij tiende bij de meerlanden wedstrijd in Kiel. Het duurde tot 1981 dat hij de absolute top van het internationale kustvissen bereikte. 
 

Het eerste kampioenschap in 1988.
 
Hij werd Nederlands kampioen kustvissen en het korps werd tweede. Bovendien won hij ook de Opa Massar trofee voor de grootste karper. In 1982 werd hij individueel eenentwintigste bij het wereld kampioenschap kustvissen in Frankrijk, terwijl hij zilver won met het landenteam. Weer wist hij in hetzelfde jaar de Opa Massar trofee te winnen. 
 
 
In totaal kwam Wil vier keer voor Nederland uit op het WK met brons in 1986 voor hem en zijn team (hij werd tijdens de naselectie in 1985 eerste), zilver in 1987 voor hem en goud voor zijn team 
(geen landen buiten Europa deden mee, dus werd het een Europees kampioenschap) en brons voor het team in 1988, terwijl Wil individueel tweeëntwintigste werd. 
 
 
In 1983 werd Wil voor de tweede keer Nederlands kampioen kustvissen en ook hier werd het korps tweede.
 

Voor de tweede keer kampioen in 1983.
 
Een jaar later werd hij zesde en het korps vierde. Zijn korps werd in 1988 Nederlands Kampioen Korpsen kustvissen, terwijl hij individueel zeventiende werd. 
 
 
Dit was wel een heel bewogen jaar want zowel op het zout als het zoet was hij voor het Nederlands Kampioenschap in de race. Hij werd op het zoet uiteindelijk twaalfde, nadat hij en zijn team eerste werden tijdens de selectie wedstrijd. 
 
Tijdens de naselectie voor het zoet heeft Wil verstek moeten laten gaan, omdat deze dag plaatsvond op dezelfde dag van het Nederlands Kampioenschap kustvissen. Jammer dat de NVVS hier geen rekening mee hield tijdens het plannen van deze belangrijke evenementen. 
 
Een leuke verzameling lintjes.
 
Gelukkig voor een groot aantal bootvissers op het ruige, zoute nat, kon Wil niet zo goed tegen dat gewiebel op de boot. Trouwens ook niet tegen een rustige boot op spiegelglad water. Ook dan kreeg hij vaak een ander kleurtje. 
 
Zo ziek als een hond werd hij tijdens een selectie wedstrijd bootvissen nog achtste op zijn boot. Maar dit was dan ook de allerlaatste keer dat hij met de selectiewedstrijden bootvissen mee deed staat er uitdrukkelijk geschreven in zijn logboeken.
 

Succes in 1988 bij de Delta Federatie.
 
Jammer genoeg moest Wil ook een aantal minder plezierige zaken belichten. Belangenverstrengeling bij een wedstrijdcommissaris, die ook nog twee andere officiële functies had en dan voor één autorit, drie auto-onkosten vergoedingen indiende. Geld van de betalende sportvissers. 
 
Hij was zeker niet de enige. Wil memoreerde dat de vier officiële 'Bobo’s' de bonnetjes van de consumpties uit de asbakken visten, die de wedstrijdvissers genuttigd en betaald hadden, tijdens officiële wedstrijden, om deze naderhand persoonlijk te kunnen te declareren. Zielig en asociaal vind ik dit als schrijver van dit artikel. 
 
Als deze bonnetjes naderhand te declareren waren, waarom werd dit geld dan niet gebruikt ten behoeve van de wedstrijdvissers? En waarom werd dit geld van betalende sportvissers gebruikt om de eigen zakken van die toch al zwaar over het paard getilde 'Bobo’s' te spekken? 
 
De wedstrijdcommissarissen in dienst van de sportvissers in het algemeen en van de wedstrijdvissers in het bijzonder, moeten toch de belangen van deze wedstrijdvissers behartigen? 
Waarom hoor ik dan als auteur van dit artikel nog steeds dat een huidige wedstrijdcommissaris zich niet bekommert om het welzijn van de wedstrijdvissers inzake wedstrijdlocaties? 
 
Het verzoek van een gerenommeerd wedstrijdvisser om een andere locatie, omdat de gekozen locatie een loodkerkhof is, wordt afgedaan met: “Daar heb ik geen last van, er komt toch wel een klassement”. Zeker als de huidige wedstrijdcommissaris zelf een wedstrijdvisser was. 
 

Een van de vele bekers van Wil.
 
Wil vertelt verder. Fraude tijdens het vissen zelf door bijvoorbeeld een aantal vissen uit een fuik van een beroepsvisser te halen en dan deze vissen ter meting aan te bieden. Of wat dacht u van deze: levende palingen meenemen in een thermosfles en deze ook ter meting aanbieden.
 
Een sportvisser, die zich geplaatst had voor een WK en alleen maar mee ging voor een goedkope vakantie. Tijdens de wedstrijd lag hij te luieren aan de kant in plaats van te vissen. Niet erg sociaal tegen over zijn teamleden en de organisatie, die zijn verblijf betaalde. 
 
Totaal geen gevoel voor normen en waarden. Wil vindt het daarentegen een hele eer om voor Nederland uit te mogen komen en ook de andere wedstrijdvissers, die ik tot nu toe heb gesproken.
 

Goede maaltijden aan de waterkant.
 
