Half omhoog of half omlaag? (deel 1)

klik om naar de website te gaan

Nog even en dan mogen de lezende zeevissers zich alweer verheugen op de tweede Zeehengelsport van dit jaar. Dit specialistische magazine staat opnieuw boordevol interessante artikelen voor de moderne sportvisser op zee.

Eén bijdrage handelt over het gebruik van meerkleurige gevlochten lijnen. Is deze noviteit een loze trend óf biedt het een meerwaarde aan je visserij? Het antwoord  wordt gegeven door Dave Lewis, voor de bezoekers van Total Fishing hebben we dit boeiende artikel als preview. 


Half omhoog of half omlaag? (deel 1)

Door: Dave Lewis

Kleurtjes tellen
Meerkleurige gevlochten lijnen worden almaar populairder bij zeevissers en ongetwijfeld hebben sommigen onder jullie zich al afgevraagd waar deze trend nu weer vandaan komt. Toegegeven: een molen die is opgespoeld met deze kleurrijke nieuwigheden ziet er bijzonder funky uit, maar is dat het enige wat ze te bieden hebben? Met andere woorden: gaat het om de zoveelste dure gril in Hengelsportland, of hebben meerkleurige lijnen ook werkelijk zin? Daarover gaat deze bijdrage…

Het antwoord op de boven geformuleerde vraag is even kort als eenvoudig: ja, wis en waarachtig zelfs! Die kleurtjes kunnen namelijk van onschatbare waarde zijn. De eerste keer dat ik een meerkleurige gevlochten lijn onder de ogen kreeg, was zo’n tien jaar geleden, toen een lijnenfabrikant mij een testmonster toestuurde.

Ik moet toegeven dat ik niet meteen overtuigd was. ‘Het zoveelste excentrieke snufje uit Japan,’ dacht ik spontaan, en mijn mening veranderde allerminst toen ik erachter kwam hoe waanzinnig veel deze lijn moest gaan kosten. Omdat ik geen jota snapte van wat er op de spoel gedrukt stond -mijn Japans is niet meer wat het geweest is- had ik toen ook niet door dat al die kleurtjes een duidelijke functie hadden.


‘Het zoveelste excentrieke snufje uit Japan,’

Maanden later viel mijn kwartje dan uiteindelijk toch: ze gaven de diepte aan! Meer bepaald bleek het zo te zijn dat de lijn elke vijf meter van lijn veranderde en dat er binnen elk gekleurd stuk om de meter een merktekentje stond. Dankzij deze lijn zou ik dus heel precies kunnen bepalen op welke diepte ik aan het vissen was.

Als ik bijvoorbeeld vier verschillende kleuren de hengeltop had zien passeren, wist ik dat ik op 4 x 5 = 20 meter diepte was aangekomen – op voorwaarde dat mijn kunstaas min of meer loodrecht onder de boot bleef, natuurlijk. Nu zag ik het voordeel wel, maar helemaal overtuigd was ik nog immer niet, want vrijwel alle boten die ik ken, hebben een elektronische dieptemeter aan boord – dus waarom zou ik de diepte ook nog aan mijn molenspoel willen kunnen aflezen?


Volgens de schipper zwemt de vis op zo’n 40 meter diep. Maar hoe weet ik dan zeker dat ik mijn aas juist op die diepte aanbied?

Nadat ik er wat beter over had nagedacht, besefte ik echter dat er nog een extra voordeel aan vastzat, meer bepaald bij het wrak- of rifvissen. Het gebeurt regelmatig dat de vissen een aantal meter boven de obstakels rondstruinen.

Pollakken en zeebaarzen plegen dat te doen, maar ook gullen vertonen soms dat gedrag. Om het kunstaas zo snel mogelijk op de juiste diepte te krijgen, passen goede wrakvissers al sinds jaar en dag een eenvoudig trucje toe: ze laten hun montage eerst tot op de bodem zakken, en tellen dan hoeveel omwentelingen de molenslinger moet maken voor ze in de visrijke waterlaag terecht komen.


Power Pro Depth Hunter; een van de gevlochten lijn typen met kleuraanduiding.

Als je met wat vismaten samenwerkt en verschillende waterlagen bevist, kun je zo al snel te weten komen waar de jackpot rondzwemt. Zodra iemand vangt, verklapt hij de anderen hoeveel slagen hij heeft opgedraaid… Slim, niet? Helaas, was het maar zo eenvoudig… Zoals iedereen wel weet, hebben verschillende molens doorgaans ook een verschillende indraaisnelheid, zodat bijvoorbeeld dertig omwentelingen bij de een gelijkstaan aan 25 bij een ander.

En dat betekent dat je nog immer niet zeker weet of je wel op dezelfde diepte vist…Zo’n drift boven een wrak of rif ziet er volstrekt anders uit als datzelfde vriendenclubje met meerkleurige lijnen aan de slag is, bijvoorbeeld met de in Amerika geproduceerde Power-Pro Depth-Hunter. Beeld je maar eens in wat er gebeurt…

De schipper houdt de boordelektronica nauwgezet in het oog en meldt zijn opstappers dat het wrak er aankomt. Maar dat is nog niet alles: op zo’n vijf meter boven het gevaarte ziet hij vissymbolen. Gezwind laat je je kunstaas tot op de bodem zakken, waarna je dankzij de kleurwisselingen op je lijn exact vijf meter opdraait. Zonder ook maar het minste tijdverlies bengelt je montage precies tussen de vissen.


De diepte klopte!

“Ja maar”, zo hoor ik je nu kritisch denken, “hoe vaak gebeurt het dat je vissen ziet op je echosounder? Moet ik voor die paar keer per jaar dat dat gebeurt in zo’n dure lijn investeren?” Het antwoord is ja! Zelfs als er geen vissymbool te bespeuren valt, kan je er immers je voordeel mee doen.

Als je zelf een vis weet te haken, weet je exact op welke diepte het beest zich ophield – en dat is informatie van onschatbare waarde voor de volgende drift (of de tweede helft van dezelfde drift). Is je vismaat de gelukkige en is hij eveneens met meerkleurige lijnen aan de slag, dan krijg je die informatie van hem…

Vrijdag a.s. deel 2!

Dave Lewis

Bent u nieuwsgierig geworden naar de andere artikelen in Zeehengelsport? Uitgave nummer 2 van dit jaar valt zo rond 17 maart a.s. bij de abonnees in de bus en is vervolgens te koop in de kiosk, boekhandel of de hengelsportspeciaalzaak.

 Heeft u nog geen abonnement, kijk dan voor een zeer aantrekkelijke aanbieding op: www.hengelsporthuis.com