Jan Schreiner overleden

Jan Schreiner overleden.

Op woensdag 29 november 2006 is Jan Schreiner, de nestor van de Nederlandse hengelsportjournalistiek, op 89 jarige leeftijd in zijn woonplaats Purmerend overleden. Op zijn verzoek heeft de begrafenis vandaag (maandag 4 dec. 2006) in stilte in het bijzijn van familie en enkele goede vrienden plaatsgevonden.

We kunnen stellen dat Jan Schreiner van heel grote betekenis is geweest voor de Nederlandse en ook Belgische sportvissers. Kort na de oorlog kwamen zijn eerste boeken met titels als ‘De kunst van het snoeken’. ‘De polder in’, ‘Een leefnet vol’ en natuurlijk de klassieker ‘Flitsend Nylon’ uit. Vooral dat laatste boek was een sensatie en heel wat sportvissers zijn door dit boek met de werphengel en ook kunstaas gaan vissen.

Daarna schreef Jan Schreiner nog ruim 40 boeken en wie herinnert zich niet de kleine paperbacks met titels zoals ‘Vastslaan en Strakhouden’ , ‘Tussen ruisend riet en plompeblad’,
‘Haken en Ogen’ en ‘Van scharhaak tot vechtstoel’. Ik vond de kracht van deze boeken dat je tijdens het lezen het idee kreeg dat je zelf aan de waterkant stond of in de boot zat. Jan Schreiner was gewoonweg een begenadigd verteller.Als je dan in een ruk zo’n boek gelezen had, wilde je met alle geweld meteen naar de waterkant om de nieuwe technieken of dat nieuwe stukje kunstaas uit te proberen.

Naast het schrijven van vele visboeken was hij ook zeer productief met het schrijven van artikelen voor diverse hengelsportbladen. Hij was een van de eerste vaste medewerkers van Voor en door DE VISSER, schreef lange tijd in De Sportvisser en later in Vissport.

Toen ik nog een jochie was, heb ik wel eens voor de etalage van zijn hengelsportzaak aan het Klein Gartmanplantsoen gestaan, neus tegen het glas gedrukt om maar niets van al dat moois in die winkel te missen. Naar binnen gaan durfde je niet, trouwens mijn zakgeld was bij lange na niet toereikend om die moderne molens, hengels en kunstaas te kopen.
Nooit heb ik toen kunnen denken dat ik vele jaren later met Jan Schreiner en veel gelezen briefwisseling met de titel ‘Van Jan … aan Jan’ in Voor en door DE VISSER zou hebben.

Ik heb dat met heel veel plezier gedaan en vond het jammer dat Jan Schreiner me tenslotte liet weten dat de motivatie en de kracht om hier mee door te gaan moeilijk op te brengen was en hij liever wilde stoppen, hetgeen ik respecteerde. Het kaarsje was toen al min of meer opgebrand en vooral de laatste jaren van zijn leven waren niet gemakkelijk.
Op het gebied van weidelijk snoekvissen en het netjes terugzetten van gevangen snoek heeft Jan Schreiner een zeer belangrijke voortrekkersrol gespeeld. Ik durf hier te stellen dat ik en waarschijnlijk vele andere snoekvissers door de publicaties van Jan Schreiner begonnen ben met het terugzetten van snoek. Ik kan nog steeds dat goede min of meer opgeluchte gevoel naar boven halen van het moment waarop ik mijn eerste maatse snoek terugzette. Het was een soort overwinning op mezelf en ik denk dat er heel veel snoekvissers in de 60er en 70er jaren bekeerd zijn door zijn artikelen om verstandig met de snoek en de snoekstand om te gaan.Als er voor iemand in de sportvisserij in Nederland een standbeeld zou moeten worden opgericht, dan zou het volgens mijn bescheiden mening voor Jan Schreiner moeten zijn.

Waarschijnlijk zullen we binnenkort met een uitgebreider artikel komen over de man die zo’n 60 jaar lang het boegbeeld van de Nederlandse hengelsportpers was. We zullen zijn scherpe pen en promotie voor het lichte vissen node missen. Hij ruste in vrede.

Jan Eggers