Zijn mooiste wedstrijd was wel de WK in Frankrijk. De organisatie zorgde voor goede maaltijden aan de waterkant. Deze werden bij iedere wedstrijdvisser aan de waterkant bezorgd, inclusief een glaasje wijn. Prima organisatie volgens Wil. 
 
Het gouden korps tijdens de NK van 1988. Wil zittend rechts.
 
In 1987 en 1989 werd hij genomineerd voor de sportman van het jaar. Helaas wist men niet wat een sportvisser allemaal moet doen om de top te bereiken en ook niet welke inspanningen tijdens een wedstrijd geleverd moesten worden. 
 
Wil geeft een opsomming van hetgeen je er voor moet doen: al je materiaal door mul zand naar je toegewezen plek dragen, met het afgaande water meelopen, verkassen naar een ander vak met heel je hebben en houwen, zwaar takelen om je lijn weer binnen te draaien in de havens van Rotterdam, de spanning. 
 
Na een wedstrijd weer terug…: soms moest Wil twee keer op en neer om de gevangen vis en al zijn materiaal naar de auto te brengen. Dan heb ik het nog niet over de kosten, die door de wedstrijdvisser zelf gedragen moesten worden. En niet te vergeten, het steken van allerlei aas. 
 
Sport van de bovenste plank als je het mij vraagt. Jammer dat dit niet zo werd gezien door de organisatie van Sportman van het jaar, anders was hij ongetwijfeld een keer verkozen.
 
Niet alleen voor de wedstrijden van de NVVS of allerlei hengelsportfederaties en/of verenigingen stond Wil zijn mannetje, maar ook tijdens de officiële wedstrijden bij de politie (ja, ja Wil was een heuse oom agent, waarover later meer).  
 
Nederlands kampioen zoet staat er aan de andere kant.
 
Hij werd in 1984 Nederlands politie kampioen zoet, in 1981 werd hij al een keer vierde. Ook wist hij drie keer de officiële wedstrijd aan de kust van de politie te winnen.
 
WK, EK en NK wedstrijden heeft Wil gevist met succes. In 1985 maakte hij de reeks wedstrijden super compleet door ook Benelux kampioen te worden bij het kustvissen. Bovendien was zijn team ook nog de winnaar van goud.
 
Geheimen over het wedstrijdvissen heeft hij niet. Veel aandacht schenken aan het aas en zorgen dat je altijd alle soorten eerste klas aas bij je had: zandzagertjes, witjes, zagers, rode en zwarte pieren, tappen, stukjes vis enzovoorts. 
 
Om het beste aas te hebben ging hij dit regelmatig zelf steken. Onder de leden van HSV De Edelkarper werden alle wetenswaardigheden nodig voor een viswedstrijd en dus ook alle geheime steekstekken gedeeld, zodat ieder lid altijd goed beslagen ten ijs kwam. 
 
Zo was er vroeger, toen de Binnenschelde nog zout water was, een, voor niet-Edelkarpers, 'geheime' steekplaats voor slijkzagertjes in het “Slootje”. Oom agent (ja, ja onze Wil) hield goed in de gaten dat alleen Edelkarpers hier hun slijkzagertjes gingen steken. 
 
Gesterkt door een blauw uniform heeft hij veel, niet-Edelkarper, stekers de stuipen op het lijf gejaagd. Zo zie je maar soms had je de sterke hand van de wet nodig om een streepje voor te hebben tijdens de vele wedstrijden.
 
Onderlijnen maakte hij ook altijd zelf. Kortom, heel veel voorbereiding en heel veel tijd gingen vooraf aan een wedstrijd. Iedere wedstrijd leerde je iets bij, tenminste als je ogen en oren open hield. Door de vele wedstrijden wist hij als geen ander waar hij de vis kon verwachten. 
 
Soms zaten ze ver weg, maar heel vaak zaten ze ook kort aan de kant, net achter een richeltje.  Ver weg betekende dat je met een dunnere lijn moest vissen. Wil gebruikte indien nodig een lijn van 0,26 mm doorsnede om de gewenste afstand te kunnen werpen. Soms viste je met een slappe lijn, dan weer met een strakke. Geen enkele wedstrijd was hetzelfde.
 
Tijdens dit gezellig samen met een man met geweldig veel wedstrijd ervaring hield Loes Rijsdijk zich op de achtergrond. Maar ik wil toch wel even kwijt dat zij ook een verdienstelijk wedstrijd visser was en ook een gouden WK plak kustvissen heeft behaald met haar team. 
 
Ik ben benieuwd welk programma voor deze familie van toepassing kan zijn. 'Help mijn man/vrouw heeft een hobby' gaat hem niet worden en ook Miranda zal het programma 'Help mijn ouders hebben een hobby' ook niet om hulp roepen. 
 

Met wedstrijdgoud geplaveid.
 
De, tijdens de diverse wedstrijden, ontstane vriendschap tussen de familie Willemse en Rijsdijk, die in 1992 beklonken werd door een huwelijk van Miranda en Hans, is er een met wedstrijdgoud geplaveid.
Ook officiële viswedstrijden hebben zij georganiseerd, zoals het Nederlands Kampioenschap zoet in Oosterhout.
 
Wil won in totaal acht keer de Jan de Zwart trofee en drie keer de Opa Massar trofee. Dertien jaren heeft Wil de naselectie kust gevist en in 1998 viste hij zijn laatste wedstrijd: NK kust